H6 - Qualitative Demands at Work Flashcards

1
Q

Stressor

A

Een eis dat het risico op stress indiceert. Met de nadruk op risico.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Fysieke taakeisen

A

Taakeisen die betrekking hebben tot externe, zichtbare activiteiten en omgaan met externe invloeden (harde muziek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Cognitieve taakeisen

A

Taakeisen die betrekking hebben tot interne processen, zoals geheugen, beslissingen maken en denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Emotionele taakeisen

A

Taakeisen met betrekking tot emoties die komen kijken bij het doen van een taak of de omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Motivationele taakeisen

A

Taakeisen waarbij men zichzelf moet motiveren wanneer er niet een motivationeel potentieel is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Challenge demands

A

Taaleisen die uitdagende aspecten omvatten (grote klant moet worden binnengehaald maar zorgt voor stress)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hinderance demands

A

Taakeisen die hinderende aspecten bevatten (ergens op worden afgerekend wanneer iets niet lukt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Actieregulatietheorie

A

Theorie dat veronderstelt dat werknemers hun werkactiviteiten moeten reguleren om de gestelde doelen te behalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

TOTE

A

Test-operate-test-exit stadia in de actie-cyclus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Sequentieel compleet

A

De taken bij een functie moet verschillende stadia doorlopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hiërarchisch compleet

A

De taken bij een functie moeten hiërarchisch worden uitgevoerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Rolconflict

A

Taakeisen zijn tegenstrijdig of conflicteren met elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Intra-sender conflict

A

Wanneer een leidinggevende inconsistente instructies geeeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Inter-sender conflict

A

Wanneer twee leidinggevende conflicterende instructies geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Role-role conflict

A

Wanneer verschillende rollen deels elkaar overlappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Person-role conflict

A

Wanneer iemand een taak moet uitvoeren, maar dat ze niet willen uitvoeren (bijvoorbeeld door normen)

17
Q

Regulatie-obstacles

A

Gebeurtenissen of condities die direct gerelateerd zijn aan een taak en die het moeilijker maken of zelfs onmogelijk om een doel te behalen of om een actie te reguleren.

18
Q

Regulatie-uncertainty

A

Iemand die niet weet hoe diegene het doel moet behalen, welke plannen handig zijn en welke feedback betrouwbaar is

19
Q

Overtaxina regulatie

A

De mogelijkheden van personen belasten door de snelheid en intensiteit van regulatie of door informatie overload in de korte termijn geheugen tijden het uitvoeren van een actie

20
Q

Dissonante emotionele taakeisen

A

Taakeis dat de persoon emoties moet vertonen terwijl de persoon niet deze emotie voelt (service with a smile terwijl je verdrietig bent)