Lecture 6: Soc. cog meten in NPO: waarom? - Westerhof Flashcards

1
Q

Wat is de huidige staat van neuropsychologisch onderzoek naar sociale cognitie?

A

Het wordt vaak verwaarloosd terwijl hersenaandoeningen vaak leiden tot veranderingen in sociaal gedraag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat voor tests worden nauwelijks toegepast terwijl dit wel belangrijk wordt gevonden door clinici? Waarom gebeurt dit?

A

Tests voor sociale cognitie:
-> Emotieherkenning, mentaliseren, alexithymie

Nauwelijks gedaan omdat sociale cognitie complex is en er minder wetenschappelijk onderzoek naar is gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn 2 voorbeelden van het waarnemen van sociaal relevante info?

A

Emotionele gezichtsuitdrukkingen + lichaamstaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn 2 voorbeelden van het begrijpen van gedachten en gevoelens van anderen?

A

Perspectiefname + empathie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Sociale cognitie is een afzonderlijk cognitief domein, maar met welke 3 cognitieve functies hangt het vaak samen?

A

Geheugen, aandacht, EF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke 2 externe factoren spelen een rol in hoe stoornissen in sociale cognitie zich uiten?

A

Omgevingsfactoren + sociale normen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn 4 factoren die direct bijdragen aan zelfinzicht volgens het biopsychosociale model van McDonald?

A
  1. ToM
  2. Emotieherkenning
  3. Affectieve empathie
  4. Begrip voor sociale regels, attributie bias, moreel redeneren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn volgens McDonald’s biopsychosociale model 4 biologische & neuropsychologische factoren die bijdragen aan ToM en uiteindelijk zelfinzicht?

A
  1. Cognitie
  2. Taal
  3. Visus
  4. Motorische vaardigheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn volgens McDonald’s biopsychosociale model 4 psychologische & omgevingsfactoren die bijdragen aan ToM en uiteindelijk zelfinzicht?

A
  1. Persoonlijkheid/temperament
  2. Eerdere ervaringen
  3. Socioculturele context
  4. Stemming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom zou je sociale cognitie vaker willen meenemen in je neuropsychologisch onderzoek? (4)

A
  1. Uitgebreide netwerken in de hersenen zijn betrokken
  2. Komt voor bij verschillende hersenaandoeningen
  3. Mogelijke problemen kunnen leervermogen tijdens revalidatie beinvloeden
  4. Problemen kunnen sociale participatie na hersenletsel belemmeren

-> Daarom wordt gepleit om sociale cognitie als kerndomein op te nemen in NPO

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 3 onderdelen moet onderzoek naar sociale cognitie bevatten?

A

Integratie van:
1. Observaties
2. Gespreksgegevens met cliënt en naaste
3. Psychometrisch onderzoek (tests, vragenlijsten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn 6 red flags voor sociale cognitieproblemen?

A
  1. Relatieproblemen/verlies van contacten
  2. Gebrek aan inzicht in gedragsveranderingen
  3. Ontremd/impulsief gedrag
  4. Gebrek aan empathie
  5. Stemmingswisselingen
  6. Ongepast sociaal gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom is het belangrijk om met naasten te spreken in dit type NPO?

A

Vaak heeft de patient zelf geen inzicht in het veranderde gedrag. Naasten kunnen hier een veel beter inzicht in geven!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn 2 goed genormeerde tests voor emotieherkenning?

A
  1. FEEST: Eckman 60 faces test
  2. Emotion recognition task (ERT)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom is het goed om meerdere testen gebruiken voor het onderzoeken van sociale cognitie?

A

Je krijgt een completer inzicht
-> Want soms kunnen scores beinvloed worden door andere cognitieve stoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke sociaal cognitieve functies zijn lastig om af te leiden uit huidige NPO tests? Waarom?

A

Hogere orde sociaal cognitieve functies, zoals ToM

-> Testen zijn niet goed genormeerd of niet ecologisch valide

17
Q

Wat is decorumafname?

A

Geen aandacht voor persoonlijke verzorging

18
Q

Welke 2 kanttekeningen zijn er voor interpretatie van neuropsychologische testen?

A
  1. Tests kunnen lager uitvallen door stoornissen in andere cognitieve domeinen
  2. Scores op tests geven niet altijd 1 op 1 weergave van dagelijks functioneren
19
Q

Wat is de T-ScEmo?

A

Evidence based protocol voor het behandelen van stoornissen in sociale cognitie en emotieregulatie

20
Q

Welke 3 aspecten verbetert T-ScEmo behandeling?

A
  • Verbeteringen in ToM, emotieherkenning, empathie, sociale participatie
  • Betere kwaliteit van partnerrelatie
  • Betere kwaliteit van leven
21
Q

Wat zijn de 4 stappen in de T-ScEmo behandeling voor sociale cognitie en emotieregulatiestoornissen?

A
  1. Psycho-educaties patient + naasten

Dan 3 behandelmodules:
2. Emotieherkenning
3. Perspectiefname + empathie
4. Sociaal gedrag (luisteren, beurtwisseling, vermijden van ongepast gedrag)

(let wel: deelname van naaste is essentieel)

22
Q

Wat is voor nu het grootste probleem met sociale cognitie tests?

A

Er zijn tests en vragenlijsten, maar veel zijn niet goed genormeerd of niet ecologisch valide

23
Q

Wat kan nu al in de klinische praktijk gedaan worden?

A

Veranderingen in sociale cognitie na hersenaandoeningen tijdig signaleren en bespreken
-> Meet dit met neuropsychologisch onderzoek!