CG/8/a Flashcards

0
Q

Waarom eindigde het Ancien Regime allereerst in Frankrijk?

A

De polemiek om de politieke argumentatie op een hoger plan te brengen vond een voedingsbodem in het despotische karakter van de monarchie, corruptie, wanbeheer, kerk-privileges en een onverantwoordelijke aristocratie. Het begon met speculaties over hervormingen en eindigde met omverwerping van de bestaande orde.

p283

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Wat veroorzaakte een gebrek aan polemiek om vernieuwingen door te ontwikkelen in Engeland na de Glorious Revolution (1688)?

A

Met de publicatie van Locke’s verhandelingen begon een periode waarin tevredenheid met de constitutionele verworvenheden overheerste. Een gematigde monarchie met partijenstelsel leverde een subtiel evenwicht op.

p283

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Montesquieu bouwt on L’esprit des lois een nauwgezet betoog op, waarin hij de wetmatigheden en principes van menselijk gedrag en maatschappelijke verschijnselen tracht te ontdekken. Hoe bouwt hij zijn betoog over staatsvorm op?

A

Hij onderscheidt drie politieke categorieen:
- Republiek (volk of deel ervan aan de macht - democratische rep of aristocratische rep)
- Monarchie (vorst gebonden aan fundamentele wetten)
- Despotie (vorst geen beperking gezag = absolutisme)
Het grote onderscheid zit volgens M in het gedrag en taakopvatting van politiek actieve deel bevolking: vertu (rep), honneur (mon), crainte (desp). Deze laatste dienen bewaard te worden om ondergang van deze staatsvorm tegen te gaan.
De mon en rep vragen geen onvoorwaardelijke gehoorzaamheid.

p284-285

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Aan welk politiek systeem gaf Montesquieu de voorkeur en waarom?

A

Patriottisme = neiging algemeen belang te laten prevaleren boven eigenbelang - bewonderenswaardige eigenschap republiek. In 18e eeuwse republieken ver te zoeken (corruptie die stabiliteit bedreigt; volgens M niet mogelijk om dit langere tijd in een republiek te voorkomen.

M gaf de voorkeur aan een monarchie waarin de soevereine vorst gebonden is aan een institutionele structuur en een constitutie/fundamentele wetten. Daarnaast bemiddelde een onafhankelijke adel (M zelf!) tussen vorst en volk.

Politieke macht corrumpeert, daarom dmv constitutie beperkingen opleggen. Gebaseerd op de Engelse monarchie formuleerde hij drie machten die met elkaar in evenwicht dienen te zijn:

  • wetgevend (parlement)
  • uitvoerend (koning)
  • rechtspraak (onafh en onpartijdig)

p285-286

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het Amerikaanse systeem van checks and balances en separation of powers is gebaseerd op…?

A

Montesquieu’s Esprit de Lois (1748)

p287

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom keek men in de tijd van de Verllichting zo op van het denkbeelden van Rousseau?

A

R meende in Discours sur les sciences et les arts (1750) dat vooruitgang in de wetenschappen en kunsten geen bijdrage hadden geleverd aan de verbetering van de menselijke zeden. Geleerden en kunstenaars hadden zich z.i. niet laten leiden door waarheidsliefde, nieuwsgierigheid of talent.

p287

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

‘…nous n’avons plus des citoyens.’ Wat betekende deze zinsnede voor Rousseau?

A

R was republicanist. Republiek was bij hem een rechtsstaat waarin het bevorderen van het algemeen belang voorop stond. Dus niet zoals bij Montesquieu een aristocratie of democratie. ‘Tout gouvernement legitime est republicain’.

p287

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Is Rousseau, net als Montesqieue, een vertegenwoordiger van de science des moeurs?

A

Ja want beide trachtten politiek en moraal te verbinden. R vat het in Emile ou de l’education samen door te stellen dat de maatschappij bestudeerd wordt door de mens te observeren en omgekeerd. Moraal/ethiek en politiek zijn nauw verbonden in de Verlichting en dat is niet het geval in een absolute monarchie. Natuurrecht (Barbeyrac) zorgt voor algemeen kenbare bronnen en kaders van universele en rationele regels, die van de mens een van politieke en morele oordelen voorziene soevereine burger maakt.

p290

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Was de overgang van de oorspronkelijke natuurstaat naar de geordende en beschaafde staat een gelukkige geweest volgens Rousseau?

A

R vond dat een neergang want het concept ‘bezit’ was ontstaan en hierdoor meesters/knechten, arm/rijk, ongelijkheid (Discours sur l’origine et les fondements de l’inegalite parmi les hommes (1755)

p290

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kan de republicanistische Rousseau toegeschreven worden dat hij absolutistisch redeneert?

A

Ja, want hij redeneert als volgt:

  • Een staat die de burger beschermt, verenigt en vrij laat heeft haar basis in een verdrag (contrat social). Hierdoor is absolute volkssoevereiniteit onontkoombaar geworden, na de natuurstaat.
  • soevereiniteit blijft in bezit van volk, regeert zichzelf. Dus geen overdracht van rechten (De Groot, Pufendorf, Hobbes, Locke)
  • Uitoefening politiek gezag door verschillende belangen burgers coordineren (verdeeldheid voorkomen) en op laten gaan in algemeen belang (volonte generale)
  • Volonte generale: staat is als een personne morale, een individu, een rechtspersoon; vormt losse individuen om tot zelfstandig handelende gemeenschap
  • Soevereiniteit is absoluut, ondeelbaar en onbeperkt (Bodin, Hobbes) en manifesteert zich als eenheid. Volkssoevereiniteit en democratie - volk staat niets van rechten en vrijheden af (dus ook geen pouvoir intermediaire)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Collectivisme en individualisme staan bij Rousseau op gespannen voet. Waarom?

A
  • Geloof in goedheid mens vs corrumperend werking maatschappij
  • Verstandig ingerichte maatschappij vs dwangmiddelen toepassen op individuen om aan algemene wil te laten gehoorzamen
  • Behoefte aan een intelligence superieure die wetgever op kritieke momenten kan zijn, uitdrukking geeft aan volonte generale
  • Voorzichtige en gematige overgang (ontwerpen constituties Polen en Corsica)

p292

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de grote verschillen tussen de opvattingen van Montesquieu en Rousseau?

A

M

  • erkenning zekere autonomie individu, ook tegenover macht van de staat
  • constitutie die vrijheid garandeert
  • rechtsstaat
  • scheiding der machten
  • regering

R

  • absolute soevereiniteit concentreren in volonte generale
  • grens tussen individu en staat opgeheven
  • individu identificeert zich volledig met gemeenschap

p293

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Uit welke politiek-wetenschappelijke bronnen hebben de revolutionairen in de Amerikaanse kolonien in 1776) vooral geput?

A
  • De aanlooproute was hun afkomst: Engels constitutionalisme.
  • Montesquieu: scheiding der machten (gekozen president, congres, onafhankelijke rechters die ook een wet na toetsing nietig kunnen verklaren. Individuele, onaantastbare rechten van de bevolking
  • Locke: republicanisme (volkssoevereiniteit en verzetsrecht) en natuurrecht (Declaration of Independence)
  • Montesquieu: The Federalist Papers: federale republiek ivm schaal, ter voorkoming van corruptie en despotisme
  • eigen denken: scheme of represenation: ‘powers directly or indirectly from the great body of the people and administered by persons…limited time or during good behaviour’.

p293-295

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Aan welke theoretische dynamiek was de Franse Revolutie (1788) onderhevig?

A

Abbe Sieyes bracht op grote schaal de positie van de Derde Stand in beeld. De Derde Stand werd niet vertegenwoordigd in de Staten-Generaal, die bij elkaar geroepen waren. Assemblee Nationale (600 man Derde Stand, 1789): volkssoevereiniteit en ontwerp van een eigen constitutie. Sieyes was geinspireerd door Rousseau (onbeperkte volkssoevereiniteit).
Duidelijk is ook de invloed van het recente Franse absolutistische verleden.

p295-297

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Won de ascending of descending politieke theorie het na de val van het ancien regiem?

A

Ascending theory of government (VS en Fr)

p297

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Politieke theorie moet bezien worden tegen contemporaine politieke situatie. Beschrijf deze voor Machiavelli, Bodin, Hobbes, Jurieu en Locke.

A

Machiavelli: orde scheppen in politiek verscheurd Italie met buitenlandse vorsten; daarom almachtige vorst die niet aan regels van moraal hoeft te houden, als bindende factor
Bodin: interne politieke conflicten, daardoor vorstelijk absolutisme nodig om te binden
Hobbes: publiceerde tijdens Civil War
Jurieu: balling uit absolutisme. Betoogde dat Franse koning verdragen schond (Edict van Nantes herroepen en in despotie was vervallen; daarom verzet gerechtvaardigd
Locke: balling, fel tegen absolutisme. Na Glorious Revolution invoeren constitutionele monarchie.

p99 syll

16
Q

Heeft politieke theorievorming een crisis nodig om zich te ontwikkelen?

A

Nee, maar het wordt zonder een crisis wel veel bezadigder (Glorious Revolution, tevreden met constitutionele monarchie)

p99 syll

17
Q

Kan ‘republiek’ ook ‘staat’ betekenen?

A

Ja en dat kan een vergelijking van appels met peren opleveren. Jean Bodin bedoelde met republiek ook een monarchale staatsvorm.

p99 syll
p273 boek

18
Q

Wat is het verschil tussen een ascending theory en een descending theory of government?

A

Ascending:

  • zwaartepunt pol macht bij volk
  • staat bevoegdheden voorwaardelijk af aan representatieve organen of ind
  • republicanisme en leer van volkssoevereiniteit
  • Locke, Frankrijk, VS

Descending:

  • allesoverheersende vorst
  • aan niemand verantwoording schuldig
  • 17e eeuws absolutisme

p99 syll

19
Q

Is een natuurrecht volgens Hobbes iedereen aangeboren?

A

Nee, volgens Hobbes bestaan in de oersamenleving recht en onrecht niet, geen particulier eigendom. Zijn noties die niet bij een ongesocialiseerd oermens horen.

p100 syll

20
Q

Is het terecht dat Rousseau (volkssoevereiniteit, democratie) als wegbereider van de totalitaire staat wordt bestempeld, door sommigen?

A

De volonte generale sloot dissidenten uit. Die moesten worden gedwongen zich te conformeren. Lijkt erg op nationaal-socialisme.

p100 syll

21
Q

Noem een aantal hoogtepunten uit de nieuwe post-revolutionaire grondwet

A

De macht werd geseculariseerd, geen droit divin.
Scheiding van de machten
Afschaffing adel, feodaliteit, patrimoniale rechten
Functies werden niet meer verkocht
Belastingen voor iedereen
Afschaffing gilden (einde protectionisme)
Geen erkenning religieuze geloften (zie afschaff belast)

p296