H11: Individual differences and measurement of energy capacities Flashcards

1
Q

Wat is het generality principle en het specificity concept?

A
  • Generality principle: training in een bepaalde activiteit kan ook voordelen opleveren in andere, gerelateerde activiteiten. Verbeteringen in één activiteit kunnen algemene fysieke capaciteiten versterken die nuttig zijn in andere sporten
  • Specificity concept: training leidt tot specifieke adaptaties die vooral nuttig zijn voor de activiteit waarop is getraind. De voordelen zijn beperkt tot die specifieke activiteit en niet noodzakelijk overdraagbaar naar andere activiteiten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Beschrijf het anaerobic-to-aerobic exercise energy transfer continuum.

A

Het anaerobic-to-aerobic exercise energy transfer continuum legt de basis voor het begrijpen van de energieproductie in het lichaam, van kortdurende, intensieve inspanning tot langdurige, gematigde activiteiten. Het laat zien hoe het lichaam zich aanpast en overgaat van een snel, maar beperkt energiemetabolisme naar een meer duurzame en efficiënte energieproductie.
* Bij de start van de activiteit is er aansprake op het anaerobe systeem, omdat de energie hiervan snel beschikbaar is. Echter is dit systeem beperkt in tijd voordat lactaat accumuleert.
* Hierna is er een overgang naar het aerobe syseem (enkele seconden tot een paar minuten van intensieve activiteit). Tijdens deze fase wordt zuurstof beschikbaar gesteld voor de energieproductie, wat het lichaam in staat stelt om langer door te gaan met de activiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke test kan uitgevoerd worden om de capaciteit van het ‘snelle energie’ systeem te meten?

A

Zulke tests testen de capaciteit van het anaerobe systeem, specifiek het ATP-PCr systeem. Hiervoor kan de trap-sprint test (stair-sprint power test) gedaan worden of bijvoorbeeld de spring test (jumping-power test).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe beïnvloeden motivatie, bufferen en training het glycolytische systeem?

A
  • Motivatie: individuen met een hogere pijngrens zijn in staat om door de vermoeidheid te pushen die ontstaat wanneer lactaat accumuleert. Hierdoor kunnen ze langer anaerobisch doorgaan.
  • Buffering: anaerobische training zou potentieel het buffersysteem kunnen verbeteren. Echter hebben getrainde atleten maar een licht verhoogde alkaline reserve in vergelijking met die van sedentaire individuen.
  • Training: getrainde individuen vertonen meer lactaat in hun spieren en in bloed en een grotere depletie van glycogeen na inspanning.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het fysiologische belang van de VO2max?

A

De VO2max is van fysiologisch belang omdat het de maximale capaciteit van het lichaam meet om zuurstof te gebruiken tijdens zware inspanning, wat een kritische factor is voor uithoudingsvermogen en cardiovasculaire gezondheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen VO2max en de piek van zuurstofopname?

A
  • Het afvlakken van de zuurstofopname met toenemende inspanningsintensiteit is wanneer de persoon zijn ware VO2max heeft behaald.
  • De piek van zuurstofopname is wanneer het afvlakken van zuurstofopname niet gebeurd of wanneer prestatie belemmerd wordt door lokale spier-gerelateerde factoren i.p.v. door het circulatoire systeem.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Beschrijf hoe de volgende factoren de VO2max kunnen beïnvloeden:
* Mate van activiteit
* Genetica
* Trainingsstatus
* Geslacht
* Lichaamssamenstelling
* Leeftijd

A
  • Mate van activiteit: variatie in VO2max tussen verschillende maten van activiteit heeft te maken met de spiergroepen die geactiveerd worden. Het lopen op een loopband produceert de hoogste VO2max waardes.
  • Genetica: er zijn veel fysieke kenmerken van fitness die het genetisch component bewijzen. Zo lijkt de VO2max verklaart te kunnen worden door 20-30% genetica.
  • Trainingsstatus: aerobische training verbeterd de VO2 max.
  • Geslacht: vrouwen hebben een lagere VO2max (door o.a. verschillen in lichaamssamenstelling en hemoglobineconcentratie).
  • Lichaamssamenstelling: variatie in lichaamsstelling kunnen voor 70% variaties in de VO2max verklaren.
  • Leeftijd: met de leeftijd neemt de VO2max af.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke voorwaardes zijn er voor het voorspellen van de VO2max op basis van de hartslag tijdens submaximale inspanning?

A
  • Lineair verband tussen hartslag en zuurstofopname. Deze aanname gaat voornamelijk over licht tot matige inspanning. Als de inspanning te hoog wordt, zou het voorspellen van de VO2max a.d.h.v. deze relatie niet meer kloppen.
  • Gelijkwaardige maximale hartslag voor iedereen. Als iemand een hogere/lagere hartslag heeft dan gemiddeld, kan het lineaire verband niet worden gebruikt.
  • Constante economy en mechanische efficiëntie tijdens de activiteit.
  • Dag-tot-dag variaties in hartslag. Als de hartslag sterk varieert van dag tot dag, zou dat de nauwkeurigheid van de schatting verminderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly