H15 - Sickness Absence and Sickness Presence Flashcards

1
Q

Sickness absence

A

Het niet aanwezig zijn op werk door slechte gezondheid. Ook wel absenteeism.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sickness precense

A

Het wel aanwezig zijn op werk terwijl je ziek bent. Ook wel presenteeism.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Antecedenten voor sickness absence

A
  1. Persoonlijke factoren als demografische gegevens, intellectuele en fysieke capaciteit, persoonlijkheid, gezondheid (mentaal en fysiek).
  2. Werk factoren, als baan, hierarchische positie, werkattitudes, psychosociale werkomgeving, contracttype
  3. Interface, zoals werk-familie en familie-werk interactie
  4. Groep, zoals psychosociale werkomgeving, sociale steun.
  5. Organisatie, zoals structuur, verandering, organisatiecultuur, ziektecultuur
  6. Samenleving, reacties op gedrag naar instituties (sick leave)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Frequency-based approach

A

Aanpak om verzuim te meten waarbij wordt gekeken naar hoe vaak mensen ziek zijn ongeacht de duur van de ziekte tijdens een bepaald interval (vaak kalenderjaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Duration-based approach

A

Aanpak om verzuim te meten waarbij de duur van de sickness absence wordt gemeten als een totaal aantal dagen afwezig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Violation-based approach

A

Aanpak om verzuim te meten door onderscheid te maken tussen vrijwillig en vermijdbare absentie, en onvrijwillige en onvermijdbare absentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Decision models of sickness absence versus sickness presence

A

Model dat zicht richt op de medewerker zelf en andere voorspellers die kunnen leiden tot sickness absence. Het behandeld de medewerkers als een actief tussenpersoon oftewel dat een medewerker zelf bepaald hoe zij/hij reageert wanneer die ziek is. Daarnaast worden sickness absence en presence als twee verschillende dingen gezien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Demands for presence (Aronson & Gustafsson)

A

Richt zich op de eisen van aanwezigheid in kader van persoons- en werkgerelateerde eisen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Persoons gerelateerde eisen (demands for presence)

A

Eisen die de persoon aan zichzelf stelt om toch te gaan werken ondanks dat de persoon ziek is, zoals: “Ik kan niet ziek zijn om financiële redenen.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Werk gerelateerde eisen (demands for presence)

A

Eisen die werk aan de persoon stelt wanneer de persoon werkt terwijl die ziek is, zoals ‘je bent vervangbaar’, ‘als je nu ziek bent, dan kom je in de knoei met een deadline’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Attendance requirements (Johansson)

A

Kijkt naar de organisatie wanneer iemand ziek is en wel werkt. ‘op welke manier wordt de organisatie geraakt wanneer een medewerker ziek is?’ en ‘krijgt de medewerker nog steeds een financiële compensatie wanneer die ziek is?’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly