HC 3.7 Afbraak van nutriënten in de tractus digestivus Flashcards
Wat is het nut van de spijsvertering?
- Nodig voor afbraak macromoleculen tot transporteerbare brokstukken
- Voorkomt antilichaamvorming tegen dieet eiwit, vreemde eiwitten kan het lichaam herkennen als antigeen.
- Garandeert soort specifieke resynthese van “lichaamseigen” macromoleculen (eiwitten, glycoproteïnen, DNA, RNA)
Kun je met je dieet de chemische samenstelling van je lichaam kwalitatief veranderen?
In principe is het niet mogelijk om je lichaamssamenstelling kwalitatief te veranderen. Kwantitatief wel, meer of minder vet bijvoorbeeld. Dit komt omdat de bouwstenen worden gebruikt om lichaamseigen moleculen op te bouwen. Er is echter één uitzondering: een visrijk dieet, met veel onverzadigde vetzuren. Door het visrijke dieet werd de samenstelling van hun lichaamsvetten veranderd die werden meer onverzadigd.
Wat voor soort enzymen zijn spijsverteringsenzymen?
Hydrolases. Ze gebruiken water om moleculen af te breken, ze hydrolyseren de verschillende macromoleculen.
Wat is de hydrolase voor vet/eiwit/koolhydraten?
Koolhydraten door glycosidase, vet door esterase (vetten zijn aan elkaar verbonden met een esterverbinding) en eiwit door amidase.
Wat is er nodig voor de hydrolase? Kan dat een probleem vormen?
Voor de hydrolyse is water nodig, dat is geen enkel probleem want water is in extracellulair milieu altijd beschikbaar.
Wat voor soort reacties zijn de hydrolase reacties?
Het zijn exotherme reacties, ze verlopen zonder ATP en leveren warmte op. De hydrolyse kan spontaan optreden, maar gebeurt bij onze lichaamstemperatuur veel te traag en daarom hebben we enzymen. Die kunnen de reacties vele malen versnellen.
Waaruit bestaat ons koolhydraat dieet?
- 60% van ons dieet is zetmeel, plantaardig, het is een polymeer van glucose.
- Glycogeen (dierlijk), zit veel in de lever en in de spieren: bestaat uit glucose.
- Sacharose (35%) (sucrose, riet- / bietsuiker): bestaat uit fructose en glucose.
- Lactose (5%) (melksuiker): bestaat uit glucose en galactose
Welke bindingen kunnen er zijn tussen koolhydraten? En wat kun je daaruit concluderen?
Een recht stukje koolhydraat is een alfa-1,4 glycosidische binding. Zetmeel en glycogeen zijn vertakte structuren dat komt door de alfa-1,6 glycosidische binding. Sacharose heeft een alfa-1,2 glycosidische binding en lactose een bèta-1,4 glycosidische binding. Dit houdt dus in dat je 4 verschillende enzymen nodig hebt om koolhydraten af te breken.
Wat kun je zeggen over cellulose?
Cellulose bestaat uit glucose en heeft een bèta-1,4 glycosidische binding. Deze bèta-1,4 binding kunnen we niet verbreken, we kunnen hem alleen verbreken als die tussen glucose en galactose zit.
Wat zijn de kenmerken van alfa-amylase?
- Zit in de speekselklier en in de pancreas.
- Alfa-amylase knipt alleen alfa-1,4 en niet alfa-1,6
- Alfa-amylase knipt geen alfa-1,4 naast een alfa-1,6
- Alfa-amylase knipt geen eindstandig alfa-1,4, kan niet het molecuul van buiten naar binnen afbreken.
Wat houd je over na de afbraak door alfa-amylase?
Na de afbraak door alfa-amylase houdt je over: maltose (2 glucosemoleculen), maltotriose (3 glucosemoleculen) en stukjes met een vertakkingspunt (alfa limit dextrin). De afbraak gaat verder op het darmepitheel.
Welke enzymen zitten er op het darmepitheel voor de verdere vertakking van koolhydraten?
Er zitten op het darmepitheel drie enzymen die de afbraak doen van oligo-, tri- en disachariden. De enzymen die dat doen zijn:
- Glucoamylase
- Sucrase-Isomaltase
- Lactase
Wat is glucoamylase?
Maltose, maltotriose en iets grotere glucosemoleculen (nooit helemaal perfect) worden hierdoor afgebroken tot glucose. Een deel (maltose, maltotriose) hiervan kan ook nog worden afgebroken door sucrase
Wat is sucrase-isomaltase?
Heel groot enzym, met twee katalytische domeinen, met een sucrase en een isomaltase activiteit. De alfa limit dextrins worden afgebroken door isomaltase. Sucrose wordt door het sucrase gedeelte afgebroken.
Wat is lactase?
Kan het melksuiker, lactose, afbreken.
Hoe komen de vrije suikers die ontstaan in het darmepitheel?
Door de afbraak van bovenstaande enzymen heb je vrije suikers (glucose, fructose en galactose) aan het darmoppervlak. Op het darmoppervlak zitten een aantal transporteurs: SGLT-1 en GLUT-5.
Wat doet SGLT-1?
SGLT-1 kan glucose en galactose transporteren gekoppeld aan Na+. Glucose en galactose kun je doordat het secundair actief gebeurt ook tegen de concentratiegradiënt in opnemen.
Wat doet GLUT-5?
Fructose wordt opgenomen door GLUT-5, passieve opname.
Wat is het voordeel van dat de enzymen zo dicht bij de transporters van suikers zitten?
De transporters zitten zo dicht bij de enzymen omdat op die manier de osmotische belasting wordt verminderd. Daardoor voorkom je dus dat je waterophoping in het lumen krijgt.
Welk koolhydraat afbrekend enzym is het langzaamst?
Lactase