Blok 6 Flashcards
stappenplan differentieren
1: constante verdwijnt
2: kopieer de exponent (=macht) naar voren
3: doe de oorspronkelijke exponent -1.
supply=
Demand =
supply = vraag Demand = Aanbod
wat is allocatieve efficientie?
We betalen als consument nooit meer dan het echt kost om zo eenheid te maken. (prijs is gelijk aan marginale kosten)
- p = mk
wat is kostenefficientie?
Prijs is gelijk aan laagste punt op lange termijn gemiddelde kostencurve (er is geen enkele lagere prijs mogelijk zonder dat aanbieders gelijk verlies gaan maken).
- p = Gkcurvemin
Vuistregel voor winstmaximalisatie?
MO = MK
5 oorzaken monopolie
1: exclusieve controle over belangrijke productiefactoren (bv: beers (diamanten)
2: schaalvoordelen (vb: 1 bedrijf dat voor je huis drinkwater levert)
3: patenten
4: netwerkeffecten
5: wet en regelgeving
Vuistregel voor maximale output
P = GTK.
GTK berekent door : TK/Q
Aan welke vier noodzakelijke randvoorwaarden moet volgens Eijkenaar en Schut zijn voldaan om uitkomstbekostiging tot een succes te maken?
1: adequate risicocorrectie en deling
2: kwaliteitstransparantie, voorkomen van informatieprobleem
3: gedeelde ICT-infrastructuur, belangrijk voor zorgcoordinatie
4: wederzijds vertrouwen
Wat is aanbodgeinduceerde vraag?
Aanbodgeïnduceerde vraag (gedrag) is een vorm van vraaginductie. Er wordt meer zorg geleverd dan er gevraagd wordt.
Voordelen van winstuikering in de zorg zijn:
- Trekt investeerders aan die geld in de zorg steken. Bedrijfseconomische kennis wordt verreikt.
- Toetreding aantrekkelijk lagere prijs en betere kwaliteit. Marktdynamiek neemt toe.
- Doelmatigheid verbeteren door kostenbesparing
- Bij de mogelijk op winst, komt de focus te liggen op het efficiënt uitvoeren van processen.
- Niet meer volledig afhankelijk van vreemd vermogen, maar kunnen bouwen op eigen vermogen.
- Mogelijkheid om te innoveren met het winstgeld, hier is de zorg bij gebaat.
Nadelen van winstuikering in de zorg zijn:
- Geld verdienen kan boven goede zorg gaan staan, te sterke focus op winst. De winst kan gegenereerd worden door opbrengsten omhoog of de kosten omlaag te brengen. Ook kan de winst uit de zorg weglekken doordat het naar onderaannemers etc. toe gaat.
- Meer opbrengsten: rechtstreeks effect op de betaalbaarheid en financiële toegankelijkheid
o Meer behandelingen doen van een lagere kwaliteit en die vaak onnodig zijn (SID)
o Onredelijke prijsverhogingen
o Upcoding: onterecht dure zorg in rekening brengen. DBC die meer uitgebreid is declareren, principaal weet niet welke DBC het meest geschikt was dus agent kan een duurdere nemen. - Minder kosten: rechtstreeks effect op kwaliteit en fysieke toegankelijkheid
o Bezuinigen op kwaliteit (bv. minder handen aan bed)
o Minder aanbod (door minder focus op toegankelijkheid)
o Risicoselectie: patiënten die al gezonder aan een behandeling beginnen selecteren en de anderen niet behandelen
leg de aanwezigheid en mogelijke gevolgen van principaal-agent probleem in de gezondheidszorg uit
aanwezigheid:
- 5 soorten: pt - zorgaanbieder (a), zorgverzekeraar - verzekerde (a), zorgverzekeraar - aspirant-verzekerde (a), verzekerde - zorgverzekeraar (a), zorgverzekeraar - zorgaanbieder (a)
gevolgen: vraaginductie
Gevolgen vraaginductie:
stimulerend: meer vraag naar zorg, remmend:
4 voorwaarden voor perfecte marktwerking:
- Aanbieders verkopen allemaal hetzelfde product
- Aanbieders zijn prijsnemers
- Toe- & uittreding is vrij
- Aanbieders & vragers beschikken over perfecte informatie
de werking en het resultaat van de marktvorm monopolie grafisch en wiskundig analyseren.
- dalende vraagcurve (dan monopoly).
De vraagcurves vallen niet samen. P > mO
Winstmaximalisatie: MO=MK, en hoeveelheidsmaximalisatie: P =GTK
de werking en het resultaat van de marktvorm perfecte concurrentie grafisch en wiskundig analyseren;
- P = MO (allocatieve efficientie),
- P = MO = MK.
oligopolie =
een industrie die wordt gedomineerd door enkele grote bedrijven. Een bedrijfstak met een concentratieverhouding van vijf bedrijven van meer dan 50% wordt bijvoorbeeld als een monopolie beschouwd.
4 voorwaarden van Eikenaar en Schut voor succesvolle uitkomstenbekostiging:
1: Adequate risicocorrectie en -deling, niet alleen de meest gunstige patiënten behandelen
- Anders prikkel tot risicoselectie
- Risicodeling = dat de zorgaanbieder het gaat delen met zorgverzekeraar (dat de zorgaanbieder niet kan omvallen).
2: Kwaliteitstransparantie, voorkomen van informatieprobleem
- Anders prikkel tot besparen op kwaliteit.
3: Gedeelde ICT-infrastructuur, belangrijk voor zorgcoördinatie (omdat gegevens effectiever uitgewisseld kunnen worden).
- Anders minder zorgcoördinatie door minder gegevensuitwisseling
- Kan direct helpen in pt contact.
4: Wederzijds vertrouwen, eigenlijk zijn er altijd incomplete contracten vanwege de complexiteit van zorg:
- Anders incomplete contracten, hoge transactiekosten en onzekerheid over terugverdienen van lange-termijn investeringen.
Hoe zou de overheid kunnen proberen om te profiteren van de voordelen van winstuitkering, terwijl tegelijkertijd de risico’s worden verminderd?
1: solvabiliteit > 20%, dan kan je eventueel winstuitkeren, want dan financiele positie betrouwbaar. En 3 jaar achtereenvolgend winst gemaakt(% eigen vermogen, om grote problemen op te kunnen vangen vanuit eigen kas).
2: kwaliteit en veiligheidssysteem (binnen organisatie alles op orde, en kwaliteit gewaarborgd)
3: organisatie mag niet onder scherp toezicht staan (IGJ).
4: je mag 50% van de totale winst uitkeren, en je moet toestemming vragen voor winstuitkering.
5 factoren die een monopolie tot gevolg kunnen hebben
1: patenten
2: wet en regelgeving
3: schaalvoordelen
4: netwerken
5: exclusieve. controle over belangrijke productiefactoren (bv: de beers: diamanten).
Welke vormen van bekostigen heb je? (ofwel: basishonorering)
Per consult/verrichting/verpleegdag (fee for service)
- Deze heeft grootste risico op aanbodggeinduceerde vraag, geen prikkels voor preventie, coordinatie/samenwerking en doelmatige substitutie.
per zorgbundel per pt per periode ( bundled payment)
Per zorgbundel per verzekerde per periode ( capitation payment)
Vast bedrag per periode (salaris/budget)
- Groot risico op risicoselectie, geeft geen prikkels voor arbeidsproductiviteit, goede zorginhoudelijke kwaliteit en innovatie.
wat is consumentersurplus?
Financieel voordeel vrageers (verschil tussen betalingsbereidheid en marktprijs)