4.1: Principes van signaaltransductie 1 Flashcards
1
Q
Groeifactoren voor de vorming van verschillende bloedcellen
A
- Rode bloedcellen: EPO
- Witte bloedcellen: G-CSF
- Bloedplaatjes: TPO
2
Q
Werking groeifactor receptoren door activering van kinase activiteit
A
Groeifactor bindt -> dimerisering van receptoren -> signaal -> eiwiten geactiveerd -> gaan naar de kern -> genen aan of uit worden gezet die nodig zijn voor celverdeling en rijping
3
Q
3 hoofdgroepen van membraanreceptoren
A
- Ion-channel-linked receptor
- G-protein linked receptor
- Enzyme-linked receptor
4
Q
Soorten enzym-linked receptor
A
- Tyrosine Kinase receptoren
- Non-RTK
5
Q
Tyrosine Kinase receptoren
A
Groeifactor receptoren -> zorgt dat activatie plaatsvindt
- Kinasedomeinen in de receptor
- Zitten in de membraan
6
Q
Non-RTK (cytokine receptoren)
A
- Moeten ook dimeriseren, maar hebben geen intrinsiek kinase domein
- Binden aan tyrosine kinase eiwit (JAK) -> hier komt kinase activiteit vandaan
- Ligand -> receptor gebonden -> activatie (activatie vindt plaats in trans, na receptor-dimeervorming en conformatie verandering
- JAKs fosforyleren tyrosine in receptor ketens en in signaaleiwitten -> activeert de functie van signaaleiwitten -> cellulaire responsen
- Afwijkingen in receptoreiwitten en JAKs en cytoplasmatische tyrosine kinases zijn betrokken bij verschillende bloedziekten en vormen een doelwit voor gerichte therapie
7
Q
Vormen van hematologische maligniteiten
A
- Acute myeloïde leukemie (AML): FLT3-receptor
- Chronische myeloïde leukemie (CML): Abl tyrosine-kinase (BCR-ABL)
- Acute lymfatische leukemie (ALL): IL-7 receptor, JAK2
- Chronische neutrofielen leukemie (CNL): G-CSF receptor
8
Q
FLT3-ITD
A
Consequenties voor signaaltransductie = een Tyrosine Kinase Receptor (RTK)
- Bij AML vaak mutatie in receptor (30% vd gevallen)
- Receptoren gaan spontaan dimeren, hebben dus geen ligand (groeifactor) meer nodig
- Ze hebben een tandem duplicatie
9
Q
Myeloproliferatieve aandoeningen:
A
- Polycytemia vera: te veel rode bloedcellen
- Essentiële trombocytose: te veel trombocyten
- Primaire myelofibrose: littekenvorming in beenmerg