Hoofdstuk 18: Voeding en infectieziektes Flashcards

1
Q

Waar moet je op adviseren als een moslima met licht overgewicht en licht
verhoogde suiker ook meedoet aan de Ramadan?

A
  1. Vitamine D status: Een moslima draagt een hoofddoek, dus komt alleen bedekt
    buiten.
  2. Inname van vet- en suikerrijke producten: de traditionele Turkse keuken bevat
    relatief veel vet- en suikerrijke producten. Bijvoorbeeld rijkelijk met olijfolie
    bereide producten, vleesgerechten in saus, zoete hapjes zoals baklava, extra
    (wit) brood bij de maaltijd
  3. Totale hoeveelheid eten: gastvrijheid staat hoog aangeschreven in deze cultuur
    en er is altijd eten beschikbaar voor gasten.
  4. De ramadan: een periode van vasten en dus onregelmatig eten is niet gunstig
    voor de stofwisseling in het algemeen en de stofwisseling van koolhydraten in
    het bijzonder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Benoem factoren die beschermen tegen de verspreiding van infectieziektes

A

Maatregelen voor de volksgezondheid zoals waterzuivering en veilige
voedselvoorziening helpen verspreiding van infectieziekten te voorkomen in de
ontwikkelde landen, en inentingen en antibiotica beschermen individuen. Voeding kan
infectieziekten niet voorkomen of genezen, maar voldoende inname van alle
nutriënten ondersteunt het immuunsysteem wanneer het lichaam zich verdedigd
tegen ziekte-veroorzakers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef een beschrijving van het immuunsysteem en de cellen die er deel van
uitmaken

A

Het immuunsysteem is het lichaam’s natuurlijke verdediging tegen lichaamsvreemde
stoffen die zijn binnengedrongen door de huid of slijmvlies.
De eerste bescherming tegen antigens zijn de huid, slijmvlies en maag-darmkanaal.
Als deze verdediging faalt, komen de organen (de milt, lymfeklieren en thymus) en de
immuunresponse cellen in actie. Twee typen witte bloedcellen, de fagocyten
en lymfocyten verdedigen het lichaam tegen infectieziekten.
Fagocyten zijn neutrofielen en macrofagen. Lymfocyten zijn B-cellen en T-cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Benoem voedingsstoffen waarvan bekend is dat ze de immuniteit verhogen

A

Eiwit onderhoud gezonde huid en weefsel (barrière tegen infecties); werkt mee in de
synthese en werking van organen en cellen van het immuunsysteem en de productie
van antilichamen.
Omega-3 vetzuren helpen ontstekingen te stoppen.
Vitamine A onderhoud gezonde huid en weefsel; doet mee in replicatie van cellen en
specialisatie dat immuun-cel en antilichaam productie stimuleert.
Vitamine D reguleert T-cellen reacties; doet mee in de productie van antilichamen.
Vitaminen C en E beschermen tegen oxidatieve schade.
Vitamine B6 helpt in het onderhouden van een effectieve immuun response; doet mee
in de productie van antilichamen.
Vitamine B12 en foliumzuur assisteren in de replicatie van cellen en specialisatie dat
immuun-cel en antilichaam productie stimuleert.
Selenium beschermt tegen oxidatieve schade.
Zink helpt in het onderhouden van een effectieve immuun response; doet mee in de
productie van antilichamen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef een opsomming van de belangrijkste voedingsgerelateerde
doodsoorzaken in de VS en in Nederland

A

In de VS: Hart- en vaatziekten, kanker, beroerte, diabetes mellitus
In Nederland: Kanker, hart- en vaatziekten, beroerte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Licht de rol van voeding en leefstijl toe bij het ontstaan van chronische ziektes

A

Dieet heeft invloed op de ontwikkeling van verschillende chronische ziekten - net
name hart- en vaatziekten, sommige kankers, beroerte en diabetes. Veel van de
chronische ziekten zijn zelf risico factoren voor andere chronische ziekten. Het
metabool syndroom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Beschrijf hoe atherosclerose ontstaat

A

Atherosclerose is een vorm van aderziekte waarbij plaque ontstaat aan de binnenkant
van de aders. Het begint met de ophoping van zachte vetdeeltjes aan de binnenkant
van de ader. Het wordt langzaam groter en harder door het vullen met cholesterol,
andere vetten en calcium. Vervolgens worden ze ingekapseld met vezelachtig
weefsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bedenkt strategieën om het cholesterolgehalte in het bloed te verlagen

A

Verhoog fysieke activiteit, val af, veranderingen in het dieet (veel groete, fruit,
volkoren granen; magere melkproducten; gevogelte, vis en peulvruchten; niettropische plantaardige oliën; noten; weinig zoetigheid en rood vlees), stop met roken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef een beschrijving van diverse hart‐ en vaatziekten

A

Angina: druk op de borst door een zuurstof gebrek in het hart
Atherosclerose: aderziekte door plaque vorming
Coronary Heart Disease: vernauwing van de kransslagader
Hart aanval: weefseldood door blokkade in de aders rond het hart
Hypertensie: hoge bloeddruk
Beroerte: bloedstroom naar de hersenen stopt
Trombose: de formatie van een bloedprop die de ader kan verstoppen en
weefseldood veroorzaakt
TIA: tijdelijke vermindering van bloed naar de hersenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem risicofactoren voor het ontstaan van hart‐ en vaatziekten

A

Risicofactoren die niet te veranderen zijn: hogere leeftijd, mannelijk geslacht, veel
voorkomend in de familie
Risicofactoren waar wel iets aan te doen is: hoog LDL bloed cholesterol, laag HDL
bloed cholesterol, hoog bloed triglyceride (VLDL) niveau, hoge bloeddruk, diabetes,
obesitas (vooral buikvet), inactief zijn, roken, veel vet en weinig fruit, groeten en
volkoren granen eten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Beschrijf de rol van voeding bij de preventie en behandeling van hart‐ en
vaatziekten

A

De meeste wijzigbare risicofactoren voor hart- en vaatziekten zijn direct gerelateerd
aan dieet. Lage HDL, hoge bloed triglyceride, hoge bloeddruk, verhoogde bloed
glucose en buik obesitas vormen samen een cluster van gezondheidsrisico’s, bekend
al het metabool syndroom.
Overeten en inactiviteit spelen een grote rol in de ontwikkeling van metabool
syndroom. De behandeling om de risicofactoren voor hart- en vaatziekten en diabetes
te verminderen moet beginnen met een focus op verandering van de levensstijl.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bedenk strategieën om de bloeddruk te verlagen

A

De meest effectieve voedingsstrategie ter voorkoming van hypertensie is
gewichtscontrole. Ook bevorderlijk zijn diëten rijk in fruit, groente, noten en magere
melk producten, en laag in vet, verzadigd vet en natrium.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Maak een vergelijking van de voedingsstrategieën bij de preventie en
behandeling van type 1‐ en type 2‐diabetes

A

Type 1‐diabetes ontstaat als gevolg van functieverlies van de beta‐cellen in de
pancreas. Als gevolg hiervan heeft de patiënt insuline nodig. Verder moet de patiënt
de koolhydrateninname goed verdelen over de dag. De inname van vet (verzadigd
vet, cholesterol en transvet) mag niet te hoog zijn.Voeding en insuline moeten
afgestemd worden op type en duur van de lichamelijke activiteit.
Type 2‐diabetes ontstaat als gevolg van verschillende mechanismen:
insulineresistentie, verminderde insulinegevoeligheid, veranderde opname in de lever
en obesitas. Gewichtsverlies wordt gezien als de belangrijkste factor in de
behandeling. Een goede voeding (koolhydraten verdeeld over de dag, beperkte
inname van ongezonde vetten en voldoende eiwitten) is ook belangrijk. Lichamelijke
activiteit is belangrijk in verband met gewicht en bloeddruk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Maak onderscheid tussen kankerinitiators, promotors en anti‐promotors

A

Kankerinitiators zijn factoren die mutaties veroorzaken die kunnen uitgroeien tot
kanker, zoals straling en carcinogenen.
Promotors zijn factoren die de ontwikkeling van kanker stimuleren, als het al ontstaan
is.
Anti-promotors zijn factoren die werken tegen de ontwikkeling van kanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Beschrijf hoe voedingsstoffen of voedingsmiddelen een rol kunnen spelen bij
kankerinitiatie en promotie

A

Initiatie: Kanker in het hoofd en de nek hebben een sterke link met de combinatie van
alcohol en tabak, en het weinig nuttigen van fruit en groente. Vlees gebraden of
gegrild op hoge temperatuur kan carcinogenen vormen. Een dieet met veel rood en
bewerkt vlees kan darmkanker veroorzaken.
Promotie: het lijkt erop dat vet in het dieet kanker bevorderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geef voedingsaanbevelingen ter preventie van chronische ziektes.

A

Aanbevelingen moeten focussen op gewichtscontrole en het matigen van verzadigd
en transvet; verhoging van vezelrijk fruit, groente en volkoren granen, en een balans
vinden in voedselinname en fysieke inspanning.