3.8 steen en therapie Flashcards

1
Q

wat zijn symptomen van urolithiasis?

A

niersteen: klankpijn
uretersteen: Koliekpijn
blaassteen: strangurie (bij plasseb)
soms asymptomatisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is koliek?

A

heftige pijn
aanvalsgewijs
misselijkheid
bewegingsdrang

acute enkelzijdige flankpijn
flank naar lies (uretersteen)
een peritoneale prikkeling (uretersteen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de lokalisatie van de koliek?

A

meestal hele regio

niet altijd op basis van de pathologie

uretersteenkoliek: soms lies, scrotum, labiale of glans penis; soms mictiedrang

ernst van niersteenkoliekpijn variabel

ernst van de pijn staat niet gelijk aan de ernst Van de aandoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de epidemiologie van een urolithiasis (nietsteen)?

A

mannen vaker dan vrouwen

neemt toe met welvaart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn risicogroepen steenvorming?

A
kinderen
familiaire steenvormers
brushite-, urinezuur- en infectiesteen
mononier
ziektes geassocieerd met nierstenen 
genetisch
medicatie
anatomische afwijkingen (stase urine)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn steen gerelateerde ziektes?

A
hyperparathyreoidie
metabool syndroom
nefrocalcinose
polycysteuse nierziekte 
gastrointestinale ziekte
hoog vitD
sarcoidose
dwarslaesie, nerogene blaas
urinedeviatie of blaasaugmentatie 
jicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn anatomische malformaties?

A
medullaire spons nieren
UPJ stenose (van nierbekken naar urine)
calix divertikel
ureter strictuur
VUR-reflex
hoefijzernier
ureterocele (afwijking urinelijder)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

je hebt ook verhoogd risico op stenen door je eigen levensstijl. hoe dan?

A

te weinig drinken, veel transpireren

hoog urine oxalaat: eigen aanmaak, in dieet (thee, spinazie), weinig calcium (vangt oxalaat we in darm)

hoog urine calcium: hypercalciemie, veel zout, ceel dierlijk vet

laag urine cirtaat : zuurbelasting nier door veel eiwit, weinig groente en vruchten

lage urine pH: insulineresistense aanzurivgsstoornis in nier

hoge urine urinezuur: purine uit vlees, vis, schelpdieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is Randall’s plaque en supersaturatie?

A

apatiet neerslag in de lis van henle
uitbreiding in interstitium
urotheel erodeert en steenmatrix in contact met urine

CaOx in urine bedekt matrix
urine supersaturatie geeft kristalvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de samenstelling van een steen?

A

80% calcium (calciumoxalaat, calcium fosfaat)
11% struviet
3% urinezuur
1% cystine

wheweliet, brushiet, cystine: hard
struviet en urinezuur: zacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is standaard dieet advies voor de steen PT’s?

A

2.5-3L/d vocht intake verspreid over de dag, pH neutrale drank, diurese 2-2,5 L/d

groenten en vezels, normale calcium intake: beperkt zout-, dierlijk eiwit- en vitaminesuppletie inname

BMI normaliseren, dagelijks activiteit, meer drinken bij veel vochtverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe gaat metafylaxe bij CaOx steen (voorkomen stenen)?

A

verschilt per afwijking

bijv:
bij een hyperparathyreoidie–> chirurgie
hypercalciemie–> thiazide
hyperoxalurie–> oxalaat restrictie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is een infectiesteen/ hoe ontstaat het?

A

urease producerende bacterie
urease breekt ureum af tot ammonium en hydroxie
samen met magnesium en fosfaat uit urine slaat ammonium neer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is metafylaxe bij CaPh steen?

A

carbonaat/apatiet steen: hypercalciurie

  • HPT uitsluiten
  • urine pH> 6.5-6.8: RTA uitsluiten en UWI uitsluiten
  • HCT

brushiet steen

  • HPT uitsluiten
  • RTA uitsluiten
  • HCT
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welke soort stenen zijn er?

A

CaOxMonohydraat, calciumwaterstoffosfaat (brushiet) en Cystine: hard

infectiesteen en urinevuursteen: zacht

urinevuursteen oplosbaar, radiolucent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly