Hoofdstuk 10: Vitaminen Flashcards
Hoeveel drinken heeft een volwassen persoon per dag nodig en wat heeft de
voorkeur?
Een volwassene heeft 1,5 tot 2 liter drinken per dag nodig.
Dit hoeft niet alleen maar water te zijn. Alle dranken tellen mee.
Water heeft de voorkeur omdat het geen calorieën bevat. Of drink koffie en thee
zonder suiker en melk.
Kies verder dranken zonder toegevoegde suikers of alcohol
Is het drinken van mineraalwater nodig om aan je dagelijkse hoeveelheid
mineralen te komen?
Nee. Eet je gevarieerd, dan krijg je voldoende mineralen binnen.
Hoeveel procent van je lichaamsgewicht bestaat uit water?
60%
Iemand van 70 kilo heeft ong. 40 liter lichaamsvocht:
1. 23 - 27 liter in de cellen
2. 8 liter in de ruimte tussen de cellen
3. 4 liter (ong. 8%) in de bloedsomloop
Wat doet water in je lichaam?
- Vervoert voedingsstoffen en afvalstoffen door het lichaam.
- Behoud de structuur van grote moleculen zoals eiwitten en glucogeen.
- Helpt bij de metabolisme.
- Oplosmiddel voor mineralen, vitaminen, aminozuren, glucose en andere kleine
moleculen zodat deze deel kunnen nemen aan de metabolisme. - Houd het lichaam op temperatuur en koelt het lichaam door te zweten.
- Houd het bloedvolume in stand.
Hoe verlaat vocht het lichaam?
Voornamelijk via de nieren (halve tot enkele liters per dag).
Per dag gaat 3/4 liter vocht verloren door verdamping via de huid of uitademing via de
longen. Bij hevig transpireren kan dit veel meer worden.
Normaal is er weinig vochtverlies via het spijsverteringskanaal. Langdurig braken of
diarree kan echter leiden tot vier liter vochtverlies of meer per dag.
Wat is de elektrolytenbalans?
In het lichaamsvocht zitten elektrolyten, minerale zouten. Het lichaam tracht de totale
hoeveelheid lichaamsvocht en de elektolytenconcentraties in het bloed constant te
houden.
Het lichaamsvocht is voortdurend in beweging:
1. in en uit de cel
2. in en uit de bloedbaan
3. in en uit het lichaam
4.
Het doel hiervan is de cellen te voeden en van zuurstof te voorzien en de afvalstoffen
te verwijderen. Deze waterverplaatsing is mogelijk door de aantrekkingskracht van de
elektrolyten. Het water beweegt zich in de richting waar zich de meeste elektrolyten
bevinden.
Een verstoring in de elektrolytenbalans gaat gepaard met een verstoring in de
vochtbalans.
Als de natriumspiegel te hoog wordt, krijg je dorst en scheiden de nieren minder urine
uit. Als je drinkt wordt het evenwicht weer hersteld.
Als de natriumspiegel te laag wordt, scheiden de nieren meer urine uit, waar de
hoeveelheid vocht daalt en het evenwicht weer wordt hersteld.
Noem 4 oorzaken van een verstoring in de elektrolytenbalans
- Onvoldoende vochtopname
- Abnormaal vocht- en elektrolytenverlies (braken, diarree, overmatig
transpireren, bloedingen, brandwonden) - Te hoge natriumopname (hoge bloeddruk en oedeem)
- Te hoge vochtopname (marathonlopers die extreem veel drinken)
Noem de 3 elektrolyten
- Natrium
- Kalium
- Chloor
Wat is het zuur-base-evenwicht?
Het evenwicht tussen de zuurheid en basiciteit in het lichaam. Dit gaat om de pHwaarde in het lichaam.
Er zijn een aantal manieren om de pH-waarde van het bloed in evenwicht te houden:
1. Het afgeven van kooldioxide via de longen = uitademen van het afvalproduct
van de zuurstofwisseling. Als de kooldioxide in het bloed stijgt, dus het bloed
wordt zuurder, neemt de pH van het bloed af. Door ritme en diepte van de
ademhaling aan te passen, kunnen de hersenen en de longen de pH van het
bloed van minuut tot minuut regelen.
2. De nieren kunnen de pH van het bloed beinvloeden door een overmaat aan
zuren en basen uit te scheiden. Dit gaat langzamer dan bij de longen (paar
dagen)
3. Buffersystemen die plotselinge wijzigingen van de zuurgraad voorkomen.
Beschrijf het verschil tussen energieleverende nutriënten en vitamines wat hun
structuur, functie en innamehoeveelheid betreft
Het verschil tussen energieleverende nutriënten en vitamines zijn:
de structuur - vitaminen zijn individuele units, en zitten niet aan elkaar in een keten
(zoals glucose moleculen en aminozuren).
de functie - de omzetting van vitaminen levert geen energie
innamehoeveelheid - de hoeveelheid vitaminen die via de voeding binnenkomt and
de hoeveelheid dit nodig is wordt gemeten in micro- of milligram, ipv gram.
Benoem het verschil tussen wateroplosbare en vetoplosbare vitaminen en geef
hierbij aan hoe deze eigenschap gerelateerd is aan verliezen tijdens bereiding
van voedsel, absorptie in de darm, transport door het lichaam en opslag in het
lichaam
De wateroplosbare vitaminen zijn te vinden in de waterige delen van voedsel; de
vetoplosbare vitaminen komen vaak samen voor in de vetten en oliën van voedsel.
Tijdens absorptie gaan de wateroplosbare vitaminen direct de bloedbaan in. Net als
vetten, moeten de vetoplosbare vitaminen eerst de lymfe door, en daarna de
bloedbaan. Eenmaal in het bloed, circuleren de meeste wateroplosbare vitaminen vrij
rond en hebben de vetoplosbare vitaminen eiwit transport nodig. Eenmaal bij de
cellen aangekomen, circuleren de wateroplosbare vitaminen rond in het waterige
gedeelte en worden de vetoplosbare vitaminen vastgehouden in het vetweefsel en de
lever tot ze nodig zijn.
Geef aan wat wordt verstaan onder non‐B‐vitaminen
Sommige stoffen worden foutief onder de vitaminen genoemd, maar deze zijn geen
essentiële nutriënten, zoals inositol en carnitine
Beschrijf van elk B‐vitamine de functies in het lichaam, noem voor elk B‐
vitamine de belangrijkste voedselbronnen en beschrijf voor elk B‐vitamine de
symptomen van een deficiëntie
Vitamine B1 (thiamine): speelt een rol in het vrijmaken van energie uit
koolhydraten.De belangrijkste bronnen van deze vitamine zijn brood en
graanproducten, aardappelen, groente, vlees en vleeswaren, melk en
melkproducten. Een tekort aan vitamine B1 kan leiden tot problemen gerelateerd aan
het zenuwstelsel zoals depressie, een verlaagde irritatiedrempel,
concentratieproblemen en geheugenverlies; spierzwakte, verminderde reflexen,
verminderde eetlust, gewichtsverlies en maagstoornissen. Beriberi is de klassieke
vorm van een vitamine B1-tekort. Een ernstig vitamine B1-tekort kan het gevolg zijn
van chronisch overmatig alcoholgebruik in combinatie met een voeding die weinig
vitamine B1 bevat. Het geheel van de psychische stoornissen die hierbij optreden
(geheugenverlies, dementie en delirium) wordt het Wernicke-Korsakoff-syndroom
genoemd.
Vitamine B2 (riboflavine) speelt een rol bij de instandhouding van het zenuwstelsel, de
spijsvertering en de energiehuishouding. Ook is het van belang voor een gezonde
huid en het gezichtsvermogen. Vitamine B2 draagt bij aan de bescherming van de
cellen in het lichaam tegen oxidatieve schade. Belangrijke bronnen van vitamine B2
zijn zuivel, vlees(waren), groenten, fruit en graanproducten. Bij een tekort aan
vitamine B2 kunnen er ontstekingen van de huid ontstaan, voornamelijk bij de
mondhoeken.
Beschrijf van elk B‐vitamine de functies in het lichaam, noem voor elk B‐
vitamine de belangrijkste voedselbronnen en beschrijf voor elk B‐vitamine de
symptomen van een deficiëntie
Vitamine B3 (niacine, nicotinezuur, nicotinamide) speelt een belangrijke rol bij de
energievoorziening van cellen en bij de werking van het zenuwstelsel. Ook is het van
belang voor een gezonde huid. Vitamine B3 komt voor in verschillende
voedingsmiddelen: vlees en vis, gevogelte, noten, zaden en graanproducten.
Daarnaast kan het lichaam vitamine B3 deels maken uit het aminozuur tryptofaan
(bouwsteen van eiwitten). Hierdoor dragen ook eiwitrijke producten zoals zuivel en
eieren bij aan de aanmaak van niacine (via de omzetting van tryptofaan). Een tekort
aan vitamine B3 komt niet vaak voor, omdat een eiwitrijke voeding al voldoende
vitamine B3 levert. Een tekort heeft effecten op het slijmvlies van de mond, tong en
darmen. Deze verschijnselen duidt men aan met de term ‘pellagra’, wat letterlijk ‘ruwe
huid’ betekent.
Vitamine B5 (pantotheenzuur) speelt een belangrijke rol bij de afbraak van eiwitten,
vetten en koolhydraten. Het draagt bij aan de voorziening van energie. Daarnaast is
het van belang bij de vorming van een aantal hormonen en zorgt het voor een goed
functionerend zenuwstelsel. Vitamine B5 komt in veel verschillende voedingsmiddelen
voor: vlees, vis, eieren, aardappelen, melk(producten), groente en fruit. Omdat
vitamine B5 in veel voedingsmiddelen voorkomt, treedt een tekort aan vitamine B5
alleen bij ernstige ondervoeding op: het ‘burning feet’ syndroom.
Vitamine B6 (pyridoxine) is belangrijk voor de weerstand en de spijsvertering.
Daarnaast speelt het een rol bij de vorming van rode bloedcellen. Het is van belang
voor de energievoorziening. Vitamine B6 zorgt verder voor een goede werking van het
zenuwstelsel. Goede bronnen van vitamine B6 zijn vlees, eieren, vis, graanproducten,
aardappelen en peulvruchten. Bij zuigelingen leidt een tekort aan vitamine B6 tot
verschijnselen als stuipen, overgeven en gewichtsverlies. Bij volwassenen zijn
verschillende symptomen waargenomen, zoals ontstekingen van de tong en de huid,
depressie, verwardheid, vermoeidheid en aandoeningen van het zenuwstelsel.
Beschrijf van elk B‐vitamine de functies in het lichaam, noem voor elk B‐
vitamine de belangrijkste voedselbronnen en beschrijf voor elk B‐vitamine de
symptomen van een deficiëntie
Vitamine B8 (biotine) speelt een belangrijke rol bij de opbouw en afbraak van
koolhydraten en eiwitten en de productie van vetzuren. Het draagt bij aan de
voorziening van energie. Daarnaast is vitamine B8 van belang voor een goed
functionerend zenuwstelsel, voor gezond haar en een gezonde huid. Vitamine B8
komt in veel verschillende voedingsmiddelen voor, waaronder eieren, melk,
sojaproducten, noten en pinda’s. Een tekort aan vitamine B8 is zeldzaam, omdat deze
vitamine in een groot aantal voedingsmiddelen voorkomt.
Foliumzuur (vitamine B11) is van belang voor een goed functionerend zenuwstelsel
en imuunsysteem. Foliumzuur speelt eveneens een belangrijke rol bij de vorming van
rode bloedcellen, het erfelijk materiaal (DNA) en gezonde groei tijdens de
zwangerschap. Ook is het erg belangrijk bij de deling van de cellen tijdens de groei:
foliumzuur verlaagt de kans op de geboorte van een kind met een open
ruggetje. Foliumzuur komt voor in groene groenten, fruit, volkoren producten en in
mindere mate in melk en melkproducten. Een tekort aan foliumzuur kan leiden tot
afwijkingen van de rode en witte bloedcellen en veranderingen in het beenmerg. Een
tekort aan foliumzuur bij vrouwen aan het begin van de zwangerschap verhoogt het
risico op een open ruggetje bij de baby.
Vitamine B12 (cobalamine) voorkomt een bepaalde vorm van bloedarmoede. Het is
ook van belang voor een goede weerstand. Daarnaast speelt het een rol bij de
vorming van gezonde rode bloedcellen, zorgt het voor een goede werking van het
zenuwstelsel en draagt het bij aan de energievoorziening. Verder speelt het een rol bij
de stofwisseling van foliumzuur. Vitamine B12 komt alleen voor in voedingsmiddelen
van dierlijke afkomst, zoals vlees en zuivel. Een vitamine B12-tekort kan een tekort
aan foliumzuur veroorzaken, omdat deze twee vitamines samenwerken. Een vitamine
B12-tekort heeft een vorm van bloedarmoede tot gevolg, met symptomen als
vermoeidheid, ademnood, angina pectoris (pijn op de borst) en een gebrek aan
eetlust. Daarnaast kan een vitamine B12-tekort het zenuwstelsel aantasten.
Blijven mineralen in het lichaam intact?
Ja, mineralen zijn an-organisch die altijd hun eigen chemische identiteit houden.
Ze blijven in het lichaam als mineraal tot ze uitgescheiden worden. Ze kunnen niet in
iets anders veranderen. Ook worden ze niet vernietigd door hitte, lucht, zuur of
vermenging.
Leveren mineralen energie?
Nee
Noem 6 mineralen
- Natrium
- Chloor
- Kalium
- Calcium
- Fosfor
- Magnesium
Natrium maakt deel uit van een ander voedingsmiddel. Welk?
Keukenzout / natriumchloride
Natrium zit niet alleen in zout. Noem een aantal andere voedingsmiddelen waar
natrium in zit
- Bakpoeder
- Vetsin
- Conserveermiddel
- Stabilisator
Wat doet natrium in je lichaam?
- Zorgt voor de vochtbalans
- Regelt de bloeddruk
- Regelt de prikkeloverdracht in spier- en zenuwcellen
Wat krijg je van teveel natrium?
Hoge bloeddruk
Wat is de AI voor natrium?
De AI is 1,5 gram per dag met een maximum van 2,4 gram per dag.
Hoe gaat natrium door je lichaam?
Natrium beweegt vrij door het bloed totdat het bij de nieren aankomt. De nieren halen
al het natrium uit het bloed. Daarna geven ze zoveel natrium aan het bloed terug als
het lichaam nodig heeft.
Als je zout eet, krijg je dorst om de verhouding vocht - zout in je lichaam te herstellen.