Inleiding in de celbiologie Flashcards
1
Q
Wat is een cel?
A
De kleinste structurele eenheid van de levende wezens.
2
Q
Eukaryoot
A
- DNA ligt opgeborgen in celkern.
- VB; gisten, alle dierlijke en plantaardige cellen.
- Celkern, mitochondriën, chloroplasten(planten), golgi-apparaat, endoplasmatisch reticulum, lysosomen(dieren), en vacuole (planten).
3
Q
Prokaryoot
A
- Cel zonder celkern.
- DNA los in cytoplasma.
- Bacteriën en blauwwieren.
- Kleine cellen(+/- 1um groot)
- Cytoplasma, stevige/elastische celwand.
4
Q
Werking penicilline
A
Doden bacteriën door opbouw van de celwand te verstoren.
5
Q
Dierlijke cellen
A
Niet omgeven door een celwand, cellen liggen in groepen bijeen en zijn omsloten en verstevigd door extracellulaire afzettingsproducten (netwerk van eiwitten en polysachariden)