Hoorcollege 18: Kliniek Nieraandoeningen Flashcards

1
Q

Wat zijn synoniemen van urinesteenlijden?

A

Urolithiasis, ‘nierstenen’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe vaak komt urolithiasis voor?

A

3/1000

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Op welke plek kan de niersteen zitten en welke pijn geeft dit?

A

– nier -> zeurende rugpijn
– nierbekken of ureter -> koliekpijn flanken/liezen
– blaas -> vaak geen klachten, soms heel groot
– urethra -> niet vaak, bij mannen m.n.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe ontstaan urinestenen?

A

Kristalvorming en aangroei in de urine door supersaturatie? Meestal door calciumoxalaat, of anders calciumfosfaat, urinezuur of struviet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke factoren hebben een invloed op de nierstenen?

A

• Klimaat: warm, droog of werken bij hoge temperaturen
• Weinig lichaams beweging
• Bepaalde voeding (oxalaat-rijk bijv.)
• Onvoldoende kristallisatie remmers (bijv. citraat en carbonaat) in urine
• Urineweginfectie met steenvormende bacterie (ureumsplitser
zoals Proteus)
• Afwijkingen in vorm nier of afvloedbelemmering ureter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het klinische beeld van urinestenen?

A

• Koliekpijn: hevige krampende pijn, meestal van flank naar lies uitstralend, met
bewegingsdrang, ev, misselijkheid en braken, pijnvrije intervallen
• (Microscopisch) bloed bij urine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn complicaties van urinestenen?

A

• Urineweginfectie (UWI): vaak plassen en pijn bij plassen; bijzonder vorm:
nierbekkenontsteking: pijn in de zij, hoge koorts, braken, ziek
• NB kan ook gevolg van opstijgende UWI zijn zonder steen
• Bij afsluiten ureter: pijn in de flank door zwelling nierbekken (hydronefrose) en
afnemende functie van de betr. nier (-> kreatinine in bloed stijgt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt de diagnose van urinestenen a.d.v. aanvullend diagnosticeren gedaan?

A

Klinisch beeld van kenmerkende pijnaanvallen + bloed in urine

  • Urine (microscopisch): bloed (beschadiging urotheel en leukocyten (infectie)
  • Echo: nieren/urinewegen plus gewone Röntgenfoto (kalkhoudende stenen) indien steen binnen 5-7 dg niet spontaan wordt geloosd; echo toont ook eventuele verwijding van nierbekken aan
  • ev. CT-scan (sensitiever en specifieker, echter stralenbelasting!)
  • Bloed: na ca. een week: checken nierfunktie mbv kreatinine/GFR
    (glomerular filtration rate)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn conservatieve behandelingen voor urinestenen?

A

• Diclofenac injectie intramusculair daarna zetpillen zo nodig morfine-injectie
• Veel drinken? neen, geeft meer pijn door stuwing in urinewegen
• Beloop 5-7 dg afwachten en controleren urine
• Ev. verwijzen voor
– Extra-corporeal-shock-wave-lithotripsy =steen vergruizen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn operatieve behandelingen voor nierstenen?

A
  1. Ureterorenoscopie:
    de steen pakken via endoscopie via de plasbuis
  2. Percutane renolitotripsie: via de huid scoop in nierbekken/verzamelsysteem en met trillingen de steen vergruizen
  3. Zelden nodig: operatieve verwijdering via snede in de huid (grote stenen, stenen in de nier)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de secundaire preventie van urinestenen?

A

Voorkomen recidieven = ‘metafylaxe’:
– Normaal blijven drinken, NHG-standaard: voor veel drinken is onvoldoende bewijs, anderzijds kan het geen kwaad de aanbeveling van urologen op te volgen: Minstens 2 liter per dag drinken
– Voeding: NHG-standaard: geen bewijzen; Urologen: theoretisch voordelig:
* Beperken dierlijk eiwit (dierlijk eiwit: ->zure urine->meer Ca en minder citraat in urine)
* Minder NaCl (NaCl -> meer supersaturatie, hogere Ca uitscheiding, remt beschermende factoren)
– Voldoende maar niet teveel Ca (Ca bindt oxalaat in darm -> lage calciuminname geeft hoge oxalaatresorptie en –uitscheiding-> meer urinestenen)
– Steenanalyse: bij bepaalde stenen: theoretisch implicaties; in de praktijk zelden nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een niercelcarcinoom?

A

• Kwaadaardig gezwel uitgaande van cellen van de proximale niertubulus
• Synoniemen: nierkanker, heldercellig niercarcinoom, ziekte van Grawitz, grawitz-tumor, hypernefroom
• Zaait uit naar vooral longen en lymfeklieren
• Bij diagnose: 25-30% al uitgezaaid
• Prognose bij beperking tot nier: 5-jrs overleving 60-85%,
bij metastasen op afstand: 5% (tot voor kort)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de klachten van een niercelcarcinoom?

A
  • Flankpijn
  • Bloed bij de urine
  • Zwelling in de flank
  • Hoge bloeddruk
  • Gewichtsverlies
  • Moeheid
  • Koorts, nachtzweten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe wordt een niercelcarcinoom vaak gevonden?

A

Toevalsbevinding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bij een niercelcarcinoom worden diverse hormonen, waaronder parathormoon aangemaakt. Waar kan dit toe leiden?

A

Hypercalciemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de oorzaak van niercelcarcinoom?

A

Oorzaak onbekend, (enigszins) bijdragende factoren:
• Roken
• Overgewicht
• Gebruik van antihypertensiva (misschien)
• Eiwitrijke voeding
• Zeldzame erfelijke ziekte: Von Hippel Lindau: 28-42%
niertumoren -> jaarlijkse echo of MRI
• Diagnose: vooral bij 50-60 jaar, 2000/jr in Nederland

17
Q

Hoe wordt de diagnose gesteld van niercelcarcinoom?

A
  • (Microscopische) hematurie
  • Bloed: verhoogde bezinking, verlaagd Hb (onvold EPO)
  • CT-scan buik
18
Q

Wat is de behandeling van niercelcarcinoom?

A

• Radicale nefrectomie:
als er geen metastasen zijn: laparoscopisch
(mits tumor niet te groot)
• Immunotherapie
• Chemotherapie: moderne middelen
• Immunotherapie o.a. met monoclonale antistoffen is in ontwikkeling

19
Q

Hoe is het verschil te zien tussen een niercelcarcinoom en een coloncarcinoom?

A

Nier produceert te weinig EpO, bij coloncarcinoom is er te veel bloedverlies.