3.6 risicofactoren osteoporose Flashcards
wat is definitie osteoporose?
afwijking van het gehele skelet gekenmerkt door een verlaging van de botmassa en een verlies in de onderlinge samenhang van botbalkjes resulterend in een verhoogde kans op een fractuur
waar komen osteoporotische fracturen vooral voor?
wervel
heup
pols
wat zijn klinische gevolgen van wervelfracturen?
afname bewegelijkheid
verlies onafhankelijkheid
acute en chronische pijn kyfose lengetverlies uitpuilen buik, reflux en andere GE klachten kortademigheid depressie
wat zijn belangrijke risicofactoren van osteoporotische fracturen?
leeftijd geslacht botmineraaldichtheid prevalente fractuur positieve familienamanese gewicht/ lengte corticosteroid gebruik immobiliteit vallen
wanneer neemt botmassa snel af?
na aanvang van de menopauze
wat zijn de gevolgen van ouder worden op je botten?
botverlies
vermindering kwaliteit van bot
- verhoging botombouw activiteit
- vermindering van de onderlinge samenhang van botbalkjes
- verandering samenstelling botmatrix
skelet onafhankelijke factoren
- vallen vaker
- reactie op vallen minder
- absorptie val
wat is de rol van RANKL bij postmenopauzale osteoporose?
oestrogeen zorgt voor de onderdrukking van RANKL productie door osteoblast
tijdens menopauze zal oestrogeen dalen
verminderde oestrogeenspiegels leiden tot een toename van RANKL –> meer osteoclasten–> trabeculae worden geperforeerd
osteoblasten zijn nu minder actief
meer bot resorptie en minder bot opbouw–> osteoporose
wat verklaart de lagere factuurincidentie bij mannen?
kortere levensverwachting
hogere piekbotmassa
grotere botten
ander patroon van leeftijdgerelateerd botverlies (corticaal en trabeculair, minder verlies van botbalkjes)
ontbreken van versneld botverlies tijdens de menopauze
hoe is osteoporose bij mannen?
vaker een secundaire factor dan bij vrouwen
door
- overmatig alcohol gebruik
- gebruik corticosteroiden
- testosteron deficiëntie
wat is WHO criteria osteoporose?
normaal: T> -1
osteopenie: T tussen -1 en -2.5
osteoporose: T < -2.5
ernstige osteoporose: T< -2.5 en osteoporotische fractuur
wat is glucocorticoid geïnduceerde osteoporose (GIOP)?
vooral remming botaanmaak door versterkte apoptose osteoblasten en osteocyten
negatief effect calciumbalans en spierkracht
snel verlies BMD na starten, deels herstel na staken
waarvan is effect GIOP afhankelijk?
dagelijkse dosis duur therapie cumulatieve dosis onderliggend ziekteactiviteit genetische factoren andere risicofactoren osteoporose
wanneer aanvullend onderzoek naar een fractuurrisico?
personen ouder dan 50 jaar met een recente fractuur (<1 jaar geleden)
personen die behandeld worden met glucocorticosteroiden
personen met risicofactoren voor een fractuur, zonder fractuur in het afgelopen jaar en zonder gebruik glucocorticosteroiden
welk aanvullend onderzoek bij PT’s >50 jaar met recent fractuur (<1 jaar)?
DEXA
laboratorium onderzoek
- BSE, calcium, albumine, creatinine, TSH, 25(OH)D, alkalisch fosfatase
- bij mannen <70: serum testosteron
- op indicatie: eiwitspectrum, PTH (bij hypercalciemie), coeliakieserologie, 24u urine calcium en creatinine
evalueer valrisico bij vrouwen en mannen ouder dan 50 jaar met een recente fractuur
wat doe je bij personen die behandeld worden met glucocorticosteroiden ?
indien prednison dosis > 2.5 mg bij personen >40 jaar een DXA en VFA