H3.3: Fysiologie van gal Flashcards

1
Q

waaruit bestaat gal?

A
  • galzouten
  • cholesterol
  • fosfolipide
  • geconjugeerd bilirubine
  • elektrolyten, water
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar komen galzouten vandaan?

A

hepatocyten (worden via poortader gerecycled)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

functie galzouten

A
  • vormen galmicellen met fosfolipide en cholesterol
  • emulgeren lipiden
  • transportmiddel voor in vet oplosbare vitamies (ADEKB12)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bron cholesterol en fosfolipide

A

hepatocyt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

functie fosfolipiden

A

plasmamembraan de galmicellen niet laten oplossen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waarvan worden galzouten gemaakt?

A

cholesterol. gaat dus van onoplosbaar naar oplosbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

omzetting cholesterol in galzuur

A

OH groep toegevoegd in alfa positie (onderkant; drie polaire groepen allemaal aan een kant van het molecuul. de hydrofobe staart wordt verkort en wordt een carboxylgroep aan gezet (carbonzuur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

galzout gaat verbinding aan met aminozuren

A

glycine => glycocholaat
taurine => taurocholaat

zelfde type verbinding als in eiwitten (isopeptide binding) maar niet gevoelig voor eiwitsplitsende enzymen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat voor molecuul is galzout?

A

amfoteer: gemengd lipofiel en hydrofiel => emulgator

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

bij bepaalde galzoutconcentratie (CMC =kritische micellaire concentratie) worden multimeren gevormd

A

micellen. kleinste = 4 galzout moleculen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe worden galzouten uit het bloed gehaald?

A

door hepatocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke drie transporteurs bevat het apicale celmembraan van een hepatocyt?

A
  • BSEP => galzouten
  • sterolin => cholesterol
  • MDR3 =>fosfolipiden

dit komt dan in de bile ducts terecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat wordt er in de gal ducten toegevoegd? en hoe wordt dit gereguleerd?

A

bicarbonaat rijke vloeistof. door secretine via cAMP en CFTR

MEMORAID

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welke drie processen zijn van belang bij het maken van gal?

A
  1. hepatocyten (galzoutonafhankelijk) : de hele tijd water en elektrolyten afgeven
  2. vochtafgifte van hepatocyten neemt toe naarmate er meer galzouten worden uitgescheiden (choleretisch effect)
  3. ductulaire secretie van die bicarbonaatrijke vloeistof (CFTR-afhankelijk)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waar worden galzouten afgebroken?

A

distaal ileum (begin colon)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe worden galzouten afgebroken?

A

gedeconjugeerd door bacteriele hydrolases (aminozuren worden er weer afgeknipt) => hydrofober en wordt opgenomen

17
Q

UDCA / ursodiol

A
  • galzout dat in het gal van beren zit
  • niet-amfoteer
  • niet-toxisch
  • stimuleert choleretisch effect
  • kans op galstenen kleiner
  • door dit aan pt te geven verkleint de kans op galstenen
18
Q

voordelen orale UDCA therapie

A
  • choleretisch effect (toegenomen galflow) => spoelt galwegen/-stenen door
  • remt de novo synthese “toxisch” endogeen galzout
  • niet hepato-toxisch
19
Q

entero-hepatische cyclus van galzouten

A

memoraid;
1. in duodenum al passieve diffusie naar bloed en poortader vooral door niet-geconjugeerde (lipofiel/hydrofobere) galzouten
2. distale ileum haalt IBAT de galzouten eruit naar poortader
3. de rest gaat naar colon naar die bacterien en passieve diffusie
4. de rest via poep weg bv cholesterol

20
Q

terugresorptie galzouten

A

memoraid

21
Q

neuro-humorale regulatie van galsecretie

A
  • ductulaire secretie
  • galblaas contractie
  • sfincter van oddi
22
Q

galvorming in drie stappen

A
  1. secretie door hepatocyten in canaliculi
  2. transport en toevoeging van bicarbonaat door cholangiocyten
  3. opslag in galblaas
23
Q

waardoor wordt de galzouten synthese bepaald?

A

door hoeveel galzouten er in de hepatocyten komen via de poortaders

als er dus niet genoeg terugkomt wanneer de heropname niet werkt bijv met crohn of een missend eind ileum, wordt er meer aangemaakt

24
Q

CFTR wordt geactiveerd door …

A

secretine

glucagon en VIP kunnen dit ook maar dan een beetje

25
Q

CFTR wordt geremd door …

A

somatostatine

26
Q

welke twee exchangers bij galblaasepitheel?

A
  • Na, H pomp
  • Cl, bicarbonaat pomp
27
Q

galblaasepitheel

A

Na en Cl wordt in bloed opgenomen en water volgt dus de gal wordt geconcentreerder en zuurder => minder snellere neerslag van de zouten in gal

28
Q

belangrijke regulator van vulling galblaas

A

sphincter van oddi (!)
maar ook vullingstoestand galblaas en relatieve druk in galgang

29
Q

hoe wordt de sphincter van oddi bestuurd?

A

n. vagus. bij zien/ruiken eten => CCK => vagale respons=> galblaas gecontraheerd en sphincter van oddi gerelaxeerd

30
Q
A