Les 11 (samenvatting) Flashcards

1
Q

3 subtypes van ASPS

A
  • angstig emotioneel ondergecontroleerd/ reactief subtype
  • Niet angstige, niet psychopathische subtype
  • Niet angstige, psychopathische suptype
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Psychopathische paradox

A

bij een en dezelfde persoon is er een gebrek aan emotionele responsiviteit (= koel en ongevoelig) in combinatie met emotionele discontrole en reactief geweld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

quadripartive voilance typology

A

secundaire psychopaten
maken gebruik van zowel offensief/ appetitief als defensief geweld, afhankelijk van de interne staat (bijv. hoge vs. lage angst) en context (bijv. bedreigend of opwindend).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Stimulus-versterkende associatie & amygdala disfuncties

A

De deficits in angst en empathie (= gebrekkige emotionele responsiviteit) zorgen voor een slechte socialisatie die het lastig maakt om jezelf aan te passen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Deficits stimulus-versterkende associatie & prefrontale cortex

A

houdt verband met risico op frustratie en emotionele discontrole.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gebrekkige herkenning van gezichtsexpressies

A

psychopaten kunnen
angst en verdriet lastig herkennen, maar hier is tegenstrijdig bewijs tegen door middel van het meenemen van comorbiditeit. Bij alcoholverslaving is er vaak ook een gebrekkige herkenning van gezichtsexpressies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ontwikkelingsrisicofactoren voor ASPS

A

 Vroegtijdige impulsiviteit.
 Laag IQ.
 Slecht ouderlijk toezicht.
 Harde & inconsistente discipline.
 Mishandeling door ouders.
 Ouderlijk conflict.
 Alleenstaande moeder.
 Verstoorde gezinnen.
 Antisociale ouders.
 Grote gezinnen
 Lage SES.
 Geringe inzet voor school.
 Slecht onderwijsniveau.
 Delinquente leeftijdsgenoten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Farrington

A

Integrated Cognitive Antisocial Potential (ICAP) theory

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Integrated Cognitive Antisocial Potential (ICAP) theory

A

Het antisociaal potentieel van een individu is een interactie van trekken (bv. impulsiviteit), sociale factoren (bv.
gezinsmanagement, peer associaties) en mogelijkheden voor prosociale en antisociale activiteiten (bv. werk, buurt), via mechanismen zoals hechting, zelfregulatie, cognitieve ontwikkeling en het verwerven van vaardigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke comobiditeit bij PSn komt vaak voor?

A

 ASPS + psychopathie + stemmingsstoornissen.
 ASPS + angststoornissen.
 PSn (psychopathie!, Cluster B) + stoornissen in het
middelengebruik.
 Cluster A (vs. Cluster C) + alcoholafhankelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Livesley

A

Heeft in 2007 een poging gedaan om het PS construct te ontrafelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Traditionele interventies ASPS +psychopathie

A

vergroten zelfbeheersing en emotieregulatie, leren
probleemoplossende vaardigheden aan, verbeteren perspectief innemen en cognitieve empathie, uitdagen van antisociale denkstijlen en waarden. Traditionele interventies hebben meer effect, als er ook aandacht is voor de beheersing van alcohol- en drugsgebruik, en verbetering van sociale inclusie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly