4.1 Biochemie van risicofactoren Flashcards

1
Q

Waar wordt het meerendeel van ons (plasma) cholesterol geproduceerd?

A

de lever (80%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Stelling: Acetyl-CoA is een bouwstof van cholesterol

A

Klopt! uit Acetyl-CoA kan cholesterol worden gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In de lever wordt HMG-CoA omgezet door ‘HMG-CoA reductase’ richting Mevalonate. Wat is zo kenmerkend aan deze stap?

A

Als AcetylCoA (voorloper van HMG-CoA) eenmaal is omgezet in mevalonate kan je er alleen nog maar cholesterol van maken. In de stappen voorafgaand kon het evt ook nog worden omgezet in ketonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom is het lichaam zo zuinig op cholesterol?

A

Omdat het veel energie kost om te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de verschillende vormen van transport van cholesterol (door lipoproteïnen)?

A
  • Chylomicrons
  • VLDL
  • IDL
  • LDL
  • HDL
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Lipoproteïnen bestaan uit apolipoproteins, triglyceriden (+ choelsterol ester), fosfolipide en vrij cholesterol. Van welk component bestaan chylomicronen voornamelijk?

A

Triglyceriden (+ cholesterol ester)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Lipoproteïnen bestaan uit apolipoproteins, triglyceriden (+ choelsterol ester), fosfolipide en vrij cholesterol. Van welk component bestaan LDL voornamelijk?

A

Vrij cholesterol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voor welke transport dienen chylomicronen?

A

Transport van darm richting weefsels/lever via lymphen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat doet VLDL?

A

Vervoeren vet (m.n. triglyceriden) van je lever naar je weefsels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat doet LDL?

A

Vervoeren vet (m.n. cholesterol) van je lever naar je weefsels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat doet HDL?

A

Vervoert cholesterol van je weefsels naar je lever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

In de lever zit een cholesterol-sensor. Hoe werkt deze?

A

Als cholesterol aanwezig is, bindt het aan SREBP (streel regulator element-binding protein) op het ER. Dit kan een complex vormen dat in de Golgi verder wordt omgezet tot een transcriptie-factor. Deze TF zorgt voor de transcriptie van HMG-CoA reductase en LDL-receptor (waardoor er meer cholesterol kan worden gemaakt & opgenomen).

Indien cholesterol niet aanwezig is, valt dit complex uit elkaar en is er geen transcriptie!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Insuline zorgt voor activatie/inactivatie van HMG-CoA reductase

A

activatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doet CETP (cholesterylestertransferproteïne)?

A

Dit bijzondere eiwit kan HDL omzetten in VLDL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Stelling: Een laag HDL-c is een onafhankelijke risicofactor voor hart- en vaatziekten, zelfs als de LDL-c laag is!

A

Klopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe … de HDL/LDL ratio, hoebeter

A

hoger (want je wilt hoog HDL en laag LDL)

(ofwel: een lagere LDL/HDL-ratio is beter)

17
Q

Hoe veel procent cholesterol wordt er dagelijks ‘verloren’ in de feces?

A

<5% (0.2-0.6g)

Heel veel wordt gereabsorbeed (95%), de lever maakt dus maar 5% zelf

18
Q

‘slimme’ verkopers van Becel dachten de opname van cholesterol in de darm te remmen zodat mensen daardoor minder cholesterol in hun bloed kregen (plantensterolen). Werkte dit?

A

Nee, de lever ging gewoon harder werken (en bijproduceren)

19
Q

Welke farmacotherapeutische ‘oplossing’ werkte wel?

A

Het remmen van de HMG-CoA reductase (waardoor er minder cholesterol geproduceerd wordt)

20
Q

Waarom remmen we niet HMG-CoA synthase?

A

Omdat deze belangrijk is voor de productie van ketonlichamen

21
Q

Simvastatine zorgt voor een ..% risico-vermindering voor een myocardinfarct

A

30%

22
Q

Hoe werkt simvastatine?

A

Door competitie binding (remming) van het substraat van HMG-CoA (en hebben zelfs een hogere Kd dan natuurlijke statines)

23
Q

Belangrijkste punten (deel 1)
* Voorwaarts cholesteroltransport: VLDL -> IDL -> LDL -> perifere weefsels
* Omgekeerd cholesteroltransport: (pre-)HDL neemt overtollig cholesterol op in perifere weefsels en transporteert het terug naar de lever
* Verhoogde niveaus van LDL (hoog cholesterol) komen terecht in de arteriële wand en worden daar geoxideerd: ontstekingsreacties, destabilisatie en ruptuur (myocardinfarct, beroerte)
* Andere risicofactor: laag HDL

A
  • Lever is cholesterolsensor, via LDL-receptor: cholesterol dat niet door het lichaam wordt gebruikt, wordt teruggevoerd naar de lever. Er zijn geen enzymen om cholesterol af te breken.
  • Verlaging van cholesterol of defecten in de LDL-receptor leiden tot verhoogde synthese via activering van SREBP: transcriptiefactor voor enzymen die betrokken zijn bij de synthese van cholesterol
  • Klassiek voorbeeld van systemische feedbackregulatie (vergelijk met glucose / insulinesysteem)
  • Aangezien 80% van het plasma cholesterol door de lever wordt gemaakt, moet u de synthese remmen:
  • Behandeling met cholesterolverlagende medicijnen, statines
  • Verhoogde uitscheiding via de ontlasting met galzuurcomplexvormers (gering effect)
  • Belangrijkste stap in cholesterolsynthese is melovanaat gemaakt door het enzym HMG-CoA-reductase (geremd door statines)