H6 - Klantacquisatie: verkoop en prijsbepaling [deel 2] Flashcards

1
Q

Waardoor kwam de macht bij affiliates te liggen?

A

Met de toenemende vraag van adverteerder aan affiliates om hun producten/diensten aan de man te brengen, ontstond er een soort van marktwerking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Belangrijk voor een succesvolle affiliatecampagne is dat wordt voldaan aan een aantal randvoorwaarden. Wat zijn belangrijke aandachtspunten? (5)

A
  • Keuze netwerken
  • Aanbod affiliate
  • Aanbod consument
  • Reputatie adverteerder
  • Advertentiemateriaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Datafeeds/productfeed

A

Bevat het gehele/ gedeeltelijke productassortimen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Actief campagnemanagement

A

Campagnemanagement is essentieel, het is een continu proces van analyse, aansturing en optimalisatie. Denk aan de kleuren van leads, het leggen van contacten met affiliates en netwerken en het testen van advertentiemodellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Van de vergoeding die een adverteerder geeft voor een lead of sale gaat er een percentage naar …. ?

A

De affiliate en naar de netwerken. De affiliate doet moeite om conversies te generen en het affiliatenetwerk stelt zijn systeem beschikbaar en regelt de financiële afhandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke prijsmodellen zijn er? (4)

A
  1. Cost per mille (CPM)
  2. Cost per click (CPC)
  3. Cost per sale (CPS)
  4. Cost per lead (CPL)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Cost per mille

A

Betalen per 1.000 vertoningen van de online advertentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Cost per click

A

Of pay per click (PPC). Betalen per klik op de online advertentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Cost per sale

A

Of Cost per order (CPO). Betalen per gegenereerde sale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Cost per lead

A

Betalen per gegenereerde lead

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hybride model

A

Een combinatie van twee of meer prijsmodellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar zijn de inkomsten van stakeholders afhankelijk van?

A

Het is belangrijk voor affiliate marketing dat de campagnes goed worden doorgemeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom is het voor de adverteerder erg belangrijk dat de campagne goed wordt doorgemeten?

A

Zodat er eerlijk en niet onnodig te veel wordt betaald aan affiliates en netwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Uit welke stappen bestaat het proces van affiliate marketing?

A
  1. De strategie en de doelstellingen bepalen
  2. Het netwerk selecteren
  3. Het affiliatiesysteem inrichten
  4. De campagne managen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat wordt er bij stap 3. ‘Het affiliatiesysteem inrichten’ gedaan?

A

Na het kiezen van het netwerk en aanbod zal het campagnesysteem van het netwerk worden ingericht. Hierbij wordt het campagnemateriaal ingeladen, worden de campagnes meetbaar gemaakt en worden affiliates ingelicht over de campagne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Operationeel niveau (campagnemanagement)

A

De campagne wordt aangestuurd aan de hand van taken als kleuren van leads/sales, contacten met netwerken en affiliates, zorgen voor correcte doormeting van de campagne, selectie en controle van website etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Strategisch niveau (campagnemanagement)

A

Hier wordt nagedacht over de huidige strategie en wordt vooruitgekeken hoe affiliate marketing voor de adverteerder in de toekomst verder kan worden uitgebouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Affiliate marketing in de online marketingmix

A

Affiliate marketing is een verzameling van online kanalen die zich onderscheidt door de vorm (via wederverkopers) en het afrekenmodel (performance based)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waarom kan het handig zijn om affiliates uit te sluiten van Google AdWords?

A

Zodat er niet wordt geconcurreerd en geboden op dezelfde zoekwoorden

20
Q

In de praktijk kunnen prijzen verschillen tussen de online prijzen en de prijzen in de traditionele winkel (2)

A
  1. Kopers kunnen prijzen online heel gemakkelijk vergelijken

2. Kopers kunnen direct op prijzen reageren door al dan niet verder te klikken

21
Q

Het verdienmodel is de beschrijving van de manier waarop winst wordt gegenereerd. De organisatie kan kiezen voor een direct of indirect model. Leg deze modellen uit.

A
  • Direct model:
    hierbij betaald de bezoeker een vergoeding aan de eigenaar van de website of applicatie voor de verleende diensten of het gekochte product
  • Indirect model:
    hierbij worden de inkomsten bij derden gegenereerd, bijv. bij fabrikanten van producten die onder de aandacht worden gebracht
22
Q

3 Directe verdienmodellen die online veel voorkomen

A
  1. Directe verkoop
  2. Een vergoeding per verkochte eenheid (bijv. nummer op iTunes
  3. Een abonnement per gebruiker, computer, website, uur, hoeveelheid data of onbeperkt
23
Q

Binnen de verdienmodellen komen specifieke vormen van prijsstelling voor. Benoem deze vormen (6)

A
  1. Persoonsgebonden prijs
  2. Geslaagde prijs
  3. Hybride prijs
  4. Simulante gebruikersprijs
  5. Bundelprijs
  6. Upgradeprijs
24
Q

Persoonsgebonden prijs

A

Iedere gebruiker in een organisatie of huishouding betaalt een prijs gebaseerd op het gebruik van het product

25
Q

Geslaagde prijs

A

De prijs per gebruiker is afhankelijk van de hoeveelheid gebruik, waarbij verschillende categorieën zijn.

26
Q

Hybride prijs

A

Dit is een combinatie van een vaste abonnementsprijs of toegangsprijs en variabele kosten voor het gebruik van het product

27
Q

Simulante gebruikersprijs

A

De prijs is gebaseerd op het daadwerkelijke aantal gebruikers op een specifiek moment

28
Q

Bundelprijs

A

Dit is een lagere prijs voor een bundel van producten

29
Q

Upgradeprijs

A

Dit is een prijs om van de ene versie van een product naar de volgende te gaan

30
Q

Voor informatiegebaseerde producten is het zeer moeilijk geworden een winstgevend verdienmodel te bedenken. Er wordt dan gekozen voor indirecte verdienmodellen. Welke soorten indirecte verdienmodellen zijn er? (4)

A
  1. Advertentiemodellen
  2. Klickmodellen
  3. Aanbiedingsmodellen of kortingsmodellen
  4. Veilingmodellen
31
Q

Klickmodellen

A

Inkomsten worden gegenereerd uit het doorklikken naar fabrikanten of leveranciers

32
Q

Aanbiedingsmodellen of kortingsmodellen

A

De fabrikanten of leveranciers geven een vergoeding voor de producten/diensten die als aanbieding worden verkocht of voor de publicatie van de aanbieding

33
Q

Er zijn 3 veelgebruikte tijdelijke prijstactieken

A
  1. Producten aanbieden met korting
  2. Prijsbundeling
  3. Veilingen

[weggevers, gratis financiëring van het gekochte product en gratis verzending zijn ook tijdelijke prijstactieken]

34
Q

Welke vormen van bundeling van prijzen zijn er? (4)

A
  1. Pure bundeling
  2. Gemixte bundeling
  3. ‘Add on’-bundeling
  4. ‘Tie in’-bundeling
35
Q

Pure bundeling

A

De klant kan alleen de bundel als geheel kopen, niet de losse producten

36
Q

Gemixte bundeling

A

De klant heeft een keuze om de bundel te kopen of de losse onderdelen

37
Q

‘Add on’-bundeling

A

Er is sprake van een hoofdproduct en een bijproduct. Het bijproduct wordt niet verkocht zonder het hoofdproduct.

38
Q

‘Tie in’-bundeling

A

De koper is verplicht het bijproduct af te nemen bij het hoofdproduct

39
Q

Belangrijkste veilingmodellen (4)

A
  1. Het Engelse model
  2. Het Hollandse model
  3. Een gesloten veiling
  4. Een omgekeerde veiling (reverse auction)
40
Q

Het Engelse model (veiling)

A

Hierbij wordt bij opbod gekocht. De hoogste bieder mag het kopen

41
Q

Het Hollandse model (veiling)

A

Hierbij wordt er met een hoge prijs begonnen en vervolgens zakt de prijs gestaag

42
Q

Een gesloten veiling

A

Hierbij kunnen de aanbieders elkaars bod niet zien.

43
Q

Een omgekeerde veiling (reverse auction)

A

Bedrijf brengt inkoopbehoefte uit waarop verschillende toeleveranciers offerte uitbrengen

44
Q

Dynamic Price Discrimination

A

Dit is het hanteren van dynamische prijzen. Door de grote mate van interactie en meetbaarheid van het internet maakt het relatief gemakkelijk om de juiste prijzen vast te stellen:
[Prijzen die onder specifieke omstandigheden of bij specifieke doelgroepen leiden tot een optimaal resultaat]

45
Q

Marginale kosten

A

Kosten die je hebt, wanneer je een extra product produceert

46
Q

Marginale opbrengsten

A

Extra opbrengsten die een bedrijf heeft, als het geval van een extra product dat is verkocht

47
Q

Zonder prijsdiscriminatie kiest de organisatie voor de prijs die leidt tot winstmaximalisatie. Op welk punt bereiken ze dit?

A

Dit is het punt waar de marginale opbrengsten (MO) gelijk zijn aan de marginale kosten (MK)