HC 5 innate immuniteit 2 (respons) Flashcards
Cytokines
signalen afgeven aan andere cellen om een immuunrespons te initiëren
cytokine bestaan uit …
Chemokines en interleukines
Chemokines
chemo-bewegers, zorgen ervoor dat cellen sneller gaan bewegen en naar een bepaalde plaats kunnen
o De soorten chemokines zijn specifiek voor verschillende receptoren/cellen
Interleukines
betrokken bij de communicatie tussen immuuncellen en helpen bij het reguleren en coördineren van de immuunrespons
Kenmerken van cytokines
o Meeste lokaal, soms systemisch
o Meestal aangezet door schade, kortdurend na insult
o Soms worden ze chronische geproduceerd (constitutief)
o Er zijn verschillende families
Effecten cytokines op andere cellen
o Paracrien: efect op een andere cel
o Autocrien: efect op zichzelf
o Endocrien: via de bloedbaan naar een andere cel
Efecten van cytokines met elkaar
o 1. Pleiotropie: veelvormig of divers –> 1 cytokine beïnvloedt meerdere celtypen en heeft diverse efecten
o 2. Redundantie: overlappende –> meerdere cytokines hebben overlappen de functies maar zijn helemaal niet identiek
Het complement systeem
- Functie: voegt een complementaire functie toe aan antistoffen
- Helpen bij het opruimen en bestrijden van ziekteverwekkers zoals bacteriën en virussen
- Bestaat uit een cascade van enzymen en eiwitten in het serum
- Deze eiwitten werken als opsoninen –> plak aan een stofje en zorgt ervoor dat deze wordt opgenomen
- De complement cascade wordt geactiveerd via de klassieke of lectine route, en versterkt door de alternatieve route. Dit leidt tot inflammatie (C5a, C3a), opsonisatie (C3b) en lysis (C5-9)
De effecten van het complement systeem
- C5a en C3a: zorgen voor een ontstekingsreactie
- C3b: zorgt voor opsonisatie en bevordert
daarmee fagocytose - C5 t/m C9: vermogen om cellen te lyseren
- Bij productie C3 convertase splitst het eiwit zich in
C3a en C3b en kan de complement cascade beginnen
C3 convertase aanmaak
- Klassieke route: wanneer een antistof bindt aan een bacterie → deze binding zal de configuratie van het eiwit doen veranderen
- Lectine route: manose bindende lectine (innate antibodies) bindt aan bacterie
- Alternatieve route: zorgt voor de versterking en versnelling van de complement cascade
De ontstekingsreactie door C5a en C3a (effect complement systeem)
- Contractie glad spierweefsel
- Degranulatie mestcellen, granulocyten, macrofagen → release van vaso-actieve stofen zoals histamine uit mestcellen en basofielen
- Endotheel → verhoogde vasculaire permeabiliteit
- Chemotaxis → met name granulocyten en
monocyten - kortom: migratie van immuuncellen stimuleren, de bloedvatdoorlaatbaarheid vergroten en de productie van ontstekingsmediatoren stimuleren.
De kinetiek van de cellulaire respons
- Neutrofiele granulocyten en mononucleaire fagocyten
migreren als eerste naar de ontsteking - Dit verschil ontstaat door cytokines die gemaakt worden op de plek van ontsteking
- De B-cellen komen pas als laatste
Activatie van inflammatoire cellen
- Activatie neutrofiele granulocyten → defensinen
- Activatie macrofagen → NK activatie en t-helpercel diferentiatie
Degranulatie van fagocyten
- Elke granula heeft een eigen functie
- De verschillende leukocyten met functie:
1. Mestcellen en basofiele granulocyten → effect op de vaatwand
2. Neutrofiele granulocyt → werkt op bacteriën
3. Eosine granulocyt → werkt op parasieten
Werking fagocyt (witte bloedcellen)
- De fagocyt neemt de bacterie op
- Daarna verzuurd een fagosoom en fuseert het met een lysosoom (zit vol met enzymen)
- Dit begint een bacterie aan te vreten
- Bacterie gaat dood