H21: Training for anaerobic and aerobic power Flashcards

1
Q

Wat zijn de principes van overload, specificiteit, individuele verschillen en reversibiliteit in training? Geef voor elk een voorbeeld.

A
  • Overload: het trainen in overload stimuleert hele specifieke adaptaties die ervoor zorgen dat lichaam meer efficiënt gaat werken.
  • Specificiteit: de metabolische en fysiologische adaptaties zijn afhankelijk van de intensiteit, duur en frequentie van overload. Zo zorgt krachttraining voor specifieke kracht adaptaties en stimuleert aerobe training specifieke aerobische adapataties.
  • Individuele verschillen: iedereen reageert anders op eenzelfde trainingsprikkel.
  • Reversibiliteit: het stoppen met trainen draait de effecten van training terug.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn metabole aanpassingen van anaerobe training?

A
  • Toename in gebruik anaerobe substraten (rustwaardes van getrainde atleten voor ATP, PCr, creatine en glycogeen toegenomen)
  • Toename in aantal en activiteit van anaerobische enzymen (voornamelijk in type II snelle vezels)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de metabole, cardiovasculaire en pulmonaire aanpassingen van aeroob trainen?

A
  • Metabool: toename in mitochondria (in aantal, grootte en functie), toename in vetmetabolisme en efficiënter gebruik van vetzuren en efficiëntere koolhydraatmetabolisme. Als gevolg hoeft er minder koolhydraat gebruikt te worden als brandstof en kan er meer vetzuur gebruikt worden. Ook is er optimisatie van de spiervezels die gebruikt worden voor de type training.
  • Cardiovasculair: hypertrofie van het hart (toename in massa en volume hart), toename in plasmavolume en daling van hartslag (met gepaarde toename in slagvolume).
  • Pulmonair: toename in maximale ventilatie (met gepaarde toename in teugvolume en ademfrequentie wanneer VO2max toeneemt). Daarnaast wordt het pulmonaire systeem meer efficiënt, waardoor vermoeidheid uitgesteld wordt en zuurstof dat niet wordt gebruikt voor de ademhaling, overblijft voor de actieve spieren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een atletenhart en wat zijn de structurele en functionele verschillen tussen het hart van een duursporter en krachtatleet?

A

Een atletenhart ontstaat door hypertrofie van het hart. De vergroting van het hart wordt gekenmerkt door eccentrische of concentrische hypertrofie.

  • Eccentrisch: toename in de grootte en volume van de linkerventrikel door de toename in bloedvolume. Hierdoor neemt het slagvolume toe. Eccentrische hypertrofie is het gevolg van aerobische training: het hart past zich aan door meer bloed rond te pompen om de toename in zuurstofbehoefte bij te houden. Door de efficiëntere hartwerking, daalt de hartslag in rust.
  • Concentrisch: toename in dikte van de spierwanden van het hart door de toename in druk/weerstand. Krachttraining veroorzaakt concentrische hypertrofie. Hierdoor kan het hart krachtiger pompen om de toename in weerstand en druk tijdens krachttraining tegen te gaan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de rationale voor het gebruik van hartslag om de aerobe trainingsintensiteit vast te stellen?

A

De hartslag heeft een lineair verband met de maximale zuurstofopname (VO2max) en daarmee het energieverbruik. Het zegt dus wat over de trainingsintensiteit waarop getraind wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn twee voordelen van trainen op de lactaatdrempel?

A
  • De lactaatdrempel zegt iets over de intensiteit van training. Hoe hoger de intensiteit van training, hoe groter het effect van training.
  • Het meten van de lactaatwaarde is een specifiekere manier om te weten wat er in het lichaam gebeurd dan de hartslag gebruiken om de intensiteit te bepalen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het rationale van interval training?

A

Het doet beroep op het anaerobe systeem, maar omdat je korte onderbrekingen doet in de training zal er geen accumulatie van lactaat zijn en zal er voornamelijk gebruik gemaakt worden van het ATP-PCr systeem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het meest voorkomende overtraining syndroom en welke factoren dragen bij aan overtraining bij duursport?

A

Parasympatische overtraining: het overheersen van de activiteit van de nervus vagus tijdens rust en fysieke activiteit.

Factoren die bijdragen aan overtraining zijn:
* functionele gebreken in de werking van de HPA-as en adrenaline-as te zien in verminderde excretie van norepinefrine en desensitizatie voor β-adrenerge receptoren.
* toename in ACTH en GH en afname in cortisol en insuline.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly