Les 4 (samenvatting) Flashcards

1
Q

mythe van narcissus

A

Zijn eigenliefde was zo hoog dat hij niet van een ander kon houden en uiteindelijk stierf. Hij staarde graag naar zijn eigen weerspiegeling in het water en probeerde zichzelf achterna te gaan, waardoor hij verdronk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer werd narcisme voor het eerst gebruikt in de psychiatrie?

A

1898

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe werd rond 1900 tegen mensen met narcissusachtige neigingen aangekeken.

A

Ze zetten seksuele gevoelens om in zelfvertrouwen en zelfbewondering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wie gebruikte de term Narcisme het eerst

A

Nacke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe omschreef Nacke narcisme

A

Een seksuele interesse stoornis, omdat je geobsedeerd bent met het zicht van je eigen lichaam op een manier die eigenlijk gereserveerd is voor de bewondering van anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe keek Freud tegen Narcisme aan?

A

Mensen met narcisme kiezen voor zichzelf en zien zichzelf als object va libidinaal belang. Volgens Freud is dit een normale fase van ontwikkeling, maar je moet hier eigenlijk wel weer uit evalueren, anders leid het tot hechtings en sexuele problematiek bij volwassenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe keek het psychoanalytisch perspectief naar narcisme

A

Het werd gerelateerd aan zelfwaarde waarbij men depressie en hypochondrie kan gaan ontwikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kernaspecten waar we naar kijken bij de verschillende typen narcisme

A
  • Kwaliteit, samenhang en stabiliteit van het zelfbeeld
  • Affectregulatie en regulatie van eigenwaarde
  • Psychologische en emotionele investering in anderen en de aarde en kwaliteit van deze relaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De 3 kernaspecten bij gezond/ normaal narcisme

A
  • Zelfbehoud - je houd genoeg van jezelf om jezelf niet in gevaar te brengen
  • Eigenwaarde en affectregulatie - Je kunt je onderscheiden van anderen
  • Gezonde interpersoonlijk relaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kenmerken overdreven narcisme

A
  • Hoog gevoel van eigenbelang en een overdreven gevoel van onkwetsbaarheid en onverwoestbaarheid
  • Verhoogd zelfvertrouwen wat leid tot risico’s nemen
  • Verhoogde idealen, normen en prestaties
  • Meestal gereguleerde eigenwaarde en affect
    Aanvaardbare interpersoonlijke relaties, ze brengen meer conflicten met zich mee en zijn veranderlijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kenmerken pathalogisch narcisme

A
  • Narsistische verstoring
  • Verstoorde zelfregulatie met een grandioos zelfbeeld dat erg instabiel en fragiel is
  • Slechtere affectregulatie, waardoor ze snel boos zijn, schaamte ervaren en jaloers worden
  • Disfunctionele interpersoonlijke relaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe vaak komt narcistische ps voor in de algemene populatie?

A

minder dan 1%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe vaak komt narcistische ps voor in de klinische populatie?

A

2-22%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe vaak komt narcistische ps voor bij mannelijke daders?

A

25%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke 3 subtypes van narsistische persoonlijkheidsstoornis zijn er?

A
  • Grandioos exhibitionistisch overte type
  • Kwetsbaar gevoelig coverte type
  • Psychopathische narcist
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een Grandioos exhibitionistische overte type narcist

A
  • Openlijke narcisten die grandioos exhibitionistisch zijn
  • Opgeblazen en kwetsbaar gevoel van eigenwaarde, maar voelen ook superioriteit
  • Focus op zichzelf
  • Grote fantasie om eigenwaarde te beschermen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is een Kwetbaar gevoelig coverte type narcist?

A
  • Een coverte narcist die altijd in een verhoogde staat van alertheid is. Hij is altijd op zijn hoede
  • Geremt, beschaamd maar kunnen vanbinnen erg haatdragend zijn
  • De schaamte beperkt de openlijke agressie van de expressie van hun grandiositeit. Hierdoor grijpen ze hun kansen niet
  • Ze geloven superieur en uniek te zijn
  • Emoties zijn gecontroleerd, negatief en extreem kwetsbaar
  • Beperkte intimiteit door angst voor kritiek en afwijzing. Veel zijn er alleen, wat ze moeilijk te identificeren en onderzoeken maakt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de psychopatische narcist

A
  • Ze hebben een grandioos gevoel van eigenwaarde, buiten anderen uit en zijn heel weinig betrokken bij anderen
  • Worden gekenmerkt door koele emoties en hebben een bedrieglijke interpersoonlijke stijl
  • Vaak interpersoonlijk sadisme
  • Ze rechtvaardigen zelf het geweld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe wordt arrogant narcisme ook wel gezien?

A

primaire psychopathie

20
Q

Hoe wordt verlegen narcisme ook wel gezien?

A

Secundaire psychopathie

21
Q

Hoe worden psychopatische narcisten ook wel gezien?

A

Als mensen met een extreme vorm van arrogant narcisme

22
Q

Met welke klinische stoornissen komt narcisme vaak voor

A
  • Bipolaire stoornis
  • Depressie
  • Middelenmisbruik
23
Q

Hoe overlapt narcistische ps met borderline ps?

A

Emotionele dysregulatie, onstabiele en disfunctionele relaties. Behoefte aan aandacht en gevoeligheid voor kritiek, Bij borderline is er een heel onstabiel zelfbeeld, wat samengaat met zelfvernietiging en de angst om verlaten te worden

24
Q

Hoe overlapt narcistische ps met antisociale ps?

A

Beide gekenmerkt door een tekort aan empathie, bij ASPS zien we wel eerder strafbare feiten, bij narcistische is er een cognitief emotioneel probleem

25
Q

Hoe overlapt narcistische ps met histrionische ps?

A

Extreme aandachtsnood

26
Q

Hoe overlapt narcistische ps met paranoide ps?

A

Beide gekenmerkt door een gevoel van paranoide

27
Q

Hoe overlapt narcistische ps met obsessief compulsieve ps?

A

Perfectionisme

28
Q

Hoe overlapt narcistische ps met schizoide ps?

A

Beide gekenmerkt door teruggetrokkenheid en het hebben van een emotionele afstand tot anderen

29
Q

Welk deel van pathalogisch narcisme is erfelijk?

A

64-80%

30
Q

Welke 3 hypothesen zijn er voor de overgang van gezond naar pathologisch narcisme?

A
  • Biologische/ genetische effecten
  • Verstoring neurobiologische oorsprong van affectregulatie
31
Q

Wat is een lage tot matige respons om de eigenwaarde te herstellen na een beschadiging?

A

Herstellende fantasie. Je gaat nadenken over hoe fantastisch jij bent en hoe dom anderen

32
Q

Wat is een heftige respons om de eigenwaarde te herstellen na dat deze beschadigd is

A

Herstellende agressie of geweld. Ze halen hier dan geen plezier of opluchting uit maar gebruiken het enkel om het ego te herstellen

33
Q

Wat was de vroegere klinische toepassing voor narcisme

A

Het was een seksuele stoornis, met verstoorde eigenliefde. Je voelde liefde voor jezelf die je eigenlijk alleen voor een ander hoorde te voelen

34
Q

Waarom is er zoveel seksueel geweld onder narcisten?

A
  • Een narcist interpreteert de ander als beschikbaar en geinteresseerd, ondanks dat de aanwijzingen van de ander het tegendeel bewijzen
  • Als de narcist afgewezen wordt, voelt hij dit extra erg en gaat hij over tot het seksueel vernederen van het slachtoffer om dit gevoel op te lossen
35
Q

Narcistische weerstandstheorie van verkrachting

A

Wanneer de ander seks afwijst, vindt de narcist dat ze nu seks moeten hebben als wraakactie. Hierdoor kan de narcist laten zien dat hij recht heeft op seks met een persoon naar keuze, zonder dat deze toestemming geeft

36
Q

Waar kijken we naar als we de rol van narcisme in het risico op schade of geweld vast willen stellen?

A
  • Persoonlijkheid
    -Extremiteit van het narcisme
  • Verleden van het geweld
37
Q

Vragenlijsten voor persoonlijkheidspathologie

A
  • Millon Clinical Multiaxial Inventory -3
  • Minnesota Multiphasic Personality Innventory 2
  • Personality Assesment Inventory
  • Dimensional Assessment of Personality Pathology
38
Q

MCMI-3

A

Millon Clinical Multiaxial Inventory 3, persoonlijkheidspathologie

39
Q

MMPI-2

A

Minnesota Multiphasic Personality Inventory 2, Persoonlijkheidspathologie

40
Q

PAI

A

Personality Assessment Inventory, persoonlijkheidspathologie

41
Q

DAPP

A

Dimensional assessment of personality pathology, persoonlijkheidspathologie

42
Q

Vragenlijst narcisme

A

Narcissistic personality inventory

43
Q

NPI

A

Narcissistic Personality Inventory, overt narcisme en een narcistische ps

44
Q

Semi gestructureerde interviews waarmee je PS kunt beoordelen

A
  • International Personality Disorder Examination
  • Structured Clinical Interview for DSM-4 AXIS 2 Disorders

Nadeel is dat het heel veel tijd kost

45
Q

Observatieschalen voor persoonlijkheidsstoornissen

A
  • Chart of Interpersonal Reactions in Closed Living Encironments
  • Projectieve tests
  • Risicotaxatieinstrumenten
46
Q

Welke componenten heeft het risicomanagement

A
  • Psychofarmacologische, psychotherapeutische en psychosociale behandelingen voor de risicofactoren van seksueel geweld, zoals bij narcisme
  • Supervisie
  • Toezicht en monitoring
  • Planning van de veiligheid van het slachtoffer