1B7 HC5 Flashcards

1
Q

Wat is Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD)?

A

Luchtwegobstructie, een inflammatoire respons die niet reversibel en progressief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar gaat COPD gepaard mee?

A

Ontstekingen, trilhaar beschadiging, structurele afwijkingen in luchtwegen en luchtwegvernauwing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn fenotypen die onder COPD vallen?

A
  • bronchitis & bronchiolitis
  • emfyseem
  • luchtweginflammatie -> systemische inflammatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn gevolgen van COPD?

A

Een verlaagde inspanningstolerantie, impact op het dagelijks leven, acute verslechteringen (exacerbaties) en een slechtere levensprognose .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn risicofactoren voor COPD?

A
  • Roken
  • Genetische factoren
  • Infecties op kinderleeftijd
  • Luchtweg hyperreactiviteit
  • Allergie
  • Astma bronchiale
  • Vertraagde longgroei
  • Oudere leeftijd
  • Vrouwelijk geslacht
  • Lagere sociaaleconomische status
  • Luchtvervuiling binnenshuis
  • Beroepsgerelateerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn componenten van luchtweerstand?

A
  • chronische ontsteking in de luchtwegen (reversibel)
  • contractie van spierweefsel in de geleidende luchtwegen (reversibel)
  • vernauwingen en verlittekening van luchtwegen (irreversibel)
  • destructie van alveolaire structuur en septa (irreversibel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waardoor ontstaat de pathogenese van astma?

A
  • oxidatieve stress
  • protease-antiprotease onbalans
  • inflammatoire cellen en mediatoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn symptomen van COPD?

A
  • kortademigheid
  • hoest
  • sputum
  • expositie aan risicofactoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn criteria voor het stellen van de diagnose COPD?

A
  • progressieve hoest, sputum, piepende ademhaling en dyspnoe
  • luchtwegobstructie
  • rookgeschiedenis
  • exclusie van andere oorzaken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar is het sterfterisico afhankelijk van?

A
  • Ernst: GOLD, BODE
  • Exacerbaties
  • Chronisch NIV
  • Longfunctioneren
  • Comorbiditeit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is medicatie?

A

Bronchodilatie: B2-agonisten
Anticholinergica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly