Blok 7 week 1 Flashcards
Wat wordt onder kwetsbaarheid verstaan?
DEFINITIE KWETSBAARHEID: Kwetsbaarheid bij ouderen is een proces van het opeenstapelen van lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten in het functioneren dat de kans vergroot op negatieve gezondheidsuitkomsten (functiebeperkingen, opname, overlijden). (van campen)./ SCP 2011
van belang:
- proces
- beloop van kwetsbaarheid is belangrijke voorspeller van opname in een verzorgings- of verpleeghuis en van overlijden (door mate van kwetsbaarheid vast te stellen kan bepaald worden wie extra aandacht of zorg nodig heeft).
De mate van kwetsbaarheid van ouderen met verschillende profielen analyseren;
fysiek kwetsbaarder: slechter lopen, slecht evenwicht bewaren, lichamelijke moeheid
Psychisch: meer geheugenklachten, toename gevoelens somberheid, angst en hulpeloosheid
Sociaal: alleen te komen staan en contacten missen.
Uitleggen welke relatie leeftijd en kwetsbaarheid hebben met gezondheidsuitkomsten.
..
Kwetsbaarheid is betere voorspeller voor zelfmanagement dan leeftijd.
Zelfmanagement zegt iets over het managen van hulpbronnen en het beschermen, en dat zegt van alles over gezondheidsuitkomsten. Zie ook SPF model.
wat is de disability paradox?
Verschil in interpretatie tussen arts en patiënt. Dit is te koppelen aan kwetsbaarheid doordat ouderen die volgens medische maatstaven kwetsbaar zijn, zich niet altijd zo voelen.
hoe kan je kwetsbaarheid meten
Vragenlijst en lichamelijk onderzoek die de verschillende domeinen beoordeeld, met de ervaring van de patiënt erbij. Het kan op verschillende manieren, bv. met de TFI of de GFI. GFI is simpeler die vraagt de oudere zelf hoe het op de verschillende domeinen gaat. Er is een enorm verschil in de beoordeling van de mate van kwetsbaarheid omdat het op verschillende manieren gemeten kan worden. Leeftijd moet hier wel meegenomen worden, omdat de kans wel groter is dat je kwetsbaar bent naarmate je ouder bent. Ook voor het ziektebeeld kan dit van belang zijn. Daarnaast worden dingen als inkomen etc. meegenomen.
Lichaemlijk functioneren: loopsnelheid en ADL
Cofnitief functioneren: woordenschat en informatieverwerkingssnelheid
wat zijn de 5 basale behoefte? beschrijf de GLANS schijf van vijf
Comfort (vooral fysieke behoeften), stimulatie (zowel geestelijk als fysiek, spelletjes doen), affectie (verbondenheid, partner), gedragsbevestiging (ergens bij horen, sportclubje) en status (ergens in uitblinken, onderscheiden van anderen, vrijwilligerswerk doen).
GLANS-schijf-van-vijf: Gemak (comfort), Lichamelijke en Leuke activiteiten (stimulans), Affectie, Netwerk (gedragsbevestiging) en Sterke punten (status). Om gelukkig en gezond te zijn en te blijven heb je van alle vijf de aspecten elke dag iets nodig. De basale behoeften zijn vertaald naar een nieuw framework met 5 aspecten.
wat is het verschil tussen interne en externe hulpbronnen?
Extern is alles van buitenaf zoals zorg, voeding, een partner, etc. en intern heb je nodig om extern te managen. Deze worden ook wel zelfmanagementhulpbronnen genoemd. Zonder intern heb je niks aan extern. Om gebruik te kunnen maken van extern, heb je intern nodig.
interventie hoe je kwetsbaarheid van ouderen zou tegen kunnen gaan:
Wandelgroep voor ouderen. Hiermee wordt de eenzaamheid (sociaal domein), de mentale gezondheid (bewegen zorgt voor de aanmaak van endorfine) en fysieke fitheid (fysiek domein) aangepakt. Preventief iemand langs sturen om kwetsbaarheid vroeg te signaleren, zorg bieden (fysiek), huisbezoeken, etc.
Wat is de Sociale productie functie theorie (SPF) van Siegwart Lindenberg?
expliciete integratie van een gedrags- en een behoeften-/doeltheorie die het gedrag sturen, m.b.v. hulpbronnen. De meest algemene behoefte is het verbeteren van het subjectief welbevinden, dit kan behaald worden door de behoeften uit de piramide te vervullen.
(zie fig 1 literatuur)
beschrijf het succesful aging model van Rowe en Kahn (1997)
de volgende componenten;
- Vermijden van ziekte en handicaps,
- Het in stand houden van hoge fysieke en cognitieve functie
- Aanhoudende betrokkenheid bij sociale en productieve activiteiten (= betaalde activiteiten).
Wat zijn belangrijke biologische, psychologische en sociale gevolgen van ouder worden?
biologisch: spierafname, toename lichaamsvet –> = sarcopenie , osteoporose
Psychologisch: dementie,
Sociaal:
Onderdelen van conceptuele model van kwetsbaarheid van Gobbens
levensloop determinanten (leeftijd, gevolg onderwijs, inkomen, geslacht, burgelijke staat, leefomgeving, leefstijl, levensgebeurtenissen, biologische).
- lichamelijke kwetsbaarheid (vermindering. van: voeding, mobiliteit, lichamelijk actief zijn, kracht, uithoudingsvermogen, evenwicht, zintuigelijke functies).
- psychische kwetsbaarheid (vermindering van cognitie/stemming/coping)
- sociale kwetsbaarheid (vermindering van: sociale relaties / sociale steun)
Ongewenste uitkomsten: (beperkingen –> gezondheidszorggebruik –> sterfte).
Bij de levensloopdeterminanten heb je wel en niet beïnvloedbare factoren, je kan niet alles (zoals bv. leeftijd) beïnvloeden met een interventie. Het model is heel dynamisch, alles heeft invloed op elkaar. Levensloopmodel laat zien hoe ongewenste gebeurtenissen zich voordoen, dat die ook weer beïnvloed worden door bepaalde aspecten en dat deze de uitkomst weer beïnvloeden. Je moet over langere perioden kijken en niet op een moment. Determinanten die wel beïnvloedt kunnen worden zijn leefstijl, leefomgeving.
Wat zijn de geriatric giants?
- cognitieve isfunctie
- vallen
- immobiliteit
- veel medicijn gebruik (polypharmacy)
- incontinentie
Waarom een levensloop perspectief?
- Om vermijdbare gezondheidsverschillen te begrijpen en verkleinen
- Te weten hoe ervaringen in het begin van het leven gezondheid gedurende het leven kunnen beïnvloeden (en zelfs van meerdere generaties)
- Gevolgen te herkennen van de invloed van de context (sociaal en fysiek) door de tijd heen (naast biologische factoren 25%)
Wat zijn de beinvloedende factoren volgens Bravemand en Barclay 2009?
3 factoren die door de tijd heen inwerken op het leven van mensen (/de niveaus)
- Onderliggende middelen en kansen: sociale en economische hulpbroonen (inkomen en opleiding bv.)
- leef en werkomstandigheden