Blok 8 week 7 + 8 Flashcards

1
Q

wat is articulatiewerk?

A

(coördinatie en integratie. Articulatiewerk is overal waar arbeid is verdeeld en geïntegreerd en gecoördineerd dient te worden. Het omvat ‘het samenvoegen van (1) talrijke taken en, clusters van taken en segmenten van de totale boog, (2) het samenvoegen van inspanningen van verschillende unit-workers (individuen, afdelingen, enz.), (3) het samenvoegen van actoren met hun verschillende soorten werk en bijbehorende taken’.

bv: na opnemen telefoon even notitie voor je collega maken zodat die weet hoe en wa

Articulatiewerk is een belangrijk onderdeel van professionalisme. (het vormt de verbinding naar ‘georganiseerde professionaliteit’ = combi van organistationele logica en professionele logica).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke 3 typen articulatiewerk zijn er?

A

1: intraprofessioneel
- individuele uitvoering van taken Bv. bezoeken van patiënten, praten met patiënten, hun vertrouwen winnen, medicatiesysteem aanpassen en situatie monitoren om verergering van de situatie te voorkomen.

2: interprofessioneel
- verbeteren van samenwerking en coördinatie tussen professionals van verschillende organisaties en sectoren Bv. bij complexe zaken wordt er door formele en reguliere zorgverleners samen gewerkt en na verloop van tijd wordt de patiënt weer geïntroduceerd in het reguliere servicesysteem. Integratie van publieke voorzieningen.

3: lekenarticulatiewerk
- organiseren en stimuleren van informele zorg en zelfmanagement. Bv. gericht op het minimaliseren van de hoeveelheid professionele zorg door het organiseren en ondersteunen van sociale netwerken door cliënten te leren hoe zij zichzelf het beste kunnen verzorgen. Voornamelijk interactie met cliënten, hun verwanten, buren en vrijwilligers. Merendeel van de interacties is casual en vindt plaats tijdens activiteiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke perspectieven zijn er op professionalisme?

A

1: lijst van kenmerken en gedragingen (checklist benadering)
- individuele professional, met name altruisme, deskundigheid, zelfreflectie, en/of van de beroepsgroep zoals zeggenschap over de eigen opleiding, zelf bepalen van kwaliteitscriteria

2: een rol die functioneel is voor de samenleving
- de rol die individuele professionals spelen in de maatschappij. Omdat de groep een belangrijke maatschappelijke functie vevult, maar moeilijk te controleren valt, hebben ze de rol om zichzelf te controleren. (dat komt vanuit vertrouwen).
- gefocust op de groep

3: een sociale constructie
- professionele beroepsgroepen als machtsblokken: onderhandeling/strijd om domeinen.
- professionalisme als tactiek om domein, status, inkomen te vergroten.
- dynamisch perspectief en kijkt naar de ontwikkeling van professies vanuit een interactieperspectief.

3: gericht op macht: wat is het meest belangrijk? Wat wordt als meest belangrijk gezien? Binnen het professionalisme nu bijv. nadruk op mentale gezondheid. Samenwerken is het overschrijden van grenzen en zelfopoffering.

4: een vorm van sociale controle
- professionalisme wordt gezien als een institutie om macht en controle uit te oefenen. Professionalisme in de zorg legt bepaalde vormen van kennis en handelen vast in een dwingen kader voor haar leden en de samenleving.
4: meer macroniveau, professionals hebben er daarom niet veel invloed op. Is er een paradigmaverandering? Hoe wordt er samengewerkt? Hoe worden professies gewaardeerd in de samenleving?

→ idee van controle: wie controleert er wie, wie heeft status, wie heeft macht? Hoe zit de maatschappij in elkaar?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer is er sprake van disarticulatie?

A

Bij een gestandaardiseerde werkomgeving waarin gespecialiseerde professionals aparte taken hebben en zich aan een strak tijdsschema moeten houden,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke dilemma’s zijn er (interprofessionele samenwerking)
bij het bepalen van collectieve voorkeuren? (=mensen denken tijden hun acties ‘wat de groep wil’ ipv wat ze als individu willen) - Artikel Rose

A

dilemma’s identiteit
- hoe professionals zichzelf zien en hoe anderen de professional zien. Hangt samen met professionele identiteit.
Bij de T-shaped professional is er een sterke vervaging van grenzen van de taken en identiteit van de professional;

Dilemma’s expertise

Hierbij komt naar voren dat sommige taken door mensen worden gedaan die lager opgeleid zijn dan de professional, wat als onderwaardering kan voelen van de expertise van de T-shaped professional. Daarnaast is er geen opleiding nodig voor de generalistische taken die de T-shaped professional uitvoert, wat diegene snel vervangbaar maakt;

bv: zelfsturende teams:

Dilemma’s territorium
- het gaat hier over de taken en wat ze precies doen, en dat dat best wel in hokjes wordt geplaatst.

staat in verband met identiteit en expertise. Door een vervanging van de grenzen en een gebrek aan beschrijving van het articulatiewerk kan er onduidelijkheid bestaan over het domein van een professional. Wanneer professionals hier verschillend naar kijken, kan hierover een conflict ontstaan;

Dilemma’s macht
- de ene professional zal altijd meer invloed hebben dan de ander.n

professionals hebben een verschillende invloed bij besluitvorming en verschillende perspectieven. Wanneer een mening sterker naar voren komt dan de ander, kan dit leiden tot een gevoel van onderwaardering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke dilemma’s zijn er (zelfregie) (art dwarswaard)

A

1: patient autonomie vs optimale medische uitkomsten
- Wanneer zelfmanagement wordt gezien als nakoming van het medische regime, komt de autonomie van de patiënt in het geding. De patiënt wordt overtuigd om de juiste keuzes (in de ogen van de verpleegkundige) te maken, zodat er een gewenste en goede medische uitkomst is.

Bv: mensen die je geld geeft om te investeren voor zichzelf, en ze gaan bier kopen ervan. Ga je dan als professional ingrijpen om dit te verbieden? Of niet, want het is iemand zijn eigen keuze.

2: autonomie vd patient respecteren vs betrokkenheid van de patient stimuleren.
- Verpleegsters moeten geen taken overnemen die de patiënten zelf nog kunnen, tegelijk moeten patiënten de autonomie hebben over alledaagse keuzes als manier en tijd van wassen. Wanneer een patiënt liever verzorgd wordt, dan dat deze zelf de activiteiten moet uitvoeren, is er een botsing tussen beide. Verpleegsters vinden dat dit geen autonomie is en dat deze wens niet zomaar in vervulling moet worden gebracht.

3: holistische benadering vs. bewaken van professionele grenzen.
- Patiënten worden gestimuleerd zich aan een medisch regiem te houden, maar tegelijkertijd krijgen zijn ondersteuning voor de sociale impact van een medische aandoening. Toch is het lastig om te bepalen hoever ondersteuning buiten de grenzen van de verpleegsters kan gaan. De privacy mag niet geschonden worden.

bv: dilemma’s bij uithuisplaatsing. Ga je melden bij veilig thuis of niet?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een T-shape professional?

A

Een T-Shaped professional heeft diepgaande kennis binnen zijn eigen expertise, verticale deel van de T. Daarnaast beschikt deze professional over vaardigheden en competenties om te kunnen verbinden met andere disciplines, het horizontale deel van de T. (en het horizontale deel bevat ook het articulatiewerk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De literatuur over professionals toepassen op het wijkteam

A

T-shape professional:

dilemma’s

Articulatiewerk:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Positieve gezondheid vanuit macro-, meso- en micro-perspectief benaderen

A

..

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke 4 aspecten van zelfregie zijn er bij positieve gezondheid?

A
  1. Eigenaarschap: een mens is eigenaar over zijn eigen leven en keuzes daarbinnen. Het gaat hier om het recht om zelf te kiezen en bepalen, wat iets anders is dan het daadwerkelijk doen!
  2. Eigen kracht: het vermogen om zelf te beslissen, bepaald door kennis, vaardigheden, zelfvertrouwen en handelingsruimte.
  3. Motivatie: dat wat iemand motiveert, persoonlijke waarden, een goed leven in eigen ogen.
  4. Contacten: iets betekenen voor anderen en andersom, plezier en zorgen delen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe komt het dat de professional steeds meer onder druk komt te staan?

A

Professionals komen steeds meer onder druk te staan. Oorzaken:
➔ Interprofessionele opleiding en training;
➔ Samenwerking in interprofessionele teams;
➔ Bezuinigingen;
➔ Toenemende invloed van managers;
➔ Meer nadruk op controle en regulering;
➔ Meer invloed van patiënten;
➔ Van exclusiviteit en specialisatie naar interprofessioneel werken, maar daarmee
ook naar fragmentatie en coördinatieproblemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is beleid?

A

“beleid is het streven naar het bereiken van bepaalde doeleinden met bepaalde middelen en bepaalde tijdskeuzes.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is beleidsvervreemding? welke consequenties?

A

wanneer beleid zo ver van de praktijk staat, dat professionals zich niet meer herkennen in het beleid.

Consequenties:
➔ Weerstand bij professionals;
➔ Slechtere prestaties in de publieke sector; ➔ Professionals raken plezier in het werk kwijt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Op welke manier gaan wijkprofessionals om met het spanningsveld tussen beleid en praktijk? (Postma, Oldenhof en putters 2014)

A

Theoretisch startpunt:
De logica van het organiseren en de professionele logica worden vaak tegenover elkaar gezet. Dat gaat voorbij aan het feit dat professionals zich ook bezig houden met het organiseren/managen van hun werk. Dit wordt georganiseerd professionalisme genoemd. In de praktijk kunnen de twee logica’s dus best samen gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Meer autonomie leidt tot meer articulatiewerk. Welke nieuwe dilemma’s brengt dit met zich mee

A
  • Verantwoordelijkheid voor toewijzen van zorguren en budget: als verpleegkundige moet je dus kiezen hoe je je tijd moet verdelen tussen patiënten;
  • Domeinstrijd met andere ‘generalistisch werkende professionals’: bijv. maatschappelijk werkers zijn ook gewend meer generalistisch te werken, waarbij de vraag wordt wie er uiteindelijk eindverantwoordelijk is voor de zorg;
  • Druk vanuit bepaalde organisaties om cliënten door te verwijzen, mede door de afhankelijkheid van omzet en de marktwerking;
  • Beperkte zelfredzaamheid van cliënten en hun sociale omgeving. Soms is de sociale omgeving een onderdeel van het probleem.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer ontstaat inter-professionele samenwerking?

A

Inter-professionele samenwerking ontstaat wanneer samenwerking nodig is, vaak bij complexe cases, en wanneer professionals gezamenlijke doelen en verantwoordelijkheden hebben. Dit wordt vaak op groepsniveau gecreëerd.. Hiervoor zijn gedeelde perspectieven nodig en moet iedereen bereid zijn te acteren als een groep.

17
Q

Wat komt in artikel dwarsaard & van de Bovenkamp naar voren?

A

In het artikel komt naar voren dat de professional steeds meer autonomie bij de patiënt moet laten en de patiënt meer moet investeren in zelfmanagement. De professional krijgt in die zin een iets minder dominante rol.

in het artikel genoemde dilemma’s en voorbeelden.
➔ Autonomie patiënt vs. medische behandeling → Wanneer een behandeling is
voorgeschreven, maar de patiënt weigert op basis van kwaliteit van leven;
➔ Respect autonomie patiënt vs. betrokkenheid patiënt → arts wil de patiënt
betrekken bij keuze tussen behandelingen, maar de patiënt vindt alles goed en wil
doen wat de arts denkt dat goed is;
➔ Holistische benadering vs. professionele grenzen → bijv. wanneer een
verpleegkundige ziet dat iemand veel stress heeft en de verpleegkundige komt bij diegene thuis, ziet veel ruzie thuis en denkt aan mogelijke doorverwijzing voor andere zorg. Maar: is dat niet te veel bemoeien met het privéleven van de patiënt?
Bij al deze dilemma’s komt naar voren dat van een zorgprofessional meer wordt gevraagd dan alleen de specialistische kennis, het verticale deel van de T. Bij iedere casus moet de zorgprofessional holistisch naar de patiënt kijken om goede kwaliteit van zorg te kunnen leveren.

18
Q

gevolg T-shape professional voor professionalisme als lijst van kenmerken en gedragingen

A

1: iedere professional heeft een eigen pad gevolgd in opleiding, maar alle paden moeten worden samengevoegd om te kunnen samenwerken, terwijl alle professionals anders zijn opgeleid en andere kwaliteitscriteria hanteren.

19
Q

gevolg T-shape professional voor professionalisme als rol die gespeld wordt in de samenleving

A

2: meer samenwerken zorgt voor meer controle door andere professionals, niet in eigen bubbel professie uitvoeren.