HC 15 Transmissie, diagnostiek en behandeling van infectieziekten Flashcards

1
Q

Infectiegevoeligheid

A
  1. Common community acquired: infectie transmissie onder de gezonde mensen van de bevolking
    a. Dit zijn vaak nog gevoelige bacteriën
  2. Ziekenhuisinfecties: komt voor bij patiënten met verminderde weerstand
    a. Eigen of zwakke micro-organismen kunnen mensen dan al ziek maken
    b. Daarnaast zijn er meer resistente micro-organismen die makkelijker infectie veroorzaken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Transmissie

A
  • Overdracht van micro-organismen van bron naar gastheer
  • Eén of meerdere transmissie routes mogelijk
    o Contact verspreiding
    o Aërogene verspreiding
    o Vector gemedieerde verspreiding
    o Common-vehicle verspreiding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Contact verspreiding

A

de patiënt heeft contact met de bron (andere patiënt)
a. Direct contact: direct patiënt op patiënt
b. Indirect contact: contact via een object dat de geïnfecteerde eerst heeft aangeraakt
c. Druppel verspreiding: door bijv. hoesten komen grote partikels op de patiënt terecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Aerogene verspreiding

A

hele kleine stofdeeltjes en aerosolen
a. Kunnen dagen blijven hangen
b. Hierin kunnen micro-organismen zitten
c. Besmetting kan nog bij meters afstand tussen bron en patiënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vector gemedieerde verspreiding

A

verspreiding die via bewegende objecten terecht komt
a. In de lucht bijvoorbeeld door muggen en vogels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Common-vehicle

A

via een gemeenschappelijke bron die iedereen heeft
a. Via bijvoorbeeld water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Diagnostiek van infectieziekten

A
  • Directe methoden (bijv. microscopie)
  • Kweek: bacterie resistent?
  • Serologie: heb je antistoffen opgebouwd?
  • Moleculaire detectie (PCR)
  • Antigeen testen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kweek

A
  • Micro-organismen in het laboratorium laten vermenigvuldigen tot er genoeg zijn om ze te ‘zien’
  • Vaste media: agar
  • Vloeibare media: bloedkweek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Maldi-TOF

A
  1. bacterie kweken tot zichtbare kolonies
  2. mengen met matrixmengsel
  3. laser bestraling en ionisatie
  4. gesorteerd en gedetecteerd met spanningsveld
  5. evaluatie van patroon –> database bekijken –> identificatie bacterie
    - Grote database: daardoor makkelijk een naam er aan te geven
    - 15 min nodig voor diagnose ipv een dag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De behandeling van infectieziekten

A
  • Meestal gaan ze vanzelf over en doen we er niks aan
  • GGD doet soa’s en tubercolose
  • Klein deel moet naar het ziekenhuis
  • Antibiotica dus echt alleen tegen bacteriën
  • Antibiotische targets: celwand, DNA/RNA, cel membraan etc
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat bepaalt de uitkomst bij infectie?

A
  • Gastheer
    o Immuun status
    o Andere genetische factoren
  • Micro-organisme
    o Virulentiefactoren
    o Gevoeligheid voor therapie
  • Therapie
    o Medicatie: effectiviteit, farmacokinetiek, dosis, tijdig starten
    o Andere ingrijpen: draineren/ verwijderen focus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gevoeligheid antibiotica

A
  • Bepalen MIC waarde
  • Bij hoeveel antibiotica stopt de bacterie van groeien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Soorten bacteriële resistentie

A
  1. Kapot maken van de antibiotica
  2. Antibiotica kan niet meer naar binnen door kleinere poriën
  3. Aangrijpingspunt van de antibiotica veranderen
  4. Antibiotica wegpompen uit de cel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Toename resistentie

A
  • Toegenomen gebruik van antibiotica
    o Humaan
    o Veterinair
  • Patiëntenpopulatie
    o ICU
    o Immuun gecomprimeerd
  • Reizen
    o Verspreiding resistentie bacteriën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Zijn resistentie micro-organismen gevaarlijk?

A
  • Moeilijker te behandelen
  • Moeilijk weg te krijgen als je het hebt
  • Effect op empirische therapie (op de gok testen wat werkt)
  • Nauwelijks nieuwe antibiotica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe voorkomen we (verspreiding van) resistentie micro-organismen?

A
  • Preventie resistentie ontwikkeling
    o Restrictief antibioticabeleid
  • Preventie verspreiding
    o Basishygiëne, algemene voorzorgsmaatregelen
    o Isolatie van patiënten met bijzonder resistente micro-organismen (BRMO)