H7 - Job Control and Social Aspects of Work Flashcards

1
Q

Job control

A

De mate waarin een medewerker zeggenschap heeft over activiteiten en condities tijdens het werk zodat het aansluit bij de behoeften en doelen van de medewerker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Redenen waarom controle belangrijk is voor medewerkers

A
  1. Autonomie
  2. Voorkomen en verlichten van stressoren
  3. Cognitief leeraspect
  4. Motiveren om de leiding in hun werk te nemen en het werk goed te doen
  5. Behoeften van medewerkers bevredigen en zin van controle over leven geven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Cognitive or learning aspect (cognitief of leersaspect)

A

De mogelijkheid om medewerkers nieuwe dingen te leren en ontwikkelen en meer weloverwogen keuzes te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Perceived job control

A

De controle die iemand DENKT te hebben over het werk. Dit wordt gebaseerd op locus of control (de neiging om de wereld te zien naar iets dat handelt naar jouw behoeften) en self-efficacy (overtuiging om iets succesvol uit te voeren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Abusive supervision

A

Verbaal en non-verbaal vijandig gedrag door de leidinggevende, maar zonder fysiek contact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Agressie

A

Verbaal en non-verbaal gedrag met de intentie om schade aan te richten of om dominantie te tonen naar een medewerkers. Kan gedaan worden door iedereen. Wanneer het fysieke agressie betrekt, dan wordt het geweld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Interpersoonlijk conflict

A

Meningsverschillen of ander niet-ineenstemmend gedrag naar een medewerker door iemand op de werkvloer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Supervisory petty tyranny

A

De leidinggevende gebruik zijn/haar macht om ondergeschikte medewerkers te onderdrukken, vaak willekeurig en voor zelfverheerlijking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bullying

A

Herhaaldelijk een medewerker mishandelen op de werkvloer. Kan verbaal en non-verbaal, inclusief iemand hinderen om zijn werk te doen. Het moet gericht zijn op een specifiek persoon over een lange periode en het betrekt vaak leidinggevende.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Functionele sociale steun

A

Het geven van een combinatie van emotionele en instrumentele steun

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Emotionele sociale steun

A

Het geven van steun op gebied van empathie tonen, emoties herkennen van anderen en meeleven met de collega.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Instrumentele sociale steun

A

Het geven van probleem-oplossende steun door bijvoorbeeld acties als iemand helpen in hetgeen dat diegene doet (tillen, taken overnemen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Negatieve effecten van sociale steun (Semmer en Beehr)

A
  1. Sociale steun wordt vaak gegeven wanneer iemand al stress ervaart waardoor het voedend kan werken voor de stressvolle situatie
  2. Hoe de steun wordt gegeven heeft invloed; het moet op een vaardige manier. Het kan ook verkeerde steun zijn.
  3. Steun dat geaccepteerd wordt kan negatieve effecten hebben; kan inactiviteit bevorderen en de gezondheid beïnvloeden
  4. Wanneer alleen maar wordt gefocust op de negatieve en stressvolle dingen van de situatie door steungevers, dan kunnen deze negatieve aspecten worden versterkt.
  5. Het krijgen van sociale steun kan leiden tot sociale schulden.
  6. Het krijgen van sociale steun kan invloed hebben op iemand zijn zelfvertrouwen (niet competent, minder motivatie en weerbaarheid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Niet-legitieme taken

A

Taken waarvan een medewerker denkt dat hij/zij ze niet hoeft uit te voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly