Idealisme Flashcards
Beschrijf Idealisme
Idealisme is een soort Monisme: er is maar 1 substantie (iets wat op zichzelf kan bestaan) volgens idealisme: de geestelijke substantie.
Het stelt dat de fysieke wereld afhankelijk is van de geestelijke wereld.
Esse est percipi
Wie zei dit, welke stroming, en beschrijf de stelling
Berkeley. Idealisme.
“Zijn” is waargenomen worden, niets kan bestaan zonder waarneming. Alle eigenschappen zijn dus secundair.
Hylas en Philonous
Wat zijn dit?
De twee kanten van het debat in Berkeley zijn werk.
- Hylas: de stofman.
- Philonous: de geestminnaar. (Berkeley zelf)
Volgens Berkeley bestaat de fysieke wereld alleen zolang …
zij geobserveerd wordt.
Berkeley was sterk geïnspireerd door het … We kunnen kennis alleen opdoen via ervaring, zintuigen.
Empirisme.
John Locke was een …
Empirist.
Primaire en Secundaire eigenschappen van John Locke
o Primaire eigenschappen: kwaliteiten van het ding, onafhankelijk van de waarnemer (positie van object, objectieve temperatuur)
o Secundaire eigenschappen: waargenomen kwaliteiten van het ding, afhankelijk van waarnemer (kleur, subjectieve temperatuur)
Volgens Berkeley kunnen we alleen eigenschappen ervaren van substanties, niet de substanties zelf.
Ofwel: hij ziet ALLES als een …
Alles is een secundaire eigenschap volgens Berkeley, er zijn GEEN primaire eigenschappen.
Wat zouden Hylas en Philonous zeggen over kleur?
Hylas: kleuren zijn primaire eigenschappen! Verschillende golflengtes van licht zijn verschillende kleuren.
Berkeley (Philonous): kleur is subjectief, en dus een secundaire eigenschap. Dezelfde golflengte kan anders ervaren worden op basis van de observant.
Zou Berkeley vorm en grootte als primaire of secundaire eigenschappen zien?
Secundaire, zoals alles. Vorm en grootte zijn ook anders te observeren voor bijvoorbeeld een mens en een mier die het veel dichterbij ziet (b.v. haren)
Waarom ziet Berkeley alle eigenschappen als secundair?
Omdat we geen substantie zien, enkel eigenschappen. En alle eigenschappen zijn secundaire eigenschappen.
Welke beredeneerfout maakte Berkeley met zijn Idealisme?
Of iets groot of klein is, is afhankelijk van de waarnemer, maar de grootte is dat niet. Een ding heeft zowel primaire als secundaire eigenschappen die dezelfde eigenschap beschrijven.
Bestaan dingen volgens Berkeley nog steeds wanneer dit niet door mensen wordt waargenomen?
Volgens Berkeley bestaan dingen nog steeds wanneer mensen dit niet waarnemen.
We weten dat wanneer je een warme soep in een gesloten koelkast legt, en dus geen menselijke observatie mogelijk is, deze na enige tijd koel is. DUS: er moet iets zijn dat alles ALTIJD waarneemt: GOD.
“Als een boom omvalt in een bos en er is niemand in de buurt om het te horen, maakt het dan geluid?” Wat zou Berkeley (Idealist) zeggen?
Nee. Sterker nog, als het bos en de boom niet waargenomen wordt is er ook geen bos of boom.
Waarom geloofde Berkeley (Idealist) in God?
Omdat dingen blijven bestaan als ze niet door mensen geobserveerd worden, en niets bestaat zonder observatie, moet God het wel continu observeren.
Wat was de stroming van Berkeley?
Idealisme
Wat vind jij van de stelling van Berkeley dat alles een secundaire eigenschap is?
B.v.
Berkeley zijn idealisme beredeneert dat de subjectieve interpretatie van objecten volledig afhankelijk is van de waarnemer, maar het enige wat dit aantoont is dat de zintuigelijke observatie van de waarnemer in een niet-experimentele vorm niet te vertrouwen is. Als zintuigelijke observaties onvoldoende zijn om primaire eigenschappen waar te nemen betekent dit slechts dat het instrument voor observatie, de zintuigen, niet te vertrouwen is. Wij kunnen bijvoorbeeld hardheid, een primaire eigenschap, meten met instrumenten die onafhankelijk zijn van zintuigen.
Idealisme ontkent het bestaan van de … substantie.
De materiële substantie, want de fysieke wereld is volgens idealisme afhankelijk van de materiële geest.
Wat bedoelt Ryle met het idee dat het zien van de geest als meer dan gedragsdisposities een categoriefout is?
Volgens Ryle maken dualisten (zoals Descartes) een categoriefout fout als ze denken dat de geest een aparte substantie is. In plaats daarvan stelt hij dat de geest niet meer is dan een verzameling gedragsdisposities—neigingen om op bepaalde manieren te handelen en reageren.
Hij gebruikt als voorbeeld de “universiteit-paradox”: stel dat iemand een universiteit bezoekt en na het zien van de bibliotheken, kantoren en klaslokalen vraagt: “Maar waar is de universiteit?” De fout is dat de universiteit geen apart object is, maar bestaat in en door de organisatie van al die gebouwen en mensen.
Denken, voelen en beslissen zijn niet het gevolg van een ongrijpbare “geest”, maar Wat zijn de belangrijkste problemen voor het behaviorisme?uitingen van iemands gedragsmatige en linguïstische vermogens.
