HC. 7 - Transport nutriënten en elektrolyten Flashcards
Waar worden galzouten en vit B12 opgenomen?
Ileum
Waar worden de meeste voedingsstoffen opgenomen?
In het duodenum en jejunum
Wat nemen deze transporters op? SGLT-1, GLUT-5 en GLUT-2
SGLT-1 opname glucoses en galactose
GLUT-5 opname fructose
GLUT-2 opname richting bloed van fructose, glucose en galactose.
Hoeveel aminozuur transporters zijn er apicaal(brushborder)? En wat gebeurt er bij onvolledige afbraak? en wat als dat ook onvoldoende is>
6
Onvolledige afbraak: aminopeptidases
onvoldoende: OLIGOPEPTIDE TRANSPORTEURS : PEPT1. Deze kan dipeptide en tripeptide ook naar binnen halen. Dit gebeurd door een protongradiënt
Hoeveel aminozuur transporters basolateraal?
3
Wat voor dieet moeten mensen met een SGLT-1 mutatie (autosomaal recessief) krijgen?
Fructose dieet
Wat voor transport vindt er plaats in de brush border in de duodenum?
- Na-symport: glucose, galactose en aminozuren
- H-symport: dipeptides en tripeptides
- Na-onafhankelijk: Fructose
Wat voor transport vindt er basolateraal plaats in de duodenum?
- Actief ATPase: Na/K
- Na-onafhankelijk: Glucose, Galactose, Fructose en Aminozuren
Wat voor transport vindt er plaats in de brush border in de jejunum?
- Na-symport: glucose, galactose en aminozuren
- H-symport: dipeptides en tripeptides
- Na-onafhankelijk: Fructose en galzouten
Wat voor transport vindt er basolateraal plaats in de jejunum?
- Actief ATPase: Na/K
- Na-onafhankelijk: Glucose, Galactose, Fructose en Aminozuren
Wat voor transport vindt er plaats in de brush border in de ileum?
- Na-symport: aminozuren en galzouten
- H-symport: Dipeptides en tripeptides
Wat voor transport vindt er basolateraal plaats in de ileum?
- Actief ATPase: Na/K
- Na-onafhankelijk: galzouten
Wat is cystinurie en wat is de rol van aminozuurtransporters hierbij?
Cystinurie kan optreden als gevolg van een storing in het transport van aminozuren, waarbij een van de zes natriumafhankelijke transporters betrokken is. Echter, door het eiwit PEPT1 is er geen deficiëntie. In de nier kan echter wel een ophoping van cysteïnestenen ontstaan als gevolg van de afwezigheid van een goed werkend natriumafhankelijk eiwitopnamekanaal (de basische).
Welke 2 soorten diarree zijn er?
- Osmotische diarree (>100 mosmol/kg)
- Secretoire diarree (<50 mosmol/kg)
Wat houdt osmotische diarree in?
- Meer dan 100 mosmol/kg
- Geen resorptie, maar wel secretie, maar geen opname
- Malabsorptie van dieetcomponenten
- Verdwijnt na 24u vasten
- Laxantia misbruik of overmaat consumptie sorbitol of mannitol (zoetjes)