Blok 6 week 4 Flashcards
Welke vormen van bekostiging kennen we? (ook wel reimbursement schemes)
betaling per zorgactiviteit (fee for service)
- nadeel: preventie niet lonend, voordeel: je betaalt niet voor wat je niet levert, je hebt met een systeem te maken dat je achteraf gaat betalen.
- betaling per ziekte-episode (bundle payment) (DBC’s)
- voordeel: efficientie prikkel
betaling per aandoening (bv rotterdams iniatief: ‘betere ketenzorg bij acuut herseninfarct = keten -DBC’s, waar een zorggroep een vast bedrag per patient met een betreffende aandoening ontvangt (capitation)
- nadeel: discussie over bundeldefinities, : voordeel: afstemming tussen aanbieders
betaling per persoon / populatiebekostiging (global budget)
- voordeel: voorspelbare kosten overheid en gelijke budgetten zogren voor efficient gebruik van middelen / nadeel : huisarts vestigit zich liever in regio met gezonde pt (risicoselectie) en zorg afwentelen op anderen, want je krijgt geld voor ingeschreven zijn bij de praktijk ipv aantal zorg wat je geleverd hebt.
Vast bedrag per periode: gaat over budget voor een organisatie of een salaris voor een individu (salary)
- = bedrag op instellingsniveau. Bv: global budget om beschikbaar te zijn bij seh post bij regio (belangrijker dat je er bent ookal wordt er geen zorg geleverd).
resultaatbekostiging/uitkomstbekostiging
Wat is pervers gedrag, en hoe ontstaat het
- upcoding / overbehandeling
- onderbehandeling
- risicoselectie
Hoe wordt er gestuurd op kwaliteit, kosten en toegang?Dooor:
- stellen van regeles (vanuit overheid)
- contractuele afspraken
- creeren en versterken van (sociale) normen
- monitoren en geven van feedback
- geld (via bekostiging)
Voorwaarden voor effectieve zorginkoop
- Zorginkoper kan benodigde kwantiteit en kwaliteit van zorg voor haar populatie inschatten-
- Verschillen in kwantiteit tussen aanbieders zijn zichtbaar
- Ingekochte kwantiteit kan gedurende het jaar worden bijgestuurd
- Zorginkoper heeft inzicht in reële kostprijzen van zorg
- Zorginkoper krijgt tijdige feedback over kwantiteit en kwaliteit van geleverde zorg
- Zorginkoper kan gepastheid van voorschijfgedrag en verwijsgedrag van zorgaanbieders beoordelen
- Zorginkoper begrijpt de doelen van de zorgaanbieder en kan gesprek voeren over gezamenlijke doelen
- Zorginkoper heeft de competenties om relaties met zorgaanbieders effectief te managen
Voorwaarden effectieve zorginkoop:
- Zorgverkoper heeft inzicht in reële kostprijzen van zorg
- Zorgverkoper weet hoe kostprijzen zijn opgebouwd en kan dus volume- en prijseffecten doorrekenen op omzet en marge
- Zorgverkoper begrijpt de doelen van de zorginkoper en kan gesprek voeren over gezamenlijke doelen
- Zorgverkoper heeft competenties om relaties met zorginkopers effectief te managen
Welke soorten kosten zijn er?
Variabele kosten; kosten, die altijd veranderen met een toe- of afname van de productieomvang
Vaste kosten (ofwel constante kosten); veranderen niet met een toe of afname van de productieomvang, binnen de beschikbare capaciteit.
Directe kosten; aanwijsbaar, oorzakelijk verband tussen kosten en dienst of product.
Indirecte kosten; de kosten zijn niet direct aan dienst of product toe te rekenen.
welke vormen van integrale calculatie zijn er? en waarom integrale calculatie?
indirecte kosten lastig te linken aan individuele producten, vandaar 4 methodes van integrale calculatie. (je wilt de indirecte kosten per product weten omdat dit inzicht geeft in de minimale marginale prijs waartegen een product verkocht kan worden).
1: delingscalculatie
2: equivalentie methode
3: opslag methode
4: kostenplaats methode
kostprijs =
kostprijs = directe kosten + indirecte kosten per ingreep.
verkoopprijs =
kostprijs + winstopslag bovenop de kostprijs (% opslag voor winst * kostprijs).
- winstopslag bovenop de kostprijs = (winst/kosten)*100
totale winst =
totale winst = totale omzet - totale kosten
Winstopslag =% berekenen
1: omzet-totale kosten = winst
2: winst/omzet = winstopslag%
wat is dea? welke zijn er? uitkomst?
effectiviteits analyse
- technische efficientie / allocatieve efficientie / kostenefficientie.
input georienteerd = verschillen in input bij dezelfde output
en output georienteerd = verschillen in output bij dezelfde input
Labda = 1 (dan efficient) labda bereken je door afstand van oorsprong tot grenslijn / afstand oorsprong tot aanbieder
- voor efficientie doe je 1- labda, en dat is dan percentage van inefficientie.
wat houdt isokosten lijn in?
hiermee kan je bij DEA factorprijsinefficientie produceren:
je moet de verhouding tussen kapitaal en arbeid weten, vervolgens teken je die in het assenstelsel, je kan het ook via formule doen.
nadeel maatstafconcurrentie op basis van DEA:
Onvoldoende kosteninformatie, geen rekening met kwaliteitsverschillen, je wilt ook niet dat je organisaties gaat stimuleren alleen op korte termijn doelen. Je wilt ook prikkels voor lange termijn doelen.
3 mogelijke marktuitkomsten van oligopolie
- Stabiele prijzen (benzine, collectieve verlaging/verhoging)
- Prijzenoorlog (supermarkten, periode van strijd en dan rustig)
- Collusie/samenwerking (kartel: afspraken tussen paar grote aanbieders die de markt domineren, om zo de prijzen van het product op te kunnen voeren).