H6.2: Concepten lichaamssamenstelling Flashcards

1
Q

Waarom is lichaamssamenstelling meten belangrijk?

A
  • Belangrijke gevolgen voor de gezondheid
  • Relevant voor behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom relevant voor behandeling?

A

Als iemand grotere kans heeft op diabetes omdat hij veel vet heeft, wil je dat die persoon vet gaat verliezen maar niet uitdroogt of spieren verliest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Niveaus lichaamssamenstelling

A
  • Atoomniveau
  • Moleculair niveau
  • Celniveau
  • Weefselniveau
  • Gehele lichaam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Atoomniveau

A
  • 50 verschillende soorten atomen
  • 98% van lichaamsgewicht wordt bepaald door zuurstof, koolstof, waterstof, stikstof en calcium
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Moleculair niveau

A
  • Eiwitten, koolhydraten, mineralen, vetten, water
  • Elementen zijn opgenomen in moleculen die meer dan 100.000 chemische verbindingen vormen variërend in complexiteit en moleculair gewicht (water vs. DNA)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Celniveau

A
  • Moleculen zijn bouwstenen van de cel
  • Lichaam bestaat uit uiteenlopende cellen met verschillende functies
  • Lichaam bestaat uit ongeveer 10^14 cellen welke variëren in vorm, grootte, samenstelling en verdeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Weefselniveau

A
  • Cellen variëren in vorm en grootte
  • Vormen uiteindelijk weefsels
  • Zenuwweefsel, spierweefsel, vetweefsel, botweefsel en bloed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

BMI

A

Getracht te benaderen of een persoon teveel weegt of niet

Gewicht/gewicht2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoog BMI door…

A
  • Grote hoeveelheid vet
  • Grote hoeveelheid spiermassa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

BMI

A
  • Sekse-onafhankelijk
  • Leeftijd onafhankelijk
  • Geen goede informatie over relatieve hoeveelheid vet in verschillende populaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vetmassa

A

Belangrijke parameter binnen de lichaamssamenstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Model body composition 1

A

Onderscheid tussen vrije vetmassa (niet-essentieel + opslagvet) en lean body mass (essentieel vet)

Moeilijk te meten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Model body composition 2

A

Onderscheid tussen vetmassa (inclusief essentieel) + vetvrije massa (overig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vetvrije massa

A
  • Water
  • Glycogeen
  • Eiwitten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Essentieel vet

A
  • Cruciaal voor goed functioneren
  • Steun aan organen in buik
  • Beschermend effect
  • Lichaamsisolatie
  • Belangrijke energiebron
  • Bron van hormonen en cytokines
  • Rol bij voortplanting
  • Rol bij zwangerschap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Heeft het lichaam meer essentieel vet of niet-essentieel vet?

A

Niet-essentieel vet

17
Q

Wat is vet?

A

Een goede energiebron die weinig ruimte kost

18
Q

Wie zet in de puberteit menstruatie in gang?

A

Kritische hoeveelheid vet, dus leptine

19
Q

Wie hebben hogere vet%?

A
  • Vrouwen: 8-12%
  • Mannen: 3-5%
20
Q

Lichaamssamenstelling x ouder worden

A
  • Kleiner
  • Aandeel lichaamsvet neemt toe
  • Vetverdeling anders
  • Spiermassa en kracht neemt af
21
Q

Plaatsen waar vet opgeslagen ligt?

A
  • Subcutaan
  • Intermusculair
  • Intramusculair
  • In buikholte
  • In borstholte
22
Q

Totaal lichaamsvet

A

Lean body mass (met essentieel vet) + opgeslagen vet

23
Q

Meetmethodes voor lichaamssamenstelling

A
  • Huidplooidiktemeting
  • Lichaamsomtrek meting
  • Bio-elektrische impedantie analyse (BIA)
  • Beeldvormende technieken (CT, MRI, DEXA)
24
Q

Huidplooidiktemeting

A
  • Meerderheid vet zit subcutaan
  • Dikte huidplooien gebruiken om totale hoeveelheid vet in lichaam te meten
  • Skin caliper meten hoeveel mm de huidplooi dik is
  • Meting heeft grote subjectieve component
  • Handig als je het regelmatig zelf doet
  • Moeilijk reproduceerbaar
25
Q

Wat verteld huidplooidiktemeting niet?

A

Of er veel vet rond de ingewanden zit (visceraal vet)

26
Q

Lichaamsomtrek meting

A
  • M.b.v. omtrekmeting van de heup en taille kan waist-to-hip ratio (WHR) worden bepaald
  • Omtrek taille delen door omtrek heup
  • Informatie over de vetverdeling in het lichaam
  • Mannen gevaarlijk >0.95
  • Vrouwen gevaarlijk >0.80
27
Q

Vetcellen rondom buik

A
  • Insulineresistent
  • Geven meer vrije vetzuren en cytokines af na stimuli
28
Q

Vetcellen rondom dijen

A
  • Insuline sensitief
  • Minder gevoelig voor stoffen die vet kunnen vrijmaken (glucagon, adrenaline)
  • Minder vrije vetzuren in bloed aanwezig wat gunstig is
29
Q

Hoge heup-taille ratio

A
  • Meer insulineresistentie
  • Neiging tot hogere BD
  • Hoge cholesterolspiegels
  • Hogere kans op HVZ
  • Meer kans over korte of lange termijn sterven
30
Q

Nadeel lichaamsomtrek meting?

A

Geen inzicht in hoeveelheid subcutaan en visceraal vet

31
Q

Bio-elektrische impedantie analyse (BIA)

A
  • Elektrode op vingers, pols en voet waar een stroom doorheen wordt vervoerd
  • Indirecte, non-invasieve en eenvoudige methode om de hoeveelheid vet te meten
32
Q

Werking BIA

A
  • Stroom zal beter geleiden met minder weerstand
  • Weefsel met veel water en elektrolyten zoals bloed en spieren geleiden goed

DUS hoe groter de vetvrije massa, des te groter het geleidingsvermogen van het lichaam

33
Q

FM berekenen

A

FM = lichaamsgewicht - FFM

34
Q

Beeldvormende technieken

A

Er worden twee bundels fotonen met verschillende energieniveaus door het lichaam gestuurd

Verhouding tussen stralen geeft de lichaamssamenstelling weer

35
Q

DEXA

A
  • Dual Emission X-ray absorptiometry
  • Absolute hoeveelheid vet in elk lichaamssegment meten
  • Nadeel: geen onderscheid tussen subcutaan en abdominaal vet + duur
36
Q

CT en MRI

A

Intra-abdominale hoeveelheid vet berekenen

Kostbaar, maar het best aangezien de verdeling tussen visceraal vet en subcutaan vet belangrijk is