Hoofdstuk 2: Dieet keuze Flashcards

1
Q

Noem 2 voedingsstoffen die in het lichaam kunnen worden opgeslagen en waarje enige tijd zonder kan.

A
  1. Koolhydraten
  2. Vetten
    Deze kunnen in het lichaam in elkaar worden omgezet.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een voedingsmiddel?

A

Een product dat je kan kopen in de winkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een voedingsstof?

A

Een bruikbaar bestanddeel van een voedingsmiddel. Een stof waar ons lichaam ietsaan heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn koolhydraten?

A

Aan elkaar gekoppelde suikers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waaruit bestaan vetten?

A

Glycerol en vetzuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe reguleert het lichaam dat er voldoende energie is wanneer het nodig is?

A

Wanneer we eten en we op dat moment niet (veel) energie nodig hebben, slaat het lichaam de energie op in de vorm van (vet)reserves. Indien we op een ander momentmeer energie nodig hebben dan dat er direct beschikbaar is, kan het lichaam dezereserves weer aanspreken en omzetten in energie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn eiwitten?

A

Aan elkaar gekoppelde aminozuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Niet iedereen heeft dezelfde energiebehoefte. Noem de 4 afhankelijkheden

A
  1. Geslacht
  2. Leeftijd
  3. Activiteit
  4. Lichaamsbouw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een calorie?

A

De energie die nodig is om 1 liter water 1 graad Celsius de laten stijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de 6 basisprincipes voor een gebalanceerd dieet?

A
  1. In voldoende mate innemen van essentiële voedingsstoffen , vezels enenergie om gezond te blijven.
  2. Neem verschillende soorten voedsel in verhouding tot elkaar en inverhouding met je lichaamsbehoefte.
  3. Hou je calorieën bij.
  4. Hoe meer voedingsstoffen en hoe minder calorieën, hoe groter de voedingsdichtheid.
  5. Neem voldoende maar niet teveel.
  6. Eet gevarieerd uit de schijf van vijf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is voedingsdichtheid?

A

Als een voedingsmiddel veel voedingsstoffen bevat en weinig calorieën is de voedingsdichtheid groot.
Een maatstaf om de hoeveelheid van een voedingsstof af te zetten tegen het aantal kCal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn lege calorieën?

A

Toegevoegde suikers en vetten. Voedingsmiddelen die wel energierijk (veel calorieën)zijn maar geen grote hoeveelheden vitamines en mineralen leveren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn niet-basisvoedingsmiddelen?

A
  1. Voedingsmiddelen met een hoge energiedichtheid bij een lagenutriëntendichtheid.
  2. Voedingsmiddelen die geen noemenswaardig aandeel leveren aan devoorziening van 5% of meer van de nutriënten (snacks, soepen, sauzen,broodbeleg, suiker, zoetjes, frisdranken).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Zet de 6 voedingsstoffen om in de schijf van 5

A
  1. Koolhydraten = Brood, pasta, aardappelen
  2. Eiwitten = Vlees, vis en zuivel
  3. Vetten = Boter, jus en vet
  4. Vitaminen en mineralen = Groente en fruit
  5. Water
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Is het nutriëntgehalte van verrijkt witbrood gelijk aan dat van volkorenbrood?

A

Nee, aan verrijkt witbrood zijn vooral extra vezels toegevoegd. Dit is echter een andersoort vezels dan de vezels die (van nature) in volkorenbrood aanwezig zijn en dezehebben een ander effect in het lichaam. Daarnaast bevat volkorenbrood ook anderenuttige nutriënten zoals ijzer, foliumzuur en B-vitamines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de acht kwalitatieve richtlijnen voor goede voeding volgens de RGV?

A
  1. Zorg voor gevarieerde voeding.
  2. Zorg dagelijks voor voldoende lichaamsbeweging.
  3. Gebruik dagelijks ruim groente, fruit en volkoren graanproducten .
  4. Eet regelmatig (vette) vis.
  5. Gebruik zo weinig mogelijk producten met een hoog gehalte aan verzadigdevetzuren en enkelvoudig transonverzadigde vetzuren.
  6. Beperk frequent gebruik van voedingsmiddelen en dranken met gemakkelijk vergistbare suikers en dranken met een hoog gehalte aan voedingszuren.
  7. Beperk de inname van keukenzout .
  8. Bij algeholgebruik : wees matig.
17
Q

Wat zijn de acht kwantitatieve streefwaarden voor goede voeding volgens deRGV?

A
  1. Op ten minste 5, maar bij voorkeur op alle, dagen van de week minstens eenhalf uur matig inspannende lichamelijke activiteit in de vorm van bijv. steviglopen, fietsen of tuinieren.
  2. Gebruik dagelijks 150 - 200 gram groente en 200 gram fruit.
  3. Gebruik een voeding met dagelijks 30 - 40 gram vezel, met name afkomstig vangroente, fruit en volkoren graanproducten.
  4. Gebruik per week twee porties vis (100 - 150 gram) waarvan ten minste 1 portievette vis.
  5. Beperk het gebruik van verzadigde vetzuren tot minder dan 10 energiepunt envan enkelvoudig transonverzadigde vertzuren tot minder dan 1 energiepunt.
  6. Beperk het gebruik van voedingsmiddelen en dranken met gemakkelijkvergistbare suikers en dranken met een hoog gehalte aan voedingszuren tot 7eet/drinkmomenten per dag.
  7. Beperkt de inname van keukenzout tot maximaal 6 gram per dag.
  8. Indien met alcoholische drank gebruikt, beperk dit dan tot 2 standaardglazen(mannen) of 1 standaardglas (vrouwen) per dag.
18
Q

Hoeveel calorieën heeft een volwassen man met een weinig actieve leefstijl perdag nodig?

A

2.500 calorieen

19
Q

Hoeveel calorieën heeft een volwassen vrouw met een weinig actieve leefstijlper dag nodig?

A

2.000 calorieen

20
Q

Hoeveel calorieën heeft een volwassen man met een actievere leefstijl per dagnodig?

A

2.900 calorieen

21
Q

Hoeveel calorieën heeft een volwassen vrouw met een actievere leefstijl per dagnodig?

A

2.300 calorieen

22
Q

Wat zijn de nieuwe richtlijnen (november 2015)?

A
  1. Eet volgens een meer plantaardig en minder dierlijk voedingspatroon conformde onderstaande richtlijnen
  2. Eet dagelijks ten minste 200 gram groente en ten minste 200 gram fruit
  3. Eet dagelijks ten minste 90 gram bruin brood, volkorenbrood of anderevolkorenproducten
  4. Eet wekelijks peulvruchten
  5. Eet ten minste 15 gram ongezouten noten per dag
  6. Neem enkele porties zuivel per dag, waaronder melk of yoghurt
  7. Eet een keer per week vis, bij voorkeur vette vis
  8. Drink dagelijks drie koppen thee
  9. Vervang geraffineerde graanproducten door volkorenproducten
  10. Vervang boter, harde margarine en bak- en braadvetten door zachte margarine,vloeibaar bak- en braadvet en plantaardige oliën
  11. Vervang ongefilterde door gefilterde koffie
  12. Beperk de consumptie van rood vlees en met name bewerkt vlees
  13. Drink zo min mogelijk suikerhoudende dranken
  14. Drink geen alcohol of in ieder geval niet meer dan één glas per dag
  15. Beperk de inname van keukenzout tot maximaal 6 gram per dag
  16. Het gebruik van voedingsstofsupplementen is niet nodig, behalve voor mensendie tot een specifieke groep behoren waarvoor een suppletieadvies geldt.
23
Q

Hoeveel gram kaas hebben volwassen mannen en vrouwen per dag nodig?

A
  1. Mannen: 32 gram
  2. Vrouwen: 26 gram
24
Q

Hoeveel gram vlees en vleeswaren hebben volwassen mannen en vrouwen perdag nodig?

A
  1. Mannen: 107 gram
  2. Vrouwen: 91 gram
25
Q

Hoeveel gram vis hebben volwassen mannen en vrouwen per dag nodig?

A

Voor beide geldt 30 gram.

26
Q

Hoeveel gram eieren hebben volwassen mannen en vrouwen per dag nodig?

A
  1. Mannen: 15 gram
  2. Vrouwen: 14 gram
27
Q

Hoeveel gram smeervetten hebben volwassen mannen en vrouwen per dagnodig?

A
  1. Mannen: 35 gram
  2. Vrouwen: 30 gram
28
Q

Hoeveel gram bereidingsvet en olie hebben volwassen mannen en vrouwen per dag nodig?

A

Voor beide geldt 10 gram bereidingsvet en 5 gram olie.

29
Q

Hoeveel gram aardappelen, rijst en/of pasta hebben volwassen mannen envrouwen per dag nodig?

A
  1. Mannen: 250 gram
  2. Vrouwen: 200 gram
30
Q

Hoeveel gram brood hebben volwassen mannen en vrouwen per dag nodig?

A
31
Q

Hoeveel gram groente en fruit hebben volwassen mannen en vrouwen per dagnodig?

A

Voor beide geldt 200 gram groente en 200 gram fruit

32
Q

Hoeveel ml melkproducten hebben volwassen mannen en vrouwen per dagnodig?

A

Voor beide geldt 450 ml.