Hoofdstuk 7 Deel 5 (p126) Flashcards

1
Q

Wat zijn sarcomeren?

A

Compartimenten waarin een spiercel is ondervrdeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe zien dwarsgestreepte spiercellen eruit?

A

Ook wel spiervezels
Lange, meerkernige cellen. (tot 12 cm)
Dikte van 0,01-0,12 mm
Celmembraan vertoont instulpingen T-tubuli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zien we als we myofibrillen bekijken met gepolariseerd licht?

A

Afwisselend een donkere en een lichte band

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe worden de lichte banden op myofibrillen genoemd?

A

I-band. Lopen over 2 sarcomeren met in het midden een donkere lijn. De donkere lijn is de Z-schijf of Z-lijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe worden de donkere banden op op het midden van een sarcomeer genoemd?

A

De A-band. Midden op de A-band loopt een lichtere zone = H-band. (P127)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Betekenis contractie?

A

Samentrekken van orgaan of spieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waardoor worden skeletspieren geprikkeld?

A

Animale / willekeurige zenuwstelsel. Staan onder invloed van wil, worden bewust gestuurd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe is de skeletspier verbonden met de ruggengraat en de hersenen?

A

Via zenuwen. 1 zenuwvezel is verbonden met enkele tot zeer veel spiervezels. geheel noemt men een motorische eenheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kenmerken contractie van gladde spiercellen (3)

A
  • Trekken traag samen en zijn vrijwel onvermoeibaar
  • Wordt onwillekeurig bestuurd Wordt aangestuurd door het autonome zenuwstelsel
  • De prikkel tot contractie gaat veelal uit van het spierweefsel zelf.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kenmerken contractie van hartspierweefsel (3)

A
  • Continu actief en vereist dus veel energie
  • Snel en ritmisch contractiel
  • Prikkel tot contractie wordt gegenereerd in een eigen pacemaker.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Uit welke 2 grote groepen is zenuwweefsel opgebouwd?

A
  • De prikkelgeleidende neuronen

- De niet prikkelgeleidende, ondersteunende neuroglia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ander woord voor cellichaam?

A

Perikaryon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waaruit is een neuron opgebouwd?

A

Een cellichaam met 1 of meerdere, dunne, lange en sterk vertakte cytoplasmauitlopers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar dienen de dendrieten voor?

A

Vangen elektrische pulsen van andere zenuwcellen op en geleiden die naar het cellichaam. Cellichaam beslist of prikkel via het axon wordt doorgegeven aan andere cellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke 3 soorten neuronen zijn er?

A
  • Unipolaire neuronen
  • bipolaire neuronen
  • Multipolaire neuronen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe zien unipolaire neuronen eruit?

A

Hebben een cellichaam en 1 uitloper

Komen enkel voor tijdens het foetaal leven

17
Q

Hoe zien bipolaire neuronen eruit?

A

Cellichaam heeft 2 uitlopers:
- 1 die impulsen aanvoert
- 1 die impulsen afvoert.
Vinden we terug in het oog

18
Q

Hoe zien multipolaire neuronen eruit?

A

Op cellichaam bevinden zich boomvormige vertakte dendrieten en 1 axon.

19
Q

Wat zijn de functies van neuronen? (4)

A

1 ) Opvangen van prikkels die afkomstig zijn uit een zintuigcel of zenuwcel
2 ) Integratie van verschillende invloeden van buitenaf
3 ) Conductie of voorgeleiding van een prikkel over een neuriet of over een axon
4 ) Transmissie of overdracht van de prikkel op een volgend neuron, een spiercel of een kliercel

20
Q

Wat zijn oligodendrocyten?

A

Kleine cellen die rondom een groot deel van de neuronen myeline gaan vormen. Zo ontstaat witte stof in het centrale zenuwstelsel

21
Q

Wat zijn ependymcellen?

A

Cellen die de binnenbekleding vormen van de hersenholten of ventrikels. Deel van deze ceellen vormt in de plexus chorideus het hersenvocht.

22
Q

Ander woord voor hersenvocht?

A

Liquor cerebrospinalis

23
Q

Wat zijn astrocyten?

A

Donkere, stervormige gliacellen. Lange uitlopers staan enerzijds in contact met bloedvaten en anderzijds met de neuronen. Spelen rol in transport van voedingsstoffen en afvalstoffen.

24
Q

Wat zijn de cellen van Schwann?

A

Vormen in het perifeer zenuwstelse de myelineschede van telkens 1 internodium van 1 neuriet per cel van Schwann.