Beleid Gastro-enterologie Flashcards

1
Q

Een patient heeft hemochromatose. Welke behandeling pas je toe?

A

Flebotomie (aderlaten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Patient heeft de ziekte van Crohn. Welke behandeling pas je toe?

A

Corticosteroiden en/of imuunsupressie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Patient heeft colitis Ulcerosa, naast cortico steroiden en immuunsupressie kun je dit medicament toevoegen:

A

Mesazaline (5ASA preperaat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Je vermoedt dat patiente lever gerelateerde schade heeft opgelopen. Je wil echter differentieren tussen of het in de lever zelf is, of in de galwegen.
Welke bloedwaarden kijk je naar?

A

ASAT/ALAT = lever
Galwegen = gamma GT en gamma AF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Patient gebruikt opioiden voor pijn na een ingrijpende operatie. Er treedt echter obstipatie op als bijwerking van het opioid. Welke medicatie schrijf je voor?

A

Methylnaltrexon

  • pijnstilling blijft in stand
  • geen traditioneel laxantium, maar wel specifiek voor opioid-obstipatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Patient heeft slikproblematiek. Je wil de functie van slikken van de oesofagus toetsen en de knijpkracht. Welke twee diagnostische instrumenten gebruik je?

A

Functie oesofagus: slikfoto
Knijpkracht: manometrie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Patient wordt verdacht voor colitis ulcerosa. Om de diagnose te bevestigen voer je het volgende uit:

A

Coloscopie

  • in ontlasting vind je een verhoogde calprocteine, maar dit vertelt je alleen dat er een ontsteking gaande is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Patient heeft cholecystelithiasis (galstenen), welke behandeling pas je toe?

A

ERCP

  • of cholecystectomie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Patient heeft een stille ictarus, waarna een pancreaskopcarcinoom wordt bevestigd. Welke procedure wordt uitgevoerd?

A

Whipple resectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een patient wordt verdacht van een vibro cholerae infectie als oorzaak van een secretoire diarree. Wat is je beleid?

A

Faeceskweek om diagnose te bevestigen

Werkdiagnostisch ORS toedienen om uitdroging te voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Je vermoedt dat de functie van de lever bij patient aangedaan is. Welke bloedwaarden kijk je na?

A

Albumine
Billirubine
Stollingsfactoren

  • ASAT ALAT bij schade
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Patiente wordt vermoed van het hebben van pancreatitis. Welke bloedwaarden ga je toetsen?

A

Amylase/Lipase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Patient heeft een pancreatitis met galstenen. Wat is je beleid?

A

ERCP voor galstenen in galwegen
Cholecystectomie (??)
Ruim vocht IV

  • altijd eerst ductus choledochus schoonmaken voor operatie
  • ERCP alleen voor in galwegen
  • galblaas kun je wel weghalen als er stenen in de cysticus zitten, als je maar niet de choledochus klipt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Patient is bekend met de ziekte van Crohn. Je wil graag een immuunsupressor (TNF alfa blocker) proberen als behandeling. Voor je dat doet moet je deze comorbiditeit uitsluiten:

A

Tuberculose
Hepatitis B

  • Tuberculose kan lang verstopt zijn in het lichaam. Het immuunsysteem comprimeren kan een slecht plan zijn gezien dit gevaarlijk kan worden.
  • TNF alfa is een cytokine dat een belangrijke rol speelt in ontstekings- en immuunprocessen.
  • Helpt bij auto immuunziekten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Je vermoedt een lactose intolerantie bij patient. Welke test gebruik je ?

A

H2 ademtest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Je vermoedt een Cystische Fibrose bij een kind van 5 jaar. Welke test gebruik je?

A

Zweettest.

  • patient met CF hebben 2 tot 5x meer zout in hun zweet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Patient heeft galstenen die symptomatisch zijn. Wat is je beleid?

A

Inplannen voor afspraak voor cholecystectomie, maar hoeft niet acuut

  • waarom niet ERCP?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Patient heeft cholecysititis. Wat je beleid?

A

Evt Stenen ERCP
Vervolgens Cholecystectomie

  • Eerst kijken of er stenen in de galgangen zitten. Dan mag je namelijk nooit opereren. Deze moeten weg met ERCP
  • gewoon antibiotica is dus geen optie?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Je wil graag onderzoeken of er bij patient sprake is van gastritis. Welke diagnostiek pas je toe?

A
  • Gastroscopie
  • Biopten
  • Ureum ademtest voor Helicopacter Pylori
20
Q

Je wil patient behandelen voor maagpijn, er zijn geen alarmsymptomen en dit is de eerste episode. Wat is je beleid?

A

Antacidium toedienen (neutraliseert maagzuur)

  • bij alarmsymptomen doe je gastroscopie
  • bij meerdere episoden ga je zoeken naar H. Pylori
21
Q

Je constateert billaire pancreatitis. Wat voor behandeling pas je als eerste toe?

A

ERCP om stenen weg te halen
Ruim vocht IV

  • patient moeten goed blijven drinken
22
Q

Je vermoedt een acute cholecystitis. Welk diagnosticum gebruik je om de diagnose te bevestigen?

A

Echo

  • je ziet stenen en een verdikte wand door oedeem
23
Q

Je wil als chirurg een cholecystectomie uitvoeren. Hoe prepareer je patient?

A
  • Driehoek van Carlot moet zichtbaar zijn
  • De ductus cysticus en arteria cystica moeten helemaal vrij zijn
24
Q

Je vermoedt billaire pancreatitis. Hoe ga je de diagnose bevestigen?

A

Echo

  • daarop stenen te zien
  • samen met verdikte wand dat ontsteking suggereert?
25
Q

Patient heeft een ulcus in het duodenum. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak?

A

Helicobacter Pylori

  • In de maag zijn NSAID’s de meest waarschijnlijke oorzaak
26
Q

Je wil IBD vaststellen. Welk diagnosticum gebruik je om zeker te zijn van je zaak?

A

Coloscopie

  • gouden standaard
27
Q

Je wil een patient behandelen voor colitis ulcerosa. Welke medicatie dien je toe?

A

Corticosteroiden
Immunosupressie (TNF alfa?)
5ASA preperaten (mesazaline)

  • 5ASA preperaten specifiek voor colitis
  • IBD is het immuunsysteem ontregeld tegen bepaald bacterien in de darm
28
Q

Je twijfelt of de pancreas functie nog adequaat werkt. Welke lab test bestel je?

A
  • Faecaal elastase
  • Amylase/Lipase

*te weinig elastase is chronische pancreatitis

29
Q

Je constateert een torsio testes links bij patient waarbij de bal naar boven is geschoten. BB?

A

Een orchidopexie beiderzijds

  • zelfde als wat ze doen bij een niet ingedaald balletje van een kind. Ik denk als niet naar boven geschoten hoeft er geen orchidopexie?
  • onduidelijk waarom beiderzijds maar dit is wat ze doen, de andere moet klaarblijkelijk ook gefixeerd worden?
  • en niet ook een detorsie erbij?
30
Q

Welke hormonale behandeling geef je bij een prostaatcarcinoom?

A

LHRH analoog
Anti-androgenen

  • LHRH legt hormonale as stil
  • Remt omzetting testosteron
31
Q

Wanneer een cholecystectomie wordt gedaan op basis van een cholecystitis doe je de operatie meestal als volgt:

A

Door een open operatie

  • een laporoscopische operatie kan wel voor cholelithiasis, maar bij een cholecystitis is de anatomie helemaal verneukt dus moet je alles open maken om goed overzicht te hebben
32
Q

Je wil graag de ziekte van Crohn bevestigen. Welke beeldvorming gebruik je?

A

MRI dunne darm/colon

  • crohn kan mond tot kont
  • het gaat om ontstekingen bij crohn, dan kijk je naar wand dikte
  • waarom geen echo? waarom geen colonoscopie? Omdat het overal kan zijn?
33
Q

Patient is bekend met ulcuslijden en depressie. Daar slikt hij een SSRI voor. Hij wil graag medicatie nemen voor buikpijnen. Welk medicament raad je hem af?

A

NSAID

  • SSRI + NSAID is beruchte combinatie voor ulcusbloedingen
  • NSAID’s an sich al grotere kans op maagpijn
34
Q

Je wil graag een coloscopie doen, bij welke aandoening is deze in de acute fase gecontra-indiceerd?

A

Diverticulitis

35
Q

Een rectaal toucher en een coloscopie zijn beide essentiele onderzoeken op de MDL en prcotologie afdelingen. Wanneer zijn beide gecontra-indiceerd?

A

coloscopie - diverticulitis
fissura ani - rectaal toucher

36
Q

Een a-terme geboren jongen van 3 weken oud komt op de Spoedeisende hulp met een niet reponibele liesbreuk. Het best passende beleid voor deze jongen is…

A

Poging tot repositie op de Spoedeisende hulp. Indien dit niet lukt aanmelden voor spoedoperatie

  • Een eerste poging tot repositie kan worden geprobeerd om de inhoud van de hernia terug te duwen in de buikholte. Dit kan soms succesvol zijn en kan een onmiddellijke operatie vermijden
  • wel onduidelijk, gezien er al “niet reponibele zwelling” staat
37
Q
A
38
Q

Je vermoedt dat er sprake is van een appendicitis acuta. Welke beeldvorming is geindiceerd?

A

Echo

  • tot nu toe overal echo bij gastro-intestinaal behalve Crohn, waar je een MRI doet
39
Q

Een 57-jarige man met steatorrhoe blijkt dit te hebben als gevolg van een chronische pancreatitis. Welke behandeling is nu het eerst aangewezen? Starten met..

A

Enzym suppletie

40
Q

Een 31-jarige man komt op het spreekuur van de huisarts in verband met sinds enkele dagen bestaande mictieklachten: vaak kleine beetjes plassen zonder duidelijke pijnklachten. Hij heeft deze klachten nog nooit eerder gehad. Er is anamnestisch geen risico op een SOA.

Er zijn geen zichtbare genitale afwijkingen.
Wat is het best passende vervolgbeleid voor deze man? Urineonderzoek door middel van een…

A

Urinestick

  • je wil eerst weten of er een bacterie in zit uberhaupt, de urinestick doet quick nitriet meting
  • dipslide doe je bij een negatieve nitriet
  • kweek doe je bij koorts/weefselinvasie of na falen van twee blinde behandelingen
41
Q

Wat is het beleid bij een arterieel bloedende duodenum ulcus die niet gestopt kan worden, en de hemodynamische instabiliteit veroorzaakt?

A

Radiologische coiling

  • bloedende duodenum ulcus kan leiden tot melena (zwarte ontlasting) en hematemesis (bloedbraken)
42
Q

Een patient gebruikt jarenlang PPI’s. De huisarts wil screenen op mogelijke bijwekringen en vraagt bloedonderzoek aan. PPI’s kunnen samenhangen met een verminderde opname van?

A
  • Ijzer
  • Vitamine B12
  • Magnesium
43
Q

Soms wordt de diagnose coeliakie gesteld doordat een patiënt een microcytaire anemie heeft ontwikkeld. Deze anemie is het gevolg van een malabsorptie van …

A

Ijzer

  • blijkbaar niet vitamine B12
  • Want B12 tekort hoort bij een macrocytaire anemie (hoog MCV)
44
Q

Je wil graag gedetailleerd de galwegen in kaart brengen, zonder invasief te zijn. Welke methode past hierbij?

A

MRCP

  • opeens nu niet echo
  • als er gedetailleerd gekeken moet worden doe je dit, in acutre situaties gewoon een echo
45
Q

Wat is de meest aangwezen behandeling bij een ileocolische invaginatie van een jong kind?

A

Hydrostatische repositie (radiologisch)

46
Q

Een jong kind van 1 jaar oud wordt gediagnosticeerd met een ileocolische invaginatie, op een echo wordt een “target sign” gezien. Wat is de meest waarschijnlijke verklaring voor de invaginatie?

A

Idiopathisch

  • onduidelijk, oud TT
47
Q

Patient heeft slokdarm varices, hoe worden deze normaliter behandeld?

A

Rubberband ligatie