H3.3: Zintuigen: voelen Flashcards
Proprioceptie
Receptoren die informeren over spierspanning zodat positie en houding van lichaam in de ruimte kan worden bepaald
Naakte huid
Handpalmen, voetzolen, lippen, delen van geslachtsorganen
Veel (tast)receptoren
Gebruik je om aan te raken
Behaarde huid
Wordt aangeraakt door anderen
Minder (tast)receptoren, wel C-afferenten: informatie van huid naar brein (van belang voor affectieve aspecten, zoals emotieregulatie)
Vrije zenuwuiteinden
Normale neuronen zonder bijzondere inkapseling
Verschillende zenuweinden staan in voor verschillende functies:
- Thermoceptie: detectie van temperatuurverandering in huid
- Nociceptie: detectie van pijn
- Kriebelen, jeuk en aangename zachte streling
Folliculaire zenuweinden
Gewikkeld rond haren net onder talgkliertjes
Detecteren beweging van het haar (horripilatie, passieve beweging door wind, …)
Snelle adaptatie: reageren vooral op verandering, getriggerd door beweging
Merkel schijfjes
SA1 (slow adapting 1)
Mechanoreceptoren: receptoren reageren op druk of vervorming (vooral in vingertoppen)
Heel klein, scherp afgelijnd receptief veld
Trage adaptatie: blijft vuren onder druk
Belangrijk om rand van objecten en puntvormige druk te voelen
Lichaampjes van Meissner
FA1 (fast adapting 1)
Mechanoreceptoren
Klein, scherp afgelijnd receptief veld (groter dan Merkel schijfjes)
Snelle adaptatie, typisch on-off: vuren zowel bij druk als bij verdwijnen van druk
Cruciaal voor waarnemen van contouren, fijne texturen/structuren en lichte aanrakingen, vooral van bewegende objecten → grip/’slippage’
Enkel op naakte huid, vooral in vingertoppen
Lichaampjes van Ruffini
SA2 (slow adapting 2)
Mechanoreceptoren
Groot, weinig afgelijnd receptief veld
Trage adaptatie
Gevoelig voor het uitrekken van de huid
Lichaampjes van Pacini
FA2 (fast adapting 2)
Mechanoreceptoren
Groot, weinig afgelijnd receptief veld
Snelle adaptatie
Gevoelig voor vibratie
Aanwezig in huid en spieren
Rechtstreeks contact niet noodzakelijk → nuttig voor gebruiken van objecten/werktuigen
Thermoreceptoren
Eiwitten die zich op vrije zenuweinden bevinden
TRP: transient receptor potential (elk gevoelig voor bepaald bereik aan temperaturen)
TPRM3: extreme hitte
TRPM8: koelheid en menthol (muntjes)
TRPV1: hitte en capscaïcine (pikantheid)
TRPA1: wasabi receptor
Somatosensorische circuit: subcorticale route (axonen van nauwkeurig gelokaliseerde informatie)
- Informatie verzamelen van huid, spieren, organen
- Ruggenmerg
- Axonen stijgen door dorsale kolom in witte stof van ruggenmerg
- Dorsale kolomnuclei in medulla (waar ze kruisen)
- Verdere stijging via mediale lemniscus
- Ventrale posterieure nucleus (VPN) thalamus
- Primaire somatosensorische cortex
Somatosensorische circuit: subcorticale route (axonen van weinig nauwkeurig gelokaliseerde informatie)
- Informatie verzamelen van huid, spieren, organen
- Ruggenmerg
- Vormt meteen synaps (kruising)
- Stijging via spinothalamische baan
- Ventrale posterieure nucleus (VPN) thalamus
- Primaire somatosensorische cortex
Ventrale posterieure nucleus (VPN) thalamus
Somatotopische organisatie: naburige delen van de huid communiceren met naburige delen in thalamus
Mediaal: gezicht, tong ; lateraal: ledematen, romp
Anterieur: proprioceptieve informatie
Midden: tactiele informatie
Posterieur: nociceptieve informatie
Primaire somatosensorische cortex
Brodmann areas 1,2,3: gehele postcentrale gyrus
Verschillende somatotopische kaarten van het lichaam voor verschillende somatosensorische kwaliteiten
Secundaire somatosensorische cortex
Deel van het pariëtale operculum
Grotere receptieve velden, meer interpretatief
Objectherkenning (tast), pijn, brug naar tactiel geheugen