Blok 7 week 2 + 3 Flashcards
Model whitehead, Margaret (2007): acties om sociale ongelijkheid bij gezondheid tegen te gaan. (welke stappen gezet moeten worden bij interventies).
Observed problem of health inequality –> oorzaken –> beleid regels om dit tegen te gaan –> theorie over hoe en waarom interventies waarschijnlijk werken om hier verandering in te brengen –> design of intervention programme –> outcome of programme
Welke 4 catagorieen model whitehead zijn er te onderscheiden om sociale ongelijkheid in de gezondheidszorg tegen te gaan?
1: versterken van individuen (Gericht op het versterken van individuen in onvoordelige omstandigheden, gebruik van persoonsgerichte strategieën. De oorzaak ligt vaak bij tekortkomingen van het individu, zoals onvoldoende gezondheidskennis. De interventie richt zich op persoonlijke scholing en ontwikkeling van de tekortkomingen. De focus kan liggen op het wegnemen van tekortkomingen of op het versterken van sterke punten en zo door beide de gezondheid te verbeteren. Interventies pakken vaak de symptomen aan i.p.v. de onderliggende oorzaken. )
2: versterken van gemeenschappen (Gericht op het versterken van gemeenschappen door het opbouwen van sociale cohesie en wederzijdse steun. De onderliggende oorzaak van de ongelijkheden is grote sociale exclusie/isolatie en machteloosheid in zwaar onder druk staande gemeenschappen. De ongelijkheid veroorzaakt een verminderde waardigheid en zelfrespect. Interventies hebben 2 groepen: horizontaal (gericht op horizontale interacties tussen mensen uit dezelfde gemeenschap of groep om dynamiek te laten slagen. Door samenwerken kan de omgevingen verbeterd worden, bv. betere veiligheid en hygiëne) en verticaal (verticale relaties, over de hele samenleving. Voor het creëren van inclusiviteit en economische en politieke participatie).
)
3: verbeteren van leef- en werkomstandigheden (Identificeren van kritieke oorzaak van geobserveerde gezondheidsongelijkheden die leiden tot een grote blootstelling aan schadelijke omgevingen (thuis en op werk), met verslechterende sociale positie. Slechte toegang tot nodige voorzieningen. Initiatieven richten zich op verbetering van toegankelijkheid. Nieuwe trend is focus niet alleen op fysieke omgeving maar ook op psychosociale gezondheidsgevaren in de alledaagse omgeving.
)
4: bevorderen van gezond macro-beleid. (Lokaliseren van oorzaken van gezondheidsongelijkheden in de overkoepelende macro-economische, culturele en milieuomstandigheden die van invloed zijn op de levensstandaard bereikt door verschillende bevolkingsgroepen, het heersende niveau van inkomensongelijkheid, werkloosheid, werkzekerheid, enz. Interventies zijn gericht op het verminderen van armoede en andere effecten van ongelijkheid op de samenleving. Verschillende sectoren moeten samenwerken en interventie heeft invloed op de hele samenleving en niet slechts op een bepaalde groep. Het beïnvloeden van ongelijkheid op gezondheidsgebied is zelden de enige of zelfs de belangrijkste motivatie voor de interventies die in deze categorie zijn opgenomen. Hun potentiële invloed, zowel positief als negatief, is echter diepgaand en moet expliciet worden beoordeeld om toekomstige beleidsontwikkeling te informeren.
)
Sociaal en fysiek gezondheidsgedrag van ouderen kunnen beschrijven;
sociaal gezondheidsgedrag: sociale relaties onderhouden
fysiek gezondheidsgedrag: veel bewegen, goed eten, geen overmatig alcohol gebruik, niet roken, voldoende bewegen
De gevolgen van een ongezonde leefstijl voor gezond ouder worden kunnen analyseren.
verhoogt de kans op chronische aandoeningen en functionele beperkingen, verlies van zelfstandigheid en vroegtijdige sterfte
En invloed op houdbaarheid zorgstelsel
clustering =
describes co-occurrence of unhealthy behaviours among population subgroups at a high risk of chronic disease.
risicoroepen die vaak samen een combinatie van gedragingen hebben. Een bepaalde aandoening komt vaker voor bij mensen met meerdere risicofactoren die het gevolg zijn van onderliggende determinanten die gezondheidsgedragingen aansturen. Verschillende ongezonde gedragingen die tegelijk voorkomen, maar vooral sociaaleconomische omstandigheden ten grondslag.
bundeling =
beschrijft relatie tussen gezondheidsgedragingen. Samenhang tussen de gezondheidsgedragingen, bv. stoppen met roken dan ga je meer fast food eten. Als je stopt met het een wordt het ander wellicht erger, of andersom.
Wat wordt bedoeld met het levensloopperspectief?
2 verdelingen:
- Interpersonele herverderling: van persoon A naar persoon B; gezonden dragen bij aan kosten voor de zieken. Ook van mannen naar vrouwen, mannen betalen over het algemeen meer maar vrouwen gebruiken meer zorg.
- Intrapersonele herverdeling: van A op tijdstip t1 naar A op t2: jonge versie van persoon A naar oude versie, door nu bij te dragen aan publieke verzekering, help je het systeem in stand houden en dus betaal je mee voor jezelf op latere leeftijdi.
levenslooperspectief = belangrijke markeringen in iemands leven, hoe iemans leven zich ontwikkelt.
Wat zijn de geriatric giants:
- instabiliteit
- immobiliteit
- intellectuele achteruitgang
- incontinentie
= de 4 grote groepen aandoeningen die leiden tot veel kwetsbaarheid, problemen en zorggebruik
wat is mantelzorg? en wie ontvangt het?
mantelzorg = hulp aan een bekenden (kan uit allerlei taken bestaan).
- Vooral familieleden bieden mantelzorg: echtgenoten; kinderen (maar gemiddeld wel veel minder dan echtgenoot).
- Vrouwen vaker (nog?) mantelzorger dan mannen; herverdeling van vrouwen naar mannen.
Belangrijk om te bedenken: veel mantelzorgers doen het ombetaald, geen volledig vrije keus, geen verzekering mogelijk en de kans/timing dat je nodig bent is moeilijk te beinvloeden / opportuniteitskosten. –> wat zijn de opportuniteitskosten en hoe kunnen we die verlagen?
– bv meer thuiszorg beschikbaar maken / verlagen opportuniteitskosten mantelzorgers op een andere manier bv mantelzorg makkelijker maken met kinderen hebben bv door subsidieren kinderopvang.
Wat wordt er bedoeld met de herverdeling?
een bepaalde regeling (bv wlz), die doet geld overhevelen van ene groep (bv premiebetalers) naar andere groep van de bevolking (zorggebruikers)
- altijd herverdeling van gezond –> ziek/ hulpbehoevend
- De zorguitgaven van ouderen zijn hoog, vooral in de laatste levensjaren en vooral onder ouderen met laag inkomen;
- -> Chronische aandoeningen en Geriatric giants; (=belang van levensloop perspectief op de herverdeling).
Beschrijven wat nodig is om ageing-in-place mogelijk te maken
Fysieke buurtkenmerken
- buitenruimtes (is er voldoende groen bv?) en gebouwen
- huisvesting
- wijk- ondersteuning en zorg
- transport
Sociale buurtkenmerken
- sociale waardering
- communicatie en informatie
- wijkparticipatie en vrijwilligerswerk
- sociale participatie
–> kijken of er sprake is van een ‘fit’
Uitleggen hoe leeftijd, gezondheid en zorggebruik samenhangen;
curatieve zorg
- alle 65-plussers maken elk jaar gebruik van huisartsenzorg
- 90% gebruikt medicatie en 85% gaat naar het ziekenhuis
Langdurige zorg (professionals: thuiszorg / zorginstelling, mantelzorg). - bijna iedereen, kosten nemen vooral toe vanaf 75 jaar.
Vooral vlak voor overlijden zijn de zorgkosten hoog.
Trend: langer thuiswonen van ouderen (en de bijkomende zorgkosten)
Uitleggen hoe leeftijd, gezondheid en zorggebruik samenhangen;
curatieve zorg
- alle 65-plussers maken elk jaar gebruik van huisartsenzorg
- 90% gebruikt medicatie en 85% gaat naar het ziekenhuis
Langdurige zorg (professionals: thuiszorg / zorginstelling, mantelzorg). - bijna iedereen, kosten nemen vooral toe vanaf 75 jaar.
Vooral vlak voor overlijden zijn de zorgkosten hoog
- bij vrouwen kosten hoger dan bij mannen.
8 domeinen die van belang zijn voor ageing in place: (van WHO).
Fysieke buurtkenmerken
- buitenruimtes (is er voldoende groen bv?) en gebouwen
- huisvesting
- wijk- ondersteuning en zorg
- transport
Sociale buurtkenmerken
- sociale waardering
- communicatie en informatie
- wijkparticipatie en vrijwilligerswerk
- sociale participatie
Welke hulpbronnen zijn er?
economisch (inkomen gedurende levensloop)
fysiek
Sociaal (sociaal netwerk)
Persoonlijk / psychologisch (persoonlijkheidskenmerken, zelfmanagement)
zorg (zorg- welzijns - woonvoorzieningen, medische zorg, informele en particuliere zorg).