Hoofdstuk 9: Algemeen Flashcards
Noem 4 vetoplosbare vitamines
- A
- D
- E
- K
Leg uit via welke mechanismen het lichaam veranderingen in het gewicht
(aankomen en afvallen) tegengaat
De setpoint theorie in relatie tot lichaamsgewicht stelt dat het lichaam de neiging heeft
een bepaald gewicht te handhaven door middel van interne processen. Door het
aanpassen van het metabolisme.
Beschrijf de ontwikkeling van vetcellen en geef daarbij aan welke relatie deze
ontwikkeling heeft met overgewicht
Tijdens de groei komen er meer vetcellen bij. Wanneer energie innamen hoger is dan
energiegebruik worden de vetcellen groter. Als de vetcellen zijn vergroot en de
energie innamen blijft groter dan het energiegebruik zal het aantal vetcellen weer
groter worden. Bij vetverlies worden de vetcellen kleiner, maar het aantal blijft gelijk.
Beschrijf de rol van lipoproteïne lipase bij overgewicht
Een rol van het enzyme lipoproteïne lipase (LPL) is om triglycerides uit het bloed te
halen en in het vetweefsel te stoppen. Obese mensen hebben vaak een hoge LPL
activiteit in hun vetweefsel. Dit maakt het opslaan van vet heel efficiënt.
Leg uit hoe overgewicht ontstaat
Wanneer energie in groter is dan energie uit, wordt veel van deze energie opgeslagen
in de cellen van het vetweefsel (adipose cellen). De vetcellen ontwikkelen zich in
aantal en grootte.
Geef aan hoeveel mensen wereldwijd overgewicht hebben en hoe dit aantal zich
de afgelopen decennia heeft ontwikkeld
Wereldwijd zijn 1,4 miljard obese volwassenen, en 40 miljoen kinderen jonger dan 5
jaar. In de laatste 40 jaar is het aantal enorm toegenomen, maar lijkt zich nu te
stabiliseren.
Hoeveel vitamine A heb je per dag nodig?
700 - 900 mcg retinol per dag.
Voor zwangeren geldt een dosis van 1000 mcg per dag.
1 mcg retinol =12 mcg beta-caroteen = 24 mg alfa-caroteen
Wat gebeurt er met een overschot aan vitamine A?
Het lichaam slaat een overschot gedeeltelijk op in vet. Een ander deel wordt
uitgescheiden via de urine of de gal.
Wat is beta-caroteen?
Is provitamine van vitamine A. Beta-caroteen wordt in het lichaam omgezet in
Vitamine A.
Wat is een andere naam voor vitamine A?
Retinol
Waar zit vitamine A in?
Vitamine A zit in dierlijke producten.
Vitamine A wordt toegevoegd aan margarine, halvarine, bak- en braadproducten.
Provitamine A beta-caroteen zit in groente / fruit. Dit zet het lichaam om in vitamine A.
Je neemt wel meer vitamine A op uit dierlijke producten dan uit groente / fruit.
Waar is vitamine A goed voor?
- Huid (beschermt tegen zonlicht)
- Ogen (nachtblindheid)
Het wordt ook wel de anti-infectie vitamine genoemd.
Kan je teveel vitamine A binnenkrijgen?
Ja. Door een overschot van vitamine A uit dierlijke producten kan je vergiftiging
krijgen (hoofdpijn, misselijkheid, duizeligheid, vermoeidheid en afwijkingen aan ogen,
huid en skelet).
Teveel vitamine A is ook niet goed voor het ongeboren kind.
Eet niet teveel lever.
Welke klachten krijg je bij een tekort aan vitamine A?
- Huidproblemen.
- Dof haar, broze nagels.
- Nachtblindheid (tot blindheid)
- Infectieziektes (mazelen en diarree)
Dit komt in westerse landen bijna niet voor. Wel in ontwikkelingslanden
Leg uit welke rol de genetica speelt bij het ontstaan van overgewicht
Genetica speelt maar in een zeer klein aantal gevallen van obesitas een rol. Vele
genetische factoren komen samen bij de ontwikkeling van obesitas; het is daarom
een klassiek voorbeeld van epigenetische regulatie.
Leg uit wat de stoffen leptine en ghreline zijn, waar ze worden gevormd en
welke rol ze spelen bij gewichtshandhaving en het ontstaan van overgewicht
Leptine is een eiwit dat wordt gesynthetiseerd in de vetcellen door het ob-gen. Het
vermindert de eetlust en verhoogt energiegebruik.
Ghreline is een eiwit dat wordt gesynthetiseerd in de maagcellen. Het bevordert de
eetlust en verlaagt energiegebruik.
Benoem oorzakelijke omgevingsfactoren voor obesitas
De obesinogene omgeving betekent alle factoren om een persoon heen die
gewichtstoename promoten, zoals verhoogde voedselinname, vooral ongezond
keuzes, en verminderde fysieke activiteit.