Hoofdstuk 9 Flashcards
Wat is bloed?
Een vloeibare vorm van bindweefsel
Wat is de samenstelling van bloed?
55% Plasma
45% vaste bloed bestanddelen
Waaruit bestaat de 55% plasma?
- 92% water
- 7% plasmaeiwitten
- 1% andere opgeloste stoffen
Waaruit bestaat de 45% vaste bloed bestanddelen?
99,9% rode bloedcellen
0,01% Bloedplaatjes/ witte bloedcellen
Wat is de hematocriet?
Volumepercentage bloedcellen ten opzichte van het plasmavolume.
Wat is de verhouding witte bloedcellen/ rode bloedcellen?
1/1000
Wat zijn de vaste bestanddelen in bloed? (3)
Eythrocyten
leukocyten
thrombocyten
Waar rijpen alle bloedcellen (behalve T-lymfocyten) uit?
In het beenmerg
Ander woord voor rode bloedcellen?
Erytrocyten
Hoe zien erytrocyten eruit?
Biconcave schijfjes met een dun centraal gebied en een dikkere rand.
Wat voor voordeel heeft de vorm van erytrocyten?
- Cel krijgt grotere oppervlakte celmembraan in vergelijking met volume van de cel waardoor transportprocessen versneld kunnen verlopen
- Grote flexibiliteit, gemakkelijker verplaatsen
Waar staat de afkorting Hb voor?
Hemoglobine
Wat zijn hemoglobine?
Een eiwit dat zuurstof en in beperkte mate ook koolstofdioxide kan binden.
Wat geeft bloed een hel rode kleur?
Rode bloedcellen met hemoglobine waaraan zuurstof gebonden is.
Wat geeft bloed een donkerrode/ blauwachtige kleur?
Bloedcellen met hemoglobine waaraan geen zuurstof gebonden is.