Hoofdstuk 2 Flashcards
Wat is de basisopbouw van de levende cellen?
- Cytoplasma
- Waterige oplossing (bevatten biochemische verbindingen, enzymen en celstructuren.)
- Membraan
Wat is de functie van het membraan?
Het membraan omgeeft het cytoplasma en grenst de cel af van de buitenwereld.
Wat is de basisstructuur van het membraan?
Een dubbele fosfolipidenlaag
UITZONDERING: op vet- of oliedruppels kan een enkelvoudige fosfolipidenlaag voorkomen.
STELLING: Sommige organellen bezitten een dubbele membraan, en zijn dus omgeven door 2 fosfolipidendubbellagen. Dit betekend dus dat ze worden omgeven door 4 enkellagen van fosfolipiden. WAAR/NIET WAAR?
Waar
Waar bevinden de perifere proteïnen zich?
Zijn aan de buitenkant van het membraan gelokaliseerd.
Waar bevinden de integrale proteïnen zich?
De pretreine zitten dieper in de membraan en lopen er eventueel helemaal door.
Wat bevind er in het midden van het membraan?
Apolaire vetzuurstaarten
Wat is een ander lipide dat in het membraan voorkomt?
Cholesterol
Wat doet cholesterol?
Oefent een belangrijke invloed uit op de vloeibaarheid.
Waar zorgt de chemische barrière van membranen voor?
Dat grote, polaire stoffen niet rechtstreeks door het apolaire gedeelte van het membraan kunnen. Op deze manier wordt de inhoud van de cel afgescheiden van de buitenwereld.
Hoe wordt het buitenmembraan van een spiervezel genoemd?
Sarcolemma
Celmembraan is geen passieve afsluiting maar…
dient als actieve filter die selectief voedingsstoffen naar binnen transporteert en afvalstoffen naar buiten laat diffunderen.
Waardoor kan het concentratieverschil voor opgeloste stoffen binnen en buiten de cel in stand gehouden worden?
Door het apolaire karakter van de membraan.
Wat is glycocalyx?
Een laag koolhydraatketens voor dierlijke cellen.
Functie van receptoreiwitten?
Gevoelig voor extracellulaire stoffen die aan de eiwitten binden, waardoor de activiteiten van de cel worden gewijzigd.
Functie van Kanaaleiwitten?
Centrale porie of kanaal maakt mogelijk dat water en ionen het vetgedeelte van de membraan kunnen omzeilen.
Functie van dragereiwiten
Binden zich aan opgeloste stoffen en vervoeren deze door het plasmamembraan heen.