2.10 Vasculaire functie en bloeddrukregulatie Flashcards

1
Q

Wat is de formule van de uitvoering van bloeddruk?

A

volume x weerstand
(hart x vaten)
(HR X SV) x SVR

HR = heart rate
SV = stroke volume
SVR = systemic vascular resistance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke twee systemen zorgen voor de regeling van de bloeddruk?

A

De nieren en het sympathische zenuwstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke twee sensoren zijn er van de bloeddruk?

A

juxtaglomerulaire apparaat (JGA) en bloeddrukmeters (?)

In HC stond APB, ik kan niet vinden waar dat voor staat…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de polsdruk?

A

Het verschil tussen de systolische en de diastolische druk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de formule voor de gemiddelde bloeddruk?

A

Diastolische druk + 1/3 polsdruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de formule voor ‘flow’?

A

F = deltaP / R

P = druk
R = weerstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer wordt je baroreceptor reflex geactiveerd?

A

Als je snel opstaat o.i.d.
Het is namelijk alleen gevoelig voor snelle drukverschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar wordt de korte-termijn regulatie van de bloeddruk gereguleerd?

A

Sympathische en parasympathische zenuwstelsel. De barpreceptoren zorgen voor activatie van de medulla –> direct effect op hart en bloedvaten –> bloeddruk wordt aangepast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welk systeem is verantwoordelijk voor de lange termijn regulatie van de bloeddruk?

A

Het Renine-angiotensine aldosteron systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Stelling: de bloeddruk heeft variatie gedurende de dag

A

klopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Stelling: zowel je systolische, als je diastolische bloeddruk neemt toe bij inspanning

A

Niet waar, alleen je systolische neemt toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de definitie van hypertensie?

A

Hypertensie is een bij herhaling vastgestelde verhoging van de bloeddruk waarbij de voordelen van behandeling (voor de populatie) zijn aangetoond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Stelling: bij alleen een verhoogde systolische bloeddruk kan de diagnose ‘hypertensie’ niet gesteld worden

A

Juist, er moet namelijk sprake zijn van een verhoogde systolische- en diastolische bloeddruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de referentiewaarden voor een verhoogde bloeddruk?

A

Systol: >140mmHg
Diastole: >90 mmHg

(bij een leeftijd van 70+ 150-160mmHg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hypertensie geeft doorgaans geen klachten. Wanneer wel?

A

Tenzij de bloeddruk heel hoog is of in het kader van een onderliggende oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Is hypertensie een ziekte?

A

Nee, het is een risicofactor om hart- en vaatziekten en nierinsufficiente te krijgen

17
Q

Stel we behandelen iemand met verhoogde bloeddruk en er is een reductie van 10mmHg van de systolische bloeddruk. Hoeveel % minder sterfte door cardiovasculaire oorzaak is er dan?

A

25%

18
Q

Wat zijn additionele risicofactoren voor het overlijden aan cardiovasculaire oorzaak (bovenop verhoogde bloeddruk)?

A
  • totaal cholesterol
  • roken
  • HDL = 1
  • Mannelijk geslacht
  • Diabetes
  • Oudere leeftijd (60+)
19
Q

Hoe zorgen ACE-remmers voor een verlaging van de bloeddruk

A

ACE zorgt voor de conversie van angiotensine I naar angiotensine II. Angiotensine II is het effectieve eindproduct van het RAAS-systeem. Door deze omzetting te remmen is er een verlaging van de bloeddruk doordat je meer Na+ en water uitscheidt

20
Q

Heel veel drop eten leidt tot pseudohyperaldosteronisme. Wat gebeurd er dan?

A

Door verhoogde activatie van de mineralcorticoide receptoren (wat aldosteron ook doet) is er meer uitscheiding van kalium en hydrogen in de urine, hierdoor wordt meer natrium en water gereabsorbeerd in het bloed. Dit zorgt voor
- water retention
- verhoogde bloeddruk
- hypokalemia
- metabolic alkalosis

21
Q

Tot slot
* Regulering bloeddruk belangrijk voor orgaanfunctie en –falen
* Regulatie door: hart, arteriolen, nieren, centraal zenuwstelsel
* Normalisering bloedruk bij hypertensie essentieel voor primaire preventie

A

Top