H6.3: Verwerking suiker, vet en aminozuren Flashcards
Metabolisme in twee stadia
- Storage mode
- Production mode
Waarom worden in darmkanaal polymeren opgesplitst in monomeren?
- Kunnen enterocyt passeren
- Monomeren worden dan aan interstitium afgegeven
Wat gebeurt er met wateroplosbare monomeren (aminozuren, glucose)
Komen via vena portae in de lever terecht
Wat gebeurt er met voedingsvet (glycerol met 3 vetzuren)
In darmkanaal afgebroken en in de enterocyt opgenomen en weer in elkaar gezet
Wat gebeurt er met triglyceriden?
Worden verpakt in chylomicronen met aan de buitenkant een wateroplosbaar laagje fosfolipiden met daarop eiwitten met een bestemming voor chylomicronen
Triglyceride wordt in de vorm van chylomicronen aan de lymfe afgegeven
Proces triglyceride naar lymfe
- Lymfe komt in ductus thoracicus
- Leegt in v. subclavia
Chylomicronen passeren eerst hart en andere structuren
Restanten van chylomicronen worden vervoerd naar lever
Glucose in bloed + ECV
15 gram
Wat gebeurt er direct na glucose intake van 100gram?
Bloedsuikerspiegel zou met 20x verhogen
Bloedsuikerspiegel te hoog?
Nieren?
Zorgt ervoor dat eiwitten makkelijker oxideren waardoor functionaliteit verloren gaan
Nieren gaan dan glucose uitscheiden
Waarom treedt verhoging van bloedsuikerspiegel niet zo erg op?
Glucose wordt actief opgenomen in cellen
Meeste glucose wordt in levercellen opgenomen en omgezet in glycogeen
130 mg glucose/min verlaat circulatie
- Hersenen/ery’s: 90 mg/min
- Spieren: 25 mg/min
- Vetweefsel: 15 mg/min
Waarom levert lever het glucose na een nacht vasten terwijl de grootste hoeveelheid glycogeen in de spieren zit?
Glycogeen in de spieren wordt gebruikt voor bewegingsenergie en dus niet voor handhaving van bloedsuikerspiegel
Functie leverglycogeen
- Dient om bloedsuikerspiegel op peil te houden
- Als er geen glucose binnenkomt vanuit darmkanaal voert de lever dit aan vanuit glycogeen
Meer dan 200 gram KH per dag gevolg?
Kan niet meer gebufferd worden door glycogeen en wordt omgezet in vet
Zorgt voor 10% vettoename
Oorzaken vettoename?
- KH omzetten in vetten
- Niet gebruiken van vet voor energievoorziening
Minder dan 150 gram KH per dag
Oxidatie van opgeslagen vet en veroorzaakt tekort aan glucose. Vanuit vetzuren kan je geen glucose maken dus probleem hersenen en ery’s
Wat kan allemaal worden omgezet in glucose?
- Glycerol
- Lactaat
Twee condities opslag modus
- Well-fed state: goed en regelmatig gevoed
- Early-refed state: maaltijd na periode van vasten
Waar is het metabolisme op gericht?
Tijdens early-refed state eerst glycogeen in de spieren aan te vullen en daarna pas in de lever
In de levert wordt minder glucose opgenomen zodat de spier eerst kan herstellen
Opslag modus
Toestand waarin bouwstoffen uit de bloedbaan worden gehaald en opgeslagen
Glucose wordt opgenomen in lever en spieren
Vetzuren worden opgenomen in vetweefsel
Processen in early-refed state
- Glycogenese
- Lipogenese
- TG synthese
- Netto eiwitsynthese
- Meer glycolyse
- Minder vetzuuroxidatie
Hoe wordt voedingsvet vervoerd in well-fed state?
In chylomicronen verpakt en afgegeven aan lymfe. Komt dus niet eerst langs de lever
Waardoor zal het vet als eerste naar de spieren en vetweefsel gaan?
Voedingsvet wordt verpakt in chylomicronen en afgegeven aan lymfe en komt NIET eerst langs de lever
Wat zit op endotheel van vetweefsel?
Functie?
Lipoproteïne lipase (LPL)
Haalt TG uit chylomicronen en splitst in vrije vetzuren. Deze vetzuren worden vervolgens opgenomen in vet- of spiercel
Wat gebeurt er met het overblijfsel van chylomicron (chylomicron remnant)?
Bevat cholesterol en gaat naar de lever en wordt hier afgebroken
Fasen onder productietoestand
- Post-absorptive state
- Early fasting state
- Fasting state
- Starvation
Post-absorptive state
- Overnacht vasten
- 4-12 uur
- Energie komt uit de glucose voorraad en leverglycogeen (glycolyse en glycogenolyse)
Early fasting state
- 12-36 uur vasten
- Voornamelijk eiwitten afgebroken om glucose te produceren (gluconeogenese en netto eiwitafbraak)
- Ook lactaat en glycerol afbreken
Fasting state
- Langer dan 36 uur vasten
- Tijdens langdurig vasten komen er veel vetzuren vrij die in de lever worden geoxideerd
- Ketonlichamen ontstaan als afvalproduct van de lever die in de circulatie komen
- Verminderde eiwitafbraak omdat er verminderde glucose behoefte is
Waardoor vermindert de glucose behoefte tijdens de fasting state?
Omdat er ketogenese is opgestart
Starvation
- Langer dan een week
- Hersenen functioneren op ketonlichamen (lipolyse, ketogenese)
Processen tijdens production mode
- Glycogenolyse
- Gluconeogenese
- Lipolyse
- Ketogenese
- Netto eiwitafbraak
- Minder glycolyse
- Meer vetzuuroxidatie
Enzym actief in storage mode
Insuline
Enzymen actief in production mode
- Glucagon
- Adrenaline
- Cortisol
- Groeihormoon
- Schildklierhormoon
Sleutelenzymen
Enzymen waarvan de activiteit relatief laag zijn
Kunnen van samenstelling (defosforylering), vorm (allosterie) of activiteit (inductie/repressie) veranderen
Locatie glucose transporters
In blaasjes onder celmembraan
Rekrutering
Glucose zorgt voor versmelting van blaasjes waardoor de transporter in de celmembraan komt te zitten
Snelle processen
- Defosforylering
- Allosterie
- Rekrutering
Langzame processen
- Inductie/repressie
- Aanbieden van meer substraat