2.6-2.8 Water / zout / zuur-base I-III Flashcards
Wat zijn de drie vormen van nierfunctie-vervangende behandelingen?
- Hemodialyse
- Peritoneaaldialyse
- Transplantatie
Hoe werkt hemodialyse (kort)?
Door de negatieve druk in het dialyse-component wordt vocht uit je bloed gezogen, waar het door ‘membranen’ gefiltreerd wordt
Hoe werkt peritoneaaldialyse?
De osmolariteit van de vloeistof is iets hoger dan in het bloed, vocht wordt aangetrokken, overtollig vocht wordt verwijderd maar dit is lastig, deze mensen mogen dus niet te veel drinken. Systeem werkt goed voor kleine moleculen, maar grote moleculen krijg je niet verwijderd –> probleem dat niet goed alle afvalstoffen worden verwijderd
Waarom wordt de nier bij niertransplantatie in de heup geplaatst?
Wordt in de heup geplaatst, grote vaten zitten in de buurt, niet ver van de blaas, chirurg hoeft niet ver omhoog, ureter hoeft minder lang te zijn van de donor
Wat zijn mogelijke bronnen voor een nier?
- overleden donor (klassieke- of hersendood)
- levende donor (familielid, partner, etc)
Bij welk type overleden donor is er snelle preservatie noodzakelijk?
bij een ‘klassieke’ dood (non-heart-beating)
In de tubuli kunnen stoffen worden toegevoegd of verwijderd aan de voorurine die is gefilterd in de glomerulus. Hoe veel liter wordt er per 24 uur gefiltreerd?
180 liter (leer dit niet uit je hoofd of course, gewoon ter indicatie)
Hoe veel liter urine komt er uiteindelijk uit per 24 uur?
2 liter, er wordt dus heel veel gereabsorbeerd
Hoe veel % wordt er geresorbeerd in de proximale tubulus? En de lis van Henle? en de distale tubulus?
Proximale tubulus: 70%
Lis van Henle: 25%
Distale tubulus: 5%
Wat zijn verschillende soorten van transporters?
- Anti-porters
- Symports – co-transporters
- Uniporter
- Kanalen
Kies uit: De natrium-/kalium-ATPase pomp is de leidende actieve Transporter en bevindt zich aan de basolaterale/apicale zijde van het membraan
Basolateraal (ofwel kant van het bloedvat)
Wat gebeurd er qua (re)absorptie in de proximale tubulus?
- Actieve terugresorptie van glucose en Na
- Productie HCO3 t.b.v. Na- terugresorptie en zuur/base-evenwicht
- Passieve terugresorptie van water (85%)
- Terugresorptie van eiwitten (endocytose)
Wat gebeurd er qua (re)absorptie in het (dunne) dalende deel van de lis van Henle?
- Goed doorlaatbaar voor water
- Ondoorlaatbaar voor NaCl
- Water transport richting interstitium
Wat gebeurd er qua (re)absorptie in het (dikke) stijgende deel van de lis van Henle?
- Impermeabel voor water
- Na+ en Cl- richting interstitium
Wat gebeurd er in de distale tubulus?
- Controle zuur-base balans o.i.v. aldosteron (bijnier)
- Na/K-uitwisseling (K-secretie)
Wat gebeurd er in de ductus colligens (verzamelbuis)?
- regulatie vochtbalans o.i.v. ADH/vasopressine
Welk enzym zorgt voor de nieuwe vorming van bicarbonaat?
Carboanhydrase
Hoe zorgt de Na/K-pomp ervoor dat het voorurine minder basisch wordt?
Bicarbonaat is gefilterd in de voorurine waardoor het basisch is. De Na/K-pomp zorgt ervoor dat de cel negatief wordt. Hierdoor is er een Na+/H+-antiporter actief die natrium de cel in transporteert (om minder negatief te maken) en H+ de cel uit transporteert (urine wordt zuurder/geneutraliseerd)
H2O -> OH- + H+.
Het zuur (H+) is de cel uit getransporteerd door de Na+/H+ anti-porter. Hoe speelt carboanhydrase een rol in de overgebleven OH-?
OH- + CO2 -> 3HCO3-
Carboanhydrase faciliteert bovenstaande reactie. De bicarbonaat (negatief) wordt met een Na+ de cel uit getransporteerd d.m.v. secundair passief transport
Van welke ionen is er passief tertiair transport?
Calcium, magnesium en natrium
De activiteit van de Na/K-pomp zorgt er secundair voor dat er een andere co-transporter ook actief wordt. Welke?
Natrium-glucose transporter (Na + glucose vanuit lumen in de cel)
In welk dele van de lis van Henle is er GEEN Na/K-pomp?
In het dunne dalende deel
In het stijgend deel van de lis van Henle is er wel (activiteit van) de Na/K-pomp. Welke andere transporters zijn hier ook (secundair) actief?
De natrium/kalium/chloor-cotransporter. En zoals altijd is er tertiair transport van Ca/Mg/Na
Welk ion is belangrijk bij de distale tubulus?
Kalium
Waardoor stijgt de ADH? Wat gebeurd er dan?
Bij watergebrek –> meer reabsorptie water –> weinig, geconcentreerde urine