2.0 Goede dokters, goede patiënten Flashcards
Wat zijn de 4 ethische principes?
1) Niet-schaden/geen kwaad doen:
- Schade moet proportioneel zijn (voordelen wegen op tegen nadelen)
- Schade moet subsidiair zijn (minst schadelijke ingreep moet gekozen worden)
2) Weldoen/goed doen: Bevorderen van de welzijn
- Schade voorkomen
- Schade herstellen, leed wegnemen
- Actief welzijn, gezondheid bevorderen
3) Respect voor de autonomie:
- Vrij van dwang en drang kunnen kiezen
- Zelf beslissen over leven en/of gezondheid (respecteren van de keuze)
4) Rechtvaardigheid:
- Gelijke gevallen gelijk behandelen en ongelijke gevallen ongelijk (formele rechtvaardigheid)
- Plicht om ieder te geven wat hem toekomt
- Schaarse (medische) middelen rechtvaardig verdelen (verdelende rechtvaardigheid)
Wat houdt proportionaliteit in?
De zwaarte van het middel moet in verhouding staan tot het doel (De voordelen van een behandeling moeten opwegen tegen de nadelen)
Wat houdt subsidiariteit in?
Het minst zware middel inzetten om het doel te bereiken
(Kies de minst ingrijpende/belastende behandeling)
Wat is de verhouding tussen Ethiek en Recht?
Recht is gestolde moraal:
- Belangrijkste ethische normen zijn vastgelegd in de wetgeving
Ethiek is breder dan recht:
- Niet alle morele regels zijn vastgelegd in wetten (bijv. professionele en persoonlijke normen)
Wat is ethiek?
Wetenschappelijke of systematische studie van de moraal
Moraal:
- Het geheel van normen en waarden dat door een individu of binnen een groep of samenleving als belangrijke richtlijn voor het handelen wordt beschouwd
Wat zijn normen, waarden en deugden?
Waarden: Op zichzelf nastrevenswaardige situaties, zaken of ervaringen
Normen: Concrete gedragsregels die aangeven wat we in een bepaalde situatie behoren te doen of na te laten
Deugden: Goede eigenschappen of kenmerken van mensen