HC 3.1 Microscopische structuur van de lever Flashcards
Wat moet de functionele eenheid van de lever bevatten?
- Duale vasculaire voorziening (arterieel en portaal)
- Duale outflow tracts (vasculaire en biliair)
- Alle bekende leverfuncties
Wat is een lobulus?
De lobulus is een zeshoekige structuur (hexagon) met een vene in het midden. In de periferie zitten de portale gebieden: waarin zich drie structuren bevinden: arterie, vene en een gal ductus. Via de slangvormige structuren wordt het bloed gebracht naar het midden (sinusoids). De sinusoids bevinden zich tussen de hepatische cellen.
Is de lobulus altijd een hexagon?
Nee
Wat zie je op dit plaatje?
De rode structuren zijn de portale gebieden, de blauw omcirkelde structuur is de centrale vene en de witte structuren zijn de sinusoids die het bloed naar de centrale vene brengen.
In de portale gebieden welke structuren dienen daar voor afvoer en welke voor aanvoer?
De driehoek in de portale gebieden, daarvan zijn de vene en arterie voor aanvoer naar de lever en de gal ductus voor de afvoer.
Wat is de acinus?
Bloed van de portale structuren beweegt eerst naar de zijkant (links en rechts) voordat het naar het midden beweegt. Het portale bloed gaat via de venules naar links en rechts. En dan pas gaat het naar het midden via de sinusoids.
In welke gebieden kunnen we de acinus verdelen?
Het gebied rondom de portale gebieden noemen we zone I. Dit is het gebied wat het meeste zuurstof ontvangt, hier bevindt zich natuurlijk ook de hepatische arterie. Rondom de centrale vene is het bloed het minst geoxigeneerd, dit is zone III. Daartussen bevindt zicht zone II. In zone III treedt dan ook als eerste schade op door ischemie. In zone I vindt veel metabolisme plaats (gluconeogenesis).
Wat is de portal tract?
Grote opening is de vene, degene met de dikke wand is de arterie en degene met epitheel bekleding is de gal ductus. In grotere portale gebieden kunnen we ook nog lymfevaten en zenuwvezels onderscheiden, dit vinden we richting de hilus van de lever. Meestal zien we dan ook wat lymfocyten en mestcellen.
Wat zien we op dit plaatje?
De drie structuren liggen in fibrotisch weefsel.
De arterie en de gal ductus liggen dicht bij elkaar omdat de gal ductus zuurstof ontvangt van aftakkingen van de arterie. De arterie heeft een musculaire structuur rondom en de gal ductus heeft een epitheliale bekleding.
Wat kun je zeggen over de celtypen in de lever?
60% van de cellen in de lever zijn hepatocyten. Er zijn meer dan 15 verschillende celtypen in de lever.
Hoe zijn de hepatocyten gearrangeerd?
Ze zijn gearrangeerd in leverplaten. Die platen zijn een of twee cellagen dik. Meer dan vier cellagen dik spreken we van een hepatocarcinoom.
Wat zijn de kenmerken van een hepatocyt?
- Ze hebben eosinofiel granulair en glycogeen rijk cytoplasma.
- Veel hepatocyten hebben ook meerdere celkernen.
- Ze hebben veel granulair cytoplasma omdat ze veel endoplasmatisch reticulum hebben en veel ribosomen, dus veel ruw ER. Het RER kan wel 15% zijn van het volume van de cel.
- PAS kleuring kan gebruikt worden om glycogeen aan te tonen.
- 20% van het volume van de hepatocyt bestaat uit mitochondriën.
Wat bevindt zich tussen de hepatocyten?
De bile canaliculi.
Hoe komen galzuren vanuit het bloed terecht in het biliaire systeem?
Via het bloed komt het terecht in de sinusoids. De galzuren wordt gereabsorbeerd vanuit de sinusoids gebieden door de hepatocyten en worden dan getransporteerd naar de bile canaliculi.
Wat is het verloop van gal in de lever?
Het gal wordt getransporteerd van de bile canaliculi –> Canals of Hering –> Bile ductules –> interlobular bile ducts