2.9 Antihypertensiva Flashcards
Het gebruik van antihypertensiva kan ervoor zorgen dat iemand duizelig wordt en zijn/haar heup breekt, en is daarom dus een van de meest voorkomende redenen dat mensen naar de SEH komen. Waarom?
Omdat er hypotensie kan ontstaan en er veel bijwerkingen zijn bij antihypertensiva
1 meting = …
geen meting
(ofwel meet meerdere keren!)
Bij welke bloeddrukwaardes spreken we van hypertensie?
> 140 (systolisch) en >90 (diastolisch) mmHg
Welke andere meetmethodes zijn er naast de spreekkamermeting?
24-uursmeting, geprotocolleerde thuismeting en BP30-meting (niet volledig onderzocht).
Hoe veel % van alle hypertensie is essentiele hypertensie (zonder aanwijsbare oorzaak)?
95%
Wat zijn de oorzaken van de 5% secundaire hypertensie waarbij er wel een aanwijsbare oorzaak is?
- Glycyrrhizinezuurbevattende voeding (drop, zoethout, salmiak, hoestsiroop, hoestzuigtablet, mixtura resolvens, kauwgom, belgishce bieren, pastis, ouzo, pernod, bepaalde pruimtabak)
- Medicatie (NSAID’s, sympathicomimetica, orale anticonceptiva, alcohol, stimulantia)
- Nierziekten
- Nierarteriestenose
- Hyperaldosteronisme
- Feochromocytoom
- Slaapapneusyndroom
- etc
Welke factoren nemen we mee bij het behandelen/inschatten van cardiovasculair risico?
- leeftijd
- leefstijl (roken)
- bloeddruk
- cholesterol
- diabetes
- comorbiditeiten
- genetische aanleg
- etc
Wat zijn nadelen van de behandeling van hypertensie (globaal)
- bijwerking
- kosten
- vervelend
- stigmatiserend
- etc
Stelling: therapeutisch doel is om de bloeddruk te verlagen
Nee! Het therapeutisch doel is om het cardiovasculair risico te verlagen
Wat valt onder de primaire preventie van hypertensie?
- leefstijlmaatregelen
- bloeddrukverlaging
- cholesterolverlaging
- glucosecontrole
Wat valt onder secundaire preventie van hypertensie?
- plaatjesaggregatieremming
- statine ongeacht cholesterol
- ook al zit iemand nog niet boven de referentiewaarden toch overwegen om te starten met cholesterolverlagers!
Mensen met atherosclerose zijn een risicogroep voor hypertensie. Wat zijn risicofactoren voor atherosclerose?
roken, sedentair bestaan, familiair adipositas, diabetes, hypercholesterolemie.
Welke ziektebeelden ontstaan er bij cardiovasculair risico?
AP, hartinfarct, herseninfarct, etalagebenen, etc
Hoe behandel je iemand met een plaque?
Je kan de vorming van atherosclerose niet meer ‘ontdaan’ maken dus je kan alleen zorgen dat het niet rupteerd en daarmee stolsel/trombus veroorzaakt –> plaatjesaggregatieremmers
Ik heb geen idee in hoeverre je de antihypertensiva uit je hoofd moet kennen dus ik wil hier niet 100 kaartjes aan ‘verspillen’. Komende kaartjes dienen dus als overzicht maar vermoed niet dat je die volledig uit je hoofd hoeft te kennen. Zorg dus dat je ze enigszins herkent
Yesss
Hoe werken salicylaten (acetylsalicylzuur, carbalaatcalcium)?
(MOA, bijwerking, interacties, contra-indicaties)
MOA: inhiberen thromboxane A2 in de trombocyt door irreversibele binding aan cyclo-oxygenase (COX)
Bijwerking: verhoogde bloedingsneiging, maagzuurklachten en -ulceratie
Interactie: andere antistolling, middelen die slijmlaag verminderen (NSAIDs, steroïden), middelen die reversibel COX remmen (ibuprofen)
Contra-indicaties: n.v.t.
Hoe werken P2Y12-remmers (clopidogrel, ticagrelor, prasugrel)
(MOA, bijwerking, interacties, contra-indicaties)
MOA: inhiberen ADP-afhankelijke plaatjesactivatie via remming op de PP2Y12-receptor. Clopidogrel irreversibel, ticagrelor en prasurgrel reversibel (potenter dan salicylaten)
Bijwerking: verhoogde bloedingsneiging
Interacties: andere antistollingsmiddelen (verhoogde bloedingsneiging), clopidogrel CYP-interacties met o.a. omeprazol
Contra-indicaties: n.v.t.
Hoe werken ACE-remmers (lisinopril, knalapril, captopril, fosinopril)
(MOA, bijwerking, interacties, contra-indicaties)
MOA: remmen angiotensin-converting-enzyme (ACE), remmen remopdeling van de hartspier
Bijwerking: orthostatische hypotensie (angio-oedeem), hyperkaliemie, anafylactoide reacties / kriebelhoest (–> angiotensine receptor blokker)
Interacties: NSAIDs (nierfunctieverlis) en overige bloeddrukverlagend (orthostatische hypotensie)
Contra-indicaties: overgevoeligheidsreacties, pre-terminaal nierfalen
Hoe werken angiotensine-II-receptorblokkers (losartan, valsartan, candesartan)?
(MOA, bijwerking, interacties, contra-indicaties)
MOA: remmen de effecten van angiotensine II op o.a. bloedvaten en bijnier
Bijwerking: orthostatische hypotensie, hyperkaliemie
Interacties: NSAIDs (nierfunctieverlies) en overige bloeddrukverlagend (orthostatische hypotensie)
Contra-indicaties: pre-terminaal nierfalen
Hoe werken beta-blokkers (metoprolol, atenolol, propranolol, Sotalol, bisoprolol)
(MOA, bijwerking, interacties, contra-indicaties)
Werking:
- selectief: antagoneren m.n. B1-receptoren hart en nier
- niet-selectief: antagoneren B1- en B2-receptoren
Bijwerking: verminderde inspanningstolerantie, orthostatische hypotensie, astmatische klachten, koude aura en doorbloedingsstoornissen, levendige dromen
Interacties: andere hartvertragende medicatie en bloeddrukverlagers
Contra-indicaties: geleidingsstoornissen, ernstig astma, ernstig gestoorde perifere doorbloeding