1B6 HC6 Flashcards

1
Q

Waarom zou myoglobine niet geschikt zijn in de bloedsomloop en kent het de functie van zuurstofopslag ipv zuurstoftransport?

A

Omdat voor het loslaten van zuurstof door myoglobine de pO2 veel lager moet zijn dan bij hemoglobine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het Bohr-effect?

A

Bij een lagere pO2 is er sprake van een hogere pCO2 en zuurdere omgeving, waardoor de bindingsaffiniteit voor zuurstof aan hemoglobine ook vermindert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is carbaminohemoglobine?

A

CO2 bindt op een andere plaats aan Hb, wat leidt tot een vormverandering. De affiniteit voor O2 daalt hierdoor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn verworven aandoeningen van verstoring van gastransport?

A

Anemie: bloedarmoede. Hierbij is er een verminderde O2-capaciteit, is het aantal erytrocyten verminderd, maar is het Hb normaal
CarboxyHb: vergiftiging door koolmonoxide. Dit zorgt er niet alleen voor dat zuurstof niet meer kan binden, maar ook dat het zuurstof dat nog wel kan binden moeilijker los laat
MetHb: oxidatie van Fe2+ naar Fe3+. Aan MetHb kan geen zuurstof binden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn aangeboren aandoeningen van verstoring van gastransport?

A

Afwijkend b-globine (sikkelcelanemie HbS (Glu6Val): zorgt in een O2-arme omgeving ervoor dat de Hb moleculen aan elkaar klippen en de erytrocyt van vorm veranderd en de capillairen netwerken verstoord. Dit leidt tot O2-crisis in perifere weefsels

Ontbreken van b-globine (b-Thalassemia) of a-globine (a-Thalassemia): Hierbij is de balans tussen alfa- en beta verstoord. Met als gevolg ineffectieve erythropoiesis en haemolysis met daarmee minder O2-transport capaciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe kan je de pH berekenen?

A

Met de Henderson-Hasselbach vergelijking. Deze is als volgt: pH = pKa’ + log ([HCO3-]/[CO2]).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat voor invloed heeft een respiratoire stoornis op de pCO2?

A

Hypoventilatie: arterieel pO2 daalt, pCO2 stijgt en pH daalt: respiratoire acidose
Hyperventilatie: pO2 stijgt, pCO2 daalt en pH stijgt: respiratoire alkalose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly