H3 - The Models that Made Job Design Flashcards
THe Hawthorne Studies
Richtte zich op de fysieke condities van werk. Ze legde een basis voor hoe psychologische en sociale factoren veranderd kunnen worden om de werkervaring te verbeteren
Job Characteristics Model
Kijkt naar hoe core job dimensions en critical psychological states zorgen voor peroonlijke en werkuitkomsten.
Core job dimensions
Taken waar een hoeveelheid aan vaardigheden wordt gevraagd, task identity (taken die mensen uitvoeren een afgerond geheel vormen), task significance (werk doet wat significant/betekenisvol is), autonomie en feedback over wat ze doen.
Critical psychological states
Kijkt in hoeverre taken betekenisvol zijn, de mate van verantwoordelijkheid en de kennis van de resultaten
(SV + TI + TS)
MPS = ——————– x AU x FB
3
Formule waarmee volgens het JCM model het motiverend potentieel gemeten kan worden. SV = skill variety. TI = task identity. TS = task significance. AU = autonomie. FB = feedback.
Job Demand Control model (JDC model)
Model waarbij twee kenmerken centraal staan: Taakeisen en regelmogelijkheden. Een combinatie van deze kenmerken kan leiden tot saai werk (laag taakeisen/laag regelmogelijkheden), stressvol werk (hoog taakeisen/laag regelmogelijkheden), eenvoudig werk (laag taakeisen/hoog regelmogelijkheden) en uitdagend werk (hoog taakeisen/hoog regelmogelijkheden)
JDC-S model
Uitbereiding van het Job Demand Control model met sociale steun op de werkplaats.
Strain hypothese
Hypothese bij het JDC model die indiceert dat regelmogelijkheden en sociale steun de effecten van taakeisen op de gezondheid van medewerkers kan compenseren.
Actieve leerhypothese
Hypothese bij het JDC model die indiceert dat leren en groei plaatsvindt bij hoge taakeisen en veel regelmogelijkheden.
Vitiaminemodel
Model dat kijkt naar de invloed van werkkenmerken op de geestelijke gezondheid van medewerkers. Hierbij wordt onderscheidt gemaakt tussen constant blijvende variabelen (CE-patroon) en negatiever wordende variabelen (AD-patroon). Persoonlijke kenmerken zijn ook als moderator van invloed bij de effecten van werkkenmerken op mentale gezondheid (basislijn geestelijke gezondheid)
Constant blijvende variabelen (CE-patroon)
Variabelen in Vitaminemodel die eerst naarmate de werkkenmerken toenemen zorgen voor een hogere geestelijke gezondheid en daarna bij erg hoge mate constant blijven wat betreft geestelijke gezondheid. Dit zijn variabelen als: toegankelijkheid van geld, fysieke veiligheid, gewaardeerde sociale positie, ondersteunende supervisie, carrière perspectief, gelijkheid.
Negatiever wordende variabelen (AD-patroon)
Variabelen in het Vitaminemodel die eerst toenemen op geestelijke gezondheid naarmate de werkkenmerken toenemen en vervolgens afnemen op geestelijke gezondheid wanneer de werkkenmerken erg hoog zijn (omgekeerde U-vorm). Dit zijn variabelen als: kansen voor controle, kansen om vaardigheden te gebruiken, extern gegenereerde doelen, variatie, duidelijkheid van de omgeving, kansen voor interpersoonlijk contact.
Effort-Reward Imbalance (ERI) model
Model dat nadruk legt op beloningsstructuur van werk. Werkstress is afhankelijk van de verhouding tussen inspanning op het werk en de beloning die wordt gegeven. Mensen die met veel hart voor de zaak zichzelf inzetten zijn meer gevoelig voor de negatieve gevolgen van een disbalans. Heeft dus te maken met motivatie. Disbalans blijft wanneer er geen alternatieve keuze is, geaccepteerd wordt voor strategische redenen en motivationele patroon aanwezig is (overcommited)
Socio-Technische Systeem Denken (Socio-Technical System Thinking / STST)
Theoretische stroming die stelt dat bij de introductie van nieuwe technologieën in organisaties men ook de gehele arbeidsorganisatie opnieuw moeten ontwerpen, waarbij men moet streven naar zo veel mogelijk autonomie aan de basis van de organisatie.
Ontwerpprincipes van Socio-Technisch Systeem Denken (STST)
- Controle van variantie op het werk
- Eindgebruikersbetrokkenheid
- Minimale specificatie
- Ondersteuning congruentie
- Multi-bekwaam of multifunctioneel
- Zelfmanagement