blok 7 week 6 + 7 Flashcards
De rol van kwantitatief onderzoek in een beleidsevaluatie begrijpen;
het geeft de effecten aan.
De belangrijkste uitdagingen waar observationeel onderzoek voor staat uitleggen en oplossingsrichtingen formuleren;
vereisten aan effectevaluatie:
- De situatie voor de interventie bekend is (nulmeting)
- De situatie na de interventie bekend is (nameting)
- Een controlegroep is opgenomen
- De situatie na de interventie kan worden afgezet tegen de gestelde doelen
Vaak niet mogelijk door : onetisch / onuitvoerbaar.
En: Gevaren sociale experimenten (voor interne validiteit) : Spillover effecten / substitutie en hawtorne effect (mensen die wisten dat ze meedoen aan experiment gaan zich ernaar gedragen).
Met behulp van een conceptueel model laten zien met welke relaties rekening gehouden moet worden in de evaluatie.
zie conceptueel model WMO zorg
Hoe komt zorgbeleid tot stand?
- Wat gebeurt er allemaal ter voorbereiding van de
kabinetsformatie?
- Wat is de rol van de doorrekeningen?
Voorbereiding:
- vergezichten (hoog in de doelenboom: wat zijn grote problemen/vraagstukken waarop de overheid zich moet richten? past het/ hoort het/ werkt het/ mag het/
- Adviescommisies en notities: midden in doeleboom: wat zijn de oplossingsrichtingen voor specifieke deelproblemen?’. (bv” ‘hoe organiseren we de zorg voor thuiswonende ouderen?’), vaak uitgevoerd door ambtelijke commissies of door onafhankelijke experts
- kaders . - wat zijn de belangrijkste uitdagingen / hoe staan overheidsfinancien ervoor? / CPB (beleidsneutrale projectiesvoor de middellange termijn en de lt, MLT basispad, vergrijzingsstudie) / Studiegroep begrotingsruimte (Ministeries, andere partijen CPB, geeft advies over beleid voor de komende jaren).
- laag in de doelenboom: effecten op specifieke maatregelen / focust alleen op de effectiviteit (hoe-vraag) BMH: brede maatschappelijke heroverwegingen, vanuit de overheid, ministerie van financien / zorgkeuzes in kaart (voorbereiding op de doorrekening van het CPB, allee n voor de zorg).
Deel 1: doorrekening
rol doorrekening: specifiek bekijken van individuele maatregelen wat het effect is (budgetaire impact + vertalen van partijprogramma in concrete maatregelen).
Deel 2: beleidsadvies
Deel 3: keuzes in kaart
Vier redenen waarom bestaande wetenschappelijke studies niet passen op de beleidsvraag (ex- ante advies op basis van bestaande studie)
externe validiteit: 4 dingen op letten
1: specifieke sample (zijn de resultaten ook geldig als we die willen toepassen op andere populatie?).
2: hawtorne (deelnemers aan de studie gedragen zich anders dan ze normaal zouden doen)
3: speciale aandacht (in een studie wordt een interventie vaak beter uitgevoerd dan wann die daarna ‘in het echt’ wordt)
4: algemene evenwichtseffect / lange termijn effect
Verschil tussen interne en externe validiteit van een studie
interne validiteit = de validiteit van de studie zelf. Dus meet de studie wat het moet meten?
- betrouwbaarheid (statistische power, bij nogmaals onderzoek uitvoeren komen er dezelfde resultaten uit?) - causaliteit en design
Externe validiteit = of de resultaten van het onderzoek generaliseerbaar zijn naar andere populaties dan de studiepopulatie.
Hoe lees je een doorrekening van een verkiezingsprogramma?
- Denken in afruilen
- Wat willen de partijen met de zorg(uitgaven)?
Economie is keuzes maken in schaarste
- trade-offs (afruil) –> elke maatregel heeft baten en kosten
- Efficiency vs equity
- Risico vs doelmatigheid.
Afruilen in doorrekening:
- Korte termijn (koopkracht, lage belastingen, hogere uitgaven) vs lange termijn (overheidsschuld, houdbaarheidssaldo)
Equity vs efficiency
- Inkomstenbelasting maakt de inkomensverdeling gelijker (eerlijker?).
- inkomstenbelasting verlaagt de totale werlvaart doordat werken minder loont.
Doorrekeningen geven inzicht in concrete verschillen in afwegingen van doelen tussen politieke partijen.
ongelijkheid: lorenz curve en gini coefincient
Mate van gelijkheid van inkomstenverdeling (uitgedrukt in gini-coefficient).
Gebied a geeft de ongelijkheid aan. En de gini-coefficient = opp A / (opp A+B). Hoe groter de gini hoe ongelijker de inkomensverdeling is.
(zie afbeelding pp)
Omschrijven en vergelijken van de verschillende betekenissen en conceptualiseringen van integrale zorg;
integrale zorg = Een holistische benadering en samenwerking van artsen om te kunnen voldoen aan de behoeften van de patiënt, de zorg wordt om deze behoeften heen georganiseerd.
Integrale zorg is dus een benadering waarbij de fragmentatie die leidt tot ongewenste uitkomsten, wordt voorkomen door in te spelen op behoeften van de patiënt en de zorg holistisch te benaderen.
Niveaus:
- persoon (a user led definition)
- organisatie (a proces-based definition used bij many national goverments in order to understand the different components)
- systeem (a health system based definition).
Actoren
- de definitie verschilt per actor, omdat actoren verschillende percepties en perspectieven hanteren.
Omschrijven van de doelen die worden beoogd met integrale zorg;
- Zorginhoudelijk: het verbeteren van de kwaliteit van zorg, kwaliteit van leven, tevredenheid en efficiëntie, het versterken van de patiënt en het zorgen dat zij kunnen leven zoals zij wensen, 1 adres voor de patiënt (vb hogere pt tevredenheid)
- Personeel: betere loopbaanperspectieven, tevredenheid
- Financieel: het verbeteren van de zorgverlening in termen van kwaliteit, toegankelijkheid, financierbaarheid, het verbeteren van de doelmatigheid, het verkrijgen van middelen
- Organisatorisch: efficiëntie in processen bereiken, het verbinden en coördineren van verschillende professies, diensten, organisaties en systemen, het bijeenbrengen van verschillende zorgvormen en vormen van dienstverlening (bijv. acute zorg, welzijn etc.)
- Strategisch: verbeteren positie en marktaandeel
Uiteenzetten van de betekenis van transmurale zorg, ketenzorg, zorgketen, zorgnetwerk, diseasemanagement en zorgprogramma.
Transmurale zorg = ketenzorg
Ketenzorg = netwerkzorg
Zorgketen = de keten van hulpverlening in de zorg
Zorgnetwerk = gecoordineerde manier van samenwerken van een groep
Diseasemanagement = De programmatische en systematische aanpak van specifieke ziekten en gezondheidsproblemen door middel van het gebruik van managementinstrumenten met als doel de kwaliteit en doelmatigheid bevorderen. (vb diabeteszorg)
Zorgprogramma = een set afspraken met systematische aanpak van de behandeling en de zorg voor een specifieke patientengroep met een chronische aandoening
Plaatsen van voornoemde vormen van organiseren gebaseerd op samenwerking in de context van de conceptualisatie van integrale zorg;
Benoemen van de kenmerken van diseasemanagement;
Disease managmenet = De programmatische en systematische aanpak van specifieke ziekten en gezondheidsproblemen door middel van het gebruik van managementinstrumenten met als doel de kwaliteit en doelmatigheid bevorderen. Kijken naar een chronische ziekte van preventie tot palliatie (nazorg). Leertheorie komt hier terug, organisaties werken samen om van elkaar te leren. En zelfmanagement is heel belangrijk.
Een systematische aanpak van een bepaalde chronische ziekte van preventie tot palliatie, waarbij verschillende organisaties samenwerken en van elkaar leren en de focus ligt op zelfmanagement van de patiënt. Integrale benadering.
- integrale benadering (samenhangend, gecoördineerd, gehele zorgcontinuüm van preventie tot palliatie)
- voor een specifieke (chronische) ziekte of patiëntenpopulatie is
- gericht op leren van elkaar en verbeteren van zorg
- zelfmanagement patiënt
Kenmerken:
1: betrekking op 1 gezondheidsprobleem of gericht op welomschreven (sub) populatie
2: gerichthei op samenhang tussen de onderdelen van het zorgproces
3: sterk geprotocolleerde en op evidence gebaseerde behandeling
4: methodische educatie van patienten en hun naasten en bevordering van zelfmanagement
5: grote mate van taakherschikking van artsen naar verpleegkundige
6: een robuuste organisatiestructuur met centrale sturing door zorgaanbieders of zorgverzekeraars (in nl is hier niet zozeer sprake van)
7: focus op gebruik van een scala aan managementinstrumenten zoals op informatie gebaseerde benchmarketing
8: gebruik van moderne informatie en communicatietechnologie van andere moderne technologieen
9: grootschaligheid en indeling van patienten in behandelstromen op grond van subkenmerken
10: een samenhang bevorderende externe financiering.
Bespreken hoe de zorg kan worden verbeterd met diseasemanagement;
..
Begrijpen hoe het geleerde in module 1 over preventie, gedragsverandering en zelfmanagement met diseasemanagement een organisatorische vertaling krijgt;
diseasemanagement vooral gericht op zelfmanagement van pt (gedragsverandering, zelfmanagement komen erbij kijken)