Blok 6 week 7 + 8 Flashcards

1
Q

op welke manier kan de overheid op een concurrerende zorgverzekeringsmarkt risicosolidariteit realiseren

A

1: subsidies
- premieafhankelijke subsidies (nadeel: verminderen de prikkel om de goedkoopste verzekeraar te zoeken voor de consument en daarmee prikkel voor doelmatigheid van de verzekeraar, en moral hazard verzekerde)

  • kostenafhankelijke subsidies (proporionele risicodeling/hoge kosten verevening / hoge risico verevening. Nadeel: eventuele doelmatiheidwinsten/verliezen worden achteraf gecompenseerd dus prikkel tot doelmatigheid voor verzekeraar verdwijnt).
  • risicoafhankelijke subsidies (risicoafhankelijke voucher, risicoverevening. Voordeel: verstoren concurrentie en prikkels tot doelmatigheid niet)
    2: vormen van premieregulering (doorsneepremie per polis / premiebandbreedte / maximum premie/ verbod op gebruik bepaalde risicofactoren / onopzegbaarheid van de verzekering)
    3: combinatie van subsidies en regulering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is kanssolidariteit?

A

= hier is solidariteit binnen een groep mensen die allemaal dezelfde kans hebben op schade. Hierbinnen treden kruissubsidies op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe verschilt kanssolidariteit van inkomenssolidariteit en risicosolidariteit?

A

inkomenssolidariteit en risicosolidariteit is een subsidierende solidariteit = hier is solidariteit binnen een groep mensen die allemaal een verschillende kans hebben op schade.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

risicosolidariteit =

A

het poolen van kosten van heterogene risico’s, kruissubsidies van lage risico’s naar hoge risico’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

inkomenssolidariteit =

A

hoge inkomens betalen mee aan de kosten voor lage inkomens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is risicoselectie?

A

Acties van consumenten en verzekeraars om risicoheterogeniteit die niet in de premie tot uitdrukking is gebracht, uit te buiten en het samenvoegen van heterogene risico’s in één pool te voorkomen – Newhouse (1996, vertaald).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke 5 hoofdvormen van risicoselectie zijn er?

A

Selectie door verzekerden (anti-selectie):

  • Via keuze wel/geen verzekering (aanvullende verzekering ja/nee)
  • Via keuze omvang/kwaliteit verzekeringsdekking (vb: hoog of laag vrijwillig eigen risico)

Selectie door verzekeraars (deze bijeenkomst en 7.2):

  • Via acceptatiebeleid (i.e. selectie aan de poort).
  • Via productdifferentiatie (vb: zorgverzekeraars contracteren geen zorgaanbieders die met name populaire/belangrijk zijn onder hoge risico’s binnen een premie-risicogroep).
  • Via andere wegen (e.g. marketing, klantenservice etc.)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn mogelijke effecten van risicoselectie (volgens Varkevisser)

A

afhankelijk van t type: afname solidariteit, kwaliteit en/of doelmatigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe kan risicoselectie gemeten worden? (artikel van de ven, kleef en vliet 2015 : hoe kan de NZa risicoselectie op de zorgverzekeringsmarkt aantonen en meten)

A

1: risicosolidariteit (De beoogde risicosolidariteit wordt verondersteld volledig gerealiseerd te zijn als een zorgverzekeraar met een landelijk gemiddelde doelmatigheid, gegeven de risicoverevening, voor elke verzekerde een naar verwachting (o.b.v. het voorspelde, niet het werkelijke resultaat) gelijk bedrag te kort komt.)
2: winst of verliesgevendheid bij een bepaalde premie (relatief goedkoop, echter geeft alleen signaal af van mogelijke risicoselectie, het kan namelijk ook duiden op doelmatigheidsverschillen tussen verzekeraars).
3: meten van welke actie/wel type er sprake is (bij vermoeden op risicoselectie)
4: de afwezigheid van risicoselectie meten.

suggesties waarmee ze sterke signalen kunnen meten

  • selectieve in en uitstroom (bv midddels mistery aanmeldingen of interviews)
  • zorginkoopmodellen
  • zorgbemiddeling en dienstverlening bij differentiatie
  • aanvullende verzekeringen
  • koppelverkoop en collectiviteiten

Enkele aanbevelingen aan NZa:

  1. Prioriteiten stellen: meten is omvangrijk dus richt je op de belangrijkste of meest veelzeggende.
  2. Permanente monitoring: jaarlijks rapporteren.
  3. Meten van de ruimte voor risicoselectie: inzicht in de kwaliteit van de risicoverevening.
  4. Meten van de (non-)selectiviteit van verzekerdenbestanden en de jaarlijkse in- en uitstroom.
  5. Signaaltoezicht.
  6. Transparantie zorgkwaliteit en zorg-inkoop-criteria: toezicht op kwaliteit van ingekochte zorg kan selectie voorkomen.
  7. Adequaat handhavingsinstrumentarium: doordat selectie vaak niet in strijd is met de wet is het niet duidelijk of het huidige instrumentarium toereikend is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke 3 modaliteit zijn er voor het organiseren van risicoafhankelijke subsidies?

A

modaliteit a: vouchermodel

Modaliteit b: externe risicoverevening

modaliteit c: interne risicoverevening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Modaliteit a: voordelen en nadelen

A
  • Nadelen: je weet niet of het geld ook daadwerkelijk aan zorg wordt besteed, voor de uitvoering is dit te complex, hoge transactiekosten
  • Voordelen: de patiënt wordt zelfstandiger.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

modaliteit b; externe risicoverevening

A
  • Nadelen:
  • Voordelen: lagere premie, dus iedereen kan z’n kosten betalen omdat er voor de hogere premies een bijdrage en een subsidie is (minder kans op wanbetaling). Zorgtoeslag zal niet meer nodig zijn. Ook hebben relatief gezien de doelmatigheidsverschillen tussen verzekeraars een groter effect op de premie. Mensen blijken gevoelig voor relatieve prijsverschillen en dit is bij een lage premie hoger dan bij een hoge premie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Modaliteit C: interne risicoverevening

A
  • Nadelen: hogere premie (want reele geldstroom via subsidiefonds kleiner dan bij a en b), en lastig om de bijdrage inkomensafhankelijk te maken
  • Voordelen:
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn andere toepassingen van de techniek ‘risicocorrectie’?

A
  • Budget voor zorgaanbieders
  • Zorgbudget voor gemeenten
  • Uitkomst/effectmeting
  • Uitkomstbekostiging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke vormen van ADR zijn er?

A

mediation :(bemiddeling, 3e partij erbij) (mediation stelt dat beide partijen met elkaar verder willen, als dat niet zo is wordt mediation lastig. Uitkomst is een overeenkomst: niet beeindigd maar opgelost)

arbitrage : (= beslechting van geschillen door particulieren op basis van een overeenkomst tussen partijen)

  • geregeld in boek 4 van het wetboek van burgelijke rechtsvordering (Rv)
  • als arbitrage overwogen wordt dan is het niet meer mogelijk naar de burgelijk rechter te gaan! (wel kan een burgelijk rechter de arbritage vernietigen als: arbitrageoverenkomst ontrbeekt/ scheidsgerecht verkeerd is samengesteld / scheidsgerecht zich niet aan zijn opdracht heeft gehouden / vonnis niet is ondertekend of gemotiveerd / vonnis in strijd is met de openbare orde).

bindend advies (niet wettelijk geregeld, uitspraak is geen vonnis maar een overeenkomst)

  • bindend advies kan worden getoetst door de gewone burgelijke rechter (marginaal= heetft de adviseur in redelijkheid tot de uitspraak kunnen komen? redelijkheid en billijkheid)
  • overeenkomst tot onderwerping van een geschil aan bindend advies is een vaststellingsovereenkomst (op basis van jurisprudentie).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is ADR?

A

Alternative Dispute Resolution (ADR): vormen van geschiloplossing die buiten de overheidsrechter om plaatsvinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

welke voor en nadelen heeft ADR (via geschillenintantie) (tov geschillen via burgelijk rechter)

A
(?)
voordelen:
- snel
- goedkoper
- laagdrempelig en informeel,
- niet openbaar

nadelen:
• geschilbeslechter is geen jurist dus minder juridisch nauwkeurig gekeken naar de zaak
• flexibele procedure kan leiden tot onnodige vertraging
• arbitrage kan duur uitpakken doordat vooraf onbekend is hoeveel uur eraan besteed gaat worden
• verkorte duur kan leiden tot onrust als de overeenkomst niet gehaald wordt
• laagdrempeligheid beperkt doordat men onbekend is met alternatieve geschilbeslechting en tot slot door vertrouwelijkheid vaak geen precedentwerking van een beslissing (door ontbreken van jurisprudentie waarop men in hoger beroep kan gaan).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

uitleggen op welke wijze zorgverzekeraars het declaratiegedrag van hun gecontracteerde zorgaanbieders bezien op rechtmatigheid en doelmatigheid;

A

Materiële controle is de controle door zorgverzekeraars of een zorgaanbieder (hierna: arts) een gedeclareerde prestatie wel daadwerkelijk heeft geleverd (rechtmatigheid) en of die prestatie de meest aangewezene was (doelmatigheid). Art 1, lid 1, sub u regeling zorgverzekering.

Voor deze controle mag de zorgverzekeraar alleen gebruikmaken van tot patiënten herleidbare medische gegevens als na eerder onderzoek met geaggregeerde gegevens nog steeds sprake is van een redelijk vermoeden van ondoelmatig of onrechtmatig handelen. Er moet dus altijd een duidelijke aanleiding zijn.

  • een zorgverzekeraar mag inzage van pt dossier van verzekerde zodra: - Er schriftelijke toestemming van de individuele verzekerde is, en aan de voorwaarde van art. 7.8 van de regeling zorgverzekering is voldaan. Dus: er eerst een algemeen controleplan is uitgevoerd en hier een risicoanalyse op is uitgevoerd, de lichtere instrumenten onvoldoende zekerheid hebben geboden, is voldaan aan een controledoel en deze gecommuniceerd is aan de zorgverlener en tot slot wanneer de medisch adviseur bereid is om voor inzage ter plaatse te komen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat is zorgfraude, welke vormen zijn er en hoe oordeelt de strafrechter daarover?

A

zorgfraude = declareren van onverzekerde zorg als verzekerde zorg, meer zorg declareren dan feitelijk geleverd, declareren van zorg terwijl geen zorg is geleverd (pgb), etc. (belang: aanwezigheid van ‘opzet’ is bepalend).

vormen:
- Witwassen (gewoonte, schuld en opzet), deelname aan criminele organisatie, valsheid in geschrifte, ontneming budget, vervalsing verwijskaarten, verduistering van geld, valse bedrijfsadministratie, te veel geld in rekening brengen, openbaar maken balansen, oplichting.

oordeel strafrechter:
- ontslag van rechtsvervolging / vrijspraak / veroordeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

hoe verschilt een zorgverzekering juridisch van andere schadeverzekeringen?

A

o Het gewone (schade)verzekeringsrecht gaat uit van contractvrijheid; voor de zorgverzekering bestaat een verzekeringsplicht (art. 2 Zvw). Als je legaal in Nederland verblijft, heb je de plicht een zorgverzekering te hebben.
o Een zorgverzekering dekt (in beperkte mate) met terugwerkende kracht (art. 5 lid 5 Zvw). Geen enkele andere verzekering heeft dit. Tot 3 maanden voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst kan de dekking met terugwerkende kracht worden verzekerd. Er moet dan wel 4 maanden premie worden betaald.(als je ongeluk krijgt en nog niet verzekerd bent, en 3 maanden later naar de nieuwe zorgverzekeraar gaat, dan is die aansprakelijk).
o De acceptatieplicht van art. 3 Zvw impliceert dat de mededelingsplicht zich NIET uitstrekt tot informatie over de gezondheidstoestand van verzekerden.
o Meldplicht geldt NIET voor de zorgverzekering. Zie art. 15 lid 1 Zvw.
o Bij niet-nakoming premieplicht vervalt de zorgverzekering NIET en evenmin wordt de dekking geschorst. Zie art. 18a en verder Zvw.
o Een zorgverzekeraar dekt óók gezondheidsschade veroorzaakt door opzet of roekeloosheid van de verzekerde. Zie art. 15 lid 2 Zvw.
o Bereddingsplicht geldt NIET voor de zorgverzekering. Zie art. 15 lid 1 Zvw. (Bereddingsplicht kan bv. het hebben van een brandblusser zijn, zodat je schade kan voorkomen of proberen te beperken. )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de rechtspositie van niet-verzekeringsplichtige onverzekerden?

A

= gemoedsbezwaarde.
Zvw Art. 2 lid 1 stelt dat iedereen die ingevolgde de Wlz van rechtswege verzekerd dient te zijn, een zorgverzekering moet hebben. Iedereen die voor de Wlz verzekerd is, is verplicht ook een Zvw-verzekering af te sluiten. Lid 2, sub b stelt echter dat een persoon op grond van art. 64, lid 1 van de Wet financiering sociale verzekeringen ontheven kan worden van de verplichting. Zij kunnen een aanvraag indienen bij de SVB en deze gaat er dan mee aan de slag.
Ze betalen geen nomiale premie / inkomens afhankelijke bijdrag maar: ze betalen extra belasting (die wordt beheert door CAK, en op die manier dragen ze t zelfde bij als jij en ik). Art. 57 lid 1 beschrijft dat zij een bijdragevervangende belasting moeten betalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is detailcontrole?

A

Detailcontrole = onderzoek door de zorgverzekeraar naar bij de zorgaanbieder berustende persoonsgegevens met betrekking tot eigen verzekerden ten behoeve van materiele controle of fraudeonderzoek: art. 1 lid 1 sub x Regeling Zorgverzekering

  • • Controle waarbij zwaardere instrumenten worden gebruikt, o.a. inzage in het medisch dossier. Deze detailcontrole vindt plaatst onder verantwoordelijkheid van de medische adviseur van de zorgverzekeraar (art 7.8 Regeling zorgverzekering)
23
Q

uitleggen tot welke conflicten de uitoefening van deze controlebevoegdheid (materiele controle) leidt en hoe de burgerlijke rechter daarmee omgaat

A
  • schending privacy?, er moet een duidelijke onderbouwing zijn / reden voor detailcontrole
24
Q

welke consequenties zijn verbonden aan de juridische verschillen tussen zorgverzekering en overige schadeverzekeringen?

A

moral hazard verzekerde, wanbetalingen

25
Q

welke consequenties zijn verbonden aan de juridische verschillen tussen zorgverzekering en overige schadeverzekeringen?

A
  • als iemand premie niet betaald = wanbetaler: CAK verantwoordelijk zvw Art 18a (bij achterlopen 2 maandpremies dan doet zorgverzekeraar aanbod tot betalingsregeling, termijn van 4 wkn om dit teaanvaarden, Bij niet aanvaard: en maandpremie opgelopen tot 6 of meer maandpremies dan wijst verzekeringsnemer mogelijkheden van schuldhulpverlening, na 4 mnd: verzekeraar dient over te gaan tot melding (art 18c, Zvw), na 6 Mnd: melding CAK, dan volgt bestuursrechtelijke premie van ten minste 110% en hoogste 130%, deze houdt de CAK in op door hem aan de verzekeringsnemer verschuldigd loon
    ofwel: je zult altijd betalen en je zult altijd verzekerd blijven.
  • roekeloosgedrag kan zorgen voor moral hazard (want toch verzekering / dekking schade)

-

26
Q

uitleggen wat de juridische verschillen zijn tussen het contracteren van zorgaanbieders t.b.v. naturaverzekerden en contracteren t.b.v. restitutieverzekerden

A

restitutie wordt altijd tot marktconforme tarief verzekerd, voor de natura geldt het hinderpaalcriterium maar krijgt altijd maar een percentage vergoedt (niet volledige bedrag).

27
Q

uitleggen welke eisen de NZa stelt aan het contracteren van zorgaanbieders t.b.v. naturaverzekerden; en

A

natura verzekerden:

  • zorg moet tijdig (er zijn max aanvaardbare tijdigsheidsnormen vastgesteld, je hebt toegangstijd en wachttijd), bereikbaarheid en kwaliteit
  • naderuitgewerkt in art 16 sub b wmg, zorgplicht: art 11, zvw, nza beleidsregel TH/BR025 (toezichtkader zorgplicht zorgverzekeraars zvw.
  • Doel beleidsregel: chrijven van de wijze waarop de NZa, met inachtneming van de verplichtingen en normen genoemd in deze beleidsregel, toezicht houdt op rechtmatige uitvoering van de zorgplicht door zorgverzekeraars.
28
Q

uitleggen wat het hinderpaalcriterium inhoudt en welke betekenis er in de rechtspraak aan gegeven wordt.

A

Hinderpaalcriterium = de vergoeding van niet-gecontrcteerde zorg mag niet zo laag zijn dat daarmee voor een verzekerde een ‘feitelijke hinderpaal’ wordt opgeworpen om die zorg te gebruiken. (art 13. zvw) - vergoeding 75-80% van het ‘marktconforme tarief’ levert geen feitelijke hinderpaal op. (marktconforme tarief is gemm tarief dat de zorgverzekeraar heeft gecontracteerd voor een bep zorgvorm). -
- zorgverzekeraar mag de hoogte van de vergoeding zelf bepalen als die maar hoger is als nihil

rechtspraak:
- marktconforme tarief: gaande gemm modale pt die deze vorm van zorg behoeft en niet de minst vermogende pt. en voor feitelijke hinderpaal moet gekeken worden naar de omstandigheden van het geval van een individuele pt.

29
Q

voordelen arbitrage boven bindend advies

A
  • De partij die in het gelijk is gesteld heeft een vonnis waarvan de inhoud slechts bij hoge uitzondering door de rechter kan worden getoetst. Op grond van arbitraal vonnis zal hij gemakkelijk een executoriale titel kunnen verkrijgen, d.w.z. tenuitvoerlegging kunnen bewerkstelligen.
  • Arbitrage is wettelijk geregeld (nl in Rv) en is daarom vooral aangewezen bij zaken van een aanmerkelijk belang. je kiest alleen arbitrage als er ook echt iets op het spel staat. In de zorg dus vaak gekozen voor bindend advies.
30
Q

Voordelen bindend advies boven arbitrage

A
  • Niet wettelijk geregeld, in het geheel geen wettelijke voorschriften, dus ook een niet-juridisch geschoolde deskundige kan met bindend advies beter overweg dan met arbitrage. Bezwaar dat nakoming van advies in rechte moet worden afgedwongen en in dat verband de inhoud (zij het marginaal) moet worden getoetst door de rechter, wordt bij het institutionele bindend advies vaak ondervangen doordat daar de nakoming vooraf verzekerd is.
31
Q

ADR in t zorgverzekeringsrecht

A
  • arbitrage en bindend advies veelal institutioneel karakter
  • art 114 zvw (door onafhankelijke instantie (geschillencommissie zorgverzekeringen onder SKGZ), deze vraagt advies aan ZiN) - bij SKGZ eerst ombudsman die zit of geschil door mediator kan worden opgelost. de Geschillencommissie brengt bindende adviezen uit.
  • verzekerde heeft keuze tussen geschillencommissie en gewone burgelijk rechter
32
Q

zorgplicht verzekeraar:

A

De verplichting van een zorgverzekeraar ervoor te zorgen dat een verzekerde de zorg (natura), of vergoeding van de kosten van zorg alsmede desgevraagd zorgbemiddeling (restitutie), krijgt waar hij behoefte aan en wettelijk aanspraak op heeft. Het gaat hierbij zowel om de inhoud en omvang van de (vergoeding van) zorg als om de kwaliteit, tijdigheid en bereikbaarheid van de verzekerde zorg. (vind je niet terug in de wet, maar in beleidsregel die is opgesteld door de zorgautoriteit)

33
Q

wat is cessieverbod?

A
  • De zorgverzekeraar kan echter een zgn. cessieverbod opnemen in de polisvoorwaarden. Dit verbod blokkeert dan in beginsel de mogelijkheid voor de patiënt om zijn vordering (afgenomen dienst of product die nog niet betaald is). over te dragen aan de zorgaanbieder
34
Q

hoe oordeelt de rechter over cessieverbod?

A
  • Rechter ziet het cessieverbod niet als sturingsinstrument van zorgverzekeraars. Doelmatigheid van zorg speelt geen rol. Dat is anders vwb gedeeltelijke vergoeding voor zorg betrokken van nietgecontracteerde zorgaanbieders o.g.v. art. 13 lid 1 Zvw.
35
Q

welke argumenten voor en tegen cessieverbod voeren zorgverzekeraars?

A

voor

  • Het staat zorgverzekeraars vrij om een cessieverbod met verzekerden overeen te komen.
  • Het is van belang dat verzekerden zelf de facturen krijgen, opdat zij bewust worden dat zij daar zelf in beginsel een deel van moeten voldoen.
  • Het cessieverbod voorkomt extra administratieve lasten.
  • Er zijn al vermoedens van onrechtmatig declareren door de zorgaanbieder; patiënt fungeert als extra controlemiddel.
  • Het verschil tussen gecontracteerde en niet-gecontracteerde zorg is door de wetgever beoogd en daarmee ook het onderscheid in wijze van betaling. I.e. ondernemersrisico van niet-gecontracteerde zorgaanbieders.
  • Fraude komt méér voor bij niet-gecontracteerde zorg; cessieverbod is een extra controlemiddel.
  • Frauduleuze zorgaanbieders kiezen bewust voor status van niet-gecontracteerde zorgaanbieder.
  • Verzekerden kiezen bewust voor lastenverzwaring door te kiezen voor een niet-gecontracteerde zorgaanbieder.

Tegen
o Zorgaanbieder heeft er vanwege het debiteurenrisico (cliënten zijn (ex-)verslaafden) belang bij rechtstreeks declareren bij zorgverzekeraar.
o Doelgroep zorgaanbieder bestaat uit kwetsbare mensen met psychische problematiek, die veelal met schuldenproblematiek kampen.
o Zorgaanbieder wordt geconfronteerd met incassoproblemen.
o Door het cessieverbod vormt de patiënt een extra schakel bij de betaling van zorgkosten.
o Patiënten hebben recht op een effectieve behandeling (wordt doorkruist door debiteurenrisico) en vrije artsenkeuze.
o Met het cessieverbod werpt de zorgverzekeraar (nog) een hinderpaal op voor verzekerden om zorg in te roepen bij een niet-gecontracteerde zorgverzekeraar.

36
Q

De vereveningskenmerken in het huidige model (van zvw) zijn

A

: leeftijd, geslacht, regio, DKG (diagnose kostengroepen), FKG (farmaciekostengroepen), aard van het inkomen, sociaaleconomische status, meerjarig hoge kosten en hulpmiddelenkostengroepen HKG. De regering heeft aangekondigd dat zij in 2013 het model zouden verbeteren en het financieel risico van verzekeraars zouden afbouwen.

37
Q

veelgebruikte criteria noemen waar een risicofactor idealiter aan moet voldoen om deze te kunnen gebruiken bij het bepalen van de hoogte van risicoafhankelijke subsidies

A
  • juiste prikkels (vermindering prikkels tot risicoselectie/ behoud prikkel tot doelmatigheid / behoud prikkel tot preventie en gezondheidsverbetering / geen prikkel tot het aanleveren van onjuiste informatie)
  • juiste verevening (validiteit = vereveningskenmerken dienen zonder vertekening het onderliggende concept te meten / geen verevening voor risicofactoren waardoor solidariteit niet wordt beoogd / vereveningskenmerken moeten zonder meetfouten worden gemeten = betrouwbaarheid / geen compensatie voor risicofactoren die over en ondergebruik weerspiegelen)
  • uitvoerbaarheid (gegevens beschikbaar / voldoende draagvlak / transactiekosten mogen niet buiten proportioneel zijn / subsidiebedragen per risicogroep mogen niet te veel schommelen over de jaren heen / benodigde gegevens dienen niet manipuleerbaar te zijn )
38
Q

wat is vraag-geinduceerd moral hazard?

A

risicovoller gedragen omdat jezelf niet opdraait voor de financiele concequenties (vanuit de consument)

  • ex-ante moreel risico : gedragseffect (men doet minder moeite om schade te voorkomen, –> verschuiving van de vraagcurve. )
  • ex-post moreel risico : prijseffect (als men meer zorg gebruikt dan nodig –> verschuiving langs de vraagcurve, als de prijs voor de consument lager ligt dan wordt er meer gevraagd)
39
Q

wat is aanbod-geinduceerd moral hazard?

A

preventiebehandelingen (zijn duur en de pt weet niet dat het onnodig is), tandartsen die nog wat meer foto’s maken dan nodig is.

40
Q

welke methodologische problemen kunnen optreden bij het identificeren en kwantificeren van moreel risicogedrag?

A
  • Selectie effecten: de groepen moeten gelijk zijn, zodat je het effect van puur de variabele kan meten die je wil meten
  • Ontbreken relevante informatie: je moet de exacte zorgkosten weten, vooral de groep zonder verzekering is lastig
  • Simultane andere veranderingen: veranderingen die gelijktijdige met de onderzochte verandering optreden en dus voor een bias kunnen zorgen
  • Latente vraag: wanneer je van het ene op het andere moment een uitgebreide verzekering invoert voor een bepaalde groep (bv. Obama-care), dan kan het zo zijn dat die mensen veel meer zorg gaan gebruiken en dat het aanbod hier niet aan kan voldoen. Je meet dan een toename in zorgkosten door de uitbreiding van de verzekering, maar wanneer het aanbod groter was geweest de verandering mogelijk ook nog groter was geweest.
41
Q

moreel risico vaker bij zorgverzekeringen dan bij andere schadeverzekeringen. 3 specifieke kenmerken van zorgverzekering die bijdrage aan moreel risico:

A
  • Schade moeilijk te taxeren door verzekeraar; bij een normale schadeverzekering wordt een schade-expert ingeschakeld en die geeft de exacte schade door aan de verzekeraar, in de zorg gebeurt dit door de zorgaanbieder en dit kan de zorgverzekeraar niet controleren.
  • Moeilijk om de premie te relateren aan preventieve activiteiten; bv. het in huis hebben van een brandblusser, dit is voor zorgverzekeringen moeilijker waardoor de prikkel voor preventie niet aanwezig is voor consumenten (bereddingsplicht geldt niet).
  • Verzekeraar kan geen beroep doen op de schadebeperkingsplicht; wanneer de verzekerde zich in de nesten heeft gewerkt door eigen schuld, mag de verzekeraar de vergoeding niet weigeren. Bv. bij een levensverzekering mag dit wel, dan wordt de schade bij een zelfdoding niet gedekt.
42
Q

welvaartseffecten van zorgverzekeringen

A

welvaartsverlies
- ongewenst moreel risico: dat stukje extra zorgconsumptie dat niet opweegt tegen de extra kosten. (mo < mk)

Welvaartswinst:

  • risico-overdracht, minder financieel risico (eerder preventieve zorg)
  • toegang tot anders onbetaalbare zorg
43
Q

conclusies noemen van toonaangevende onderzoeken naar het effect van zorgverzekeringen op het zorggebruik en de gezondheid van verzekerden

A

RAND: conclusie: moreel risico treedt in de praktijk daadwerkelijk op (Mensen met een volledig dekkende verzekering hadden 75% hogere zorgkosten dan mensen met een lagere verzekeringsdekking. Het extra gebruik heeft voor de ‘gemm persoon’ geen significante baten opgeleverd)

OREGON experiment
- Per toeval is moral hazard hier onderzocht, dit onderzoek was hier oorspronkelijk niet voor opgezet. (=natuurlijk experiment). Resultaten: +35% aan zorgkosten voor de groep met verzekering, in vergelijking met de groep zonder verzekering.

44
Q

Hoe kan moreel risico beter worden tegengegaan in de Nederlandse zorgverzekering?

A

2 strategieen

1: aanbodzijde
- selectief contracteren van zorgaanbieders (wel doelmatige aanbieders en niet met ondoelmatige)
- utilization management (bv second opinion –> op deze manier het zorgproces sturen en zo doelmatigheid bevorderen)
- wijze waarop zorgaanbieders worden bekostigd (verschillende wijze van bekostigen hebben verschillende prikkels tot doelmatigheid)

Via de vraagzijde

  • bewustmaking verzekerden van collectieve kosten
  • eigen betalingen. (eigen risico / procentuele bijbetaling / eigen bijrage / combinatie van bovenstaand).
45
Q

uitleggen welke beleidsinstrumenten de verzekeraars en de overheid hebben om moreel risicogedrag op een (zorg)verzekeringsmarkt tegen te gaan.

A
  • Eigen risico verhogen: mensen met een lager inkomen en mensen met chronische aandoeningen kunnen dit niet betalen.
  • Inkomensafhankelijk eigen risico: zo kan iedereen het betalen, de rijken moeten dan wel meer inleveren.
  • Premiedifferentiatie op basis van leefstijl.
  • De verhogingen van het vrijwillig eigen risico meer stapsgewijs laten maken.
  • Huisartsenzorg onder het eigen risico laten vallen, wel inkomensafhankelijk.
  • Gepaste eigen betalingen
  • Verschoven eigen risico: je gaat dit pas betalen nadat je al een bepaald bedrag aan zorg hebt betaald.

Aan de ene kant wil je moreel risico tegengaan, maar je wil de toegankelijkheid niet belemmeren.

46
Q

wat is materiele controle?

A

is de controle door zorgverzekeraars of een zorgaanbieder (hierna: arts) een gedeclareerde prestatie wel daadwerkelijk heeft geleverd (rechtmatigheid) en of die prestatie de meest aangewezene was (doelmatigheid). Art 1, lid 1, sub u regeling zorgverzekering. (het was ook te vinden in art 7.5 lid 1).

Voor deze controle mag de zorgverzekeraar alleen gebruikmaken van tot patiënten herleidbare medische gegevens als na eerder onderzoek met geaggregeerde gegevens nog steeds sprake is van een redelijk vermoeden van ondoelmatig of onrechtmatig handelen. Er moet dus altijd een duidelijke aanleiding zijn.

47
Q

wat is de regeling bij een onverzekerbare onverzekerden? (mensen die illegaal in NL verblijven)

A

zvw: zorg wordt vergoed door het CAK als ze dit niet zelf kunnen. Er wordt 80% vergoedt, behalve zangerschappen en bevallingzorg is dat 100% (eerstelijns)
- de zorgverlener kan een rekening indienen bij CAK,

48
Q

hoe is de regeling bij een onverzekerde inwonende in nL?

A
  • subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden: CAK voert dit uit. 100% vergoed.
  • er moet worden voldaan aan aantal eisen: oa medisch noodzakelijke zorg, binnen 7 dagen na verlenen zor melding bij GGD, geen toestemming nodig voor verstrekken persoongegevens, pt is onverzekerd, aanbieder heeft DAEB overeenkomst met het CAK
49
Q

begrip ‘managed care’

A
  • Term ‘managed care’ (MC) oorspronkelijk gebruikt voor technieken die HMO’s (Health Maintenance Organizations) in de jaren ‘70 toepasten om het zorggebruik te beheersen (slide 12) en doelmatigheid in de zorg te bevorderen.

instrumenten (manage care technieken)

  • selectie van zorgaanbieders (–> prijs en kwaliteit concurrentie omdat ze gecontracteerd willen worden)
  • financiele prikkels (bekostiging)
  • zorggebruik-management (in NL poortwachter)
  • overige mechanisme
50
Q

plaats het begrip managed care (MC) in historisch perspectief

A

jaren ‘70-80 opkomst (nav stijgende zorgkosten, prepayment overwegen ipv ‘fee for service’
- jaren 80’ meer MC’s , eind jaren 80: alles MC
-

51
Q

belangrijke lessen uit de VS

A
  • (Selectieve) zorginkoop is een effectief instrument om zorgkosten te beteugelen en doelmatigheid te bevorderen
  • In jaren ’90 ontstond echter flinke weerstand, vooral van de kant van de zorgaanbieders
  • Consumenten zijn bereid iets van hun keuzevrijheid op te geven in ruil voor premiekorting
  • Geef consumenten een keuze tussen verschillende typen polissen met veel en weinig keuzevrijheid
  • Informeer consumenten over (niet)-gecontracteerde aanbieders: verzekeraars konden zichzelf niet onderbouwen
  • Ontwikkel nationale richtlijnen en kwaliteitsindicatoren, met input van zorgaanbieders
  • Alle genoemde vormen behalve indemnity vallen onder MC, maar allemaal in verschillende mate.
52
Q

de oorzaken en gevolgen van de managed-care backlash uitleggen;

A

oorzaken: keuzevrijheid werd beperkt. Weerstand vooral van zorgaanbieder, en media was vnml negatief over MC, de lezer/kijker wordt daardoor beinvloed (media heeft een grote rol gespeeld)

Gevolgen:

  • MC beperkende regulering vanuit overheid (any willing provider los: elke aanbieder die zich meldt moet de verzekeraar contracteren en freedom of choice PPO)
  • samenwerking/fusies zorgaanbieders
  • kostenstijging: hogere premies, minder dekking, door minder mC
  • MC-verzekeraars pasten inkoopstrategie aan (polissen meer keuzevijheid/grotere en bredere ‘provider networks’ / minder stringent gebruik van utilization management / afname financiele doelmatigheidsprikkels).
53
Q

de termen ‘Obamacare’ en ‘ACO’ beschrijven en contrasteren met ‘managed care’;

A

obamacare: value-based bekostigingsmodellen
zorgwet van de regering van de Amerikaanse president Barack Obama die Amerikanen die nog niet verzekerd waren tegen ziektekosten verplicht zich, via internet, in te schrijven voor een zorgverzekering; zorgwet ingesteld onder Obama

ACO (global payments):

  • Door artsen geleide geïntegreerde zorgorganisaties
  • Samenwerkende groep van verschillende typen aanbieders
  • Gezamenlijk verantwoordelijk voor kosten en kwaliteit
  • Realiseren ‘triple aim’ voor afgebakende populatie
  • Nadruk op IT en performance meting/vergelijking