1B2 HC3 Flashcards
Wat behoort tot de bovenste luchtwegen?
Neus, neusbijholten t/m nasofarynx
Wat behoort tot de onderste luchtwegen?
Larynx, trachea, bronchi, bronchioli
Welke neus bijholten (sinussen) bevinden zich in de schedel?
- Sinus frontalis
- Sinus ethmoidalis
- Sinus sphenoidalis
- Sinus maxillaris
Wat zijn de functies van de neusbijholten?
Het gewicht van de schedel te verlagen, vorming van het stemgeluid en de luchtconditionering en fungeren als een soort stootkussen
Wat is ciliaire dyskinesie (syndroom van Kartagener of immotile cilia syndrome)?
Dan is een gen dat codeert voor tubuline defect. Cilia zijn minder krachtig, waardoor vocht in de longen blijft. Patiënten zijn dan erg vatbaar voor ontstekingen. Daarnaast hebben deze mensen situs inversus en liggen de buikorganen andersom in het lichaam
Wat is de functie van club cellen?
- Modulatie van een onstekingsreactie door middel van cytokinen/peptiden
- Metabolisme wanneer er potentieel schadelijke stoffen zijn geïnhaleerd
- Stamcellen voor trilhaarcellen en muceuze cellen (beschermende functie)
- Deels verantwoordelijk voor de surfactant productie
Waar bestaat de alveolaire opbouw uit?
- De poriën van Kohn (lucht/onstekingscellen) zijn verbindingen tussen de alveoli. Zo blijft de luchtdruk in alle alveoli gelijk en zorgen verder voor collaterale diffusie.
- De type I pneumocyten zijn alveolaire epitheelcellen en zijn heel dun, spreiden zich helemaal uit en vormen het epitheel van de alveoli. Type I pneumocyten kunnen niet delen en zorgen voor de gaswisseling.
Type I pneumocyten zijn bij cytokeratine kleuring goed zichtbaar onder de microscoop. Ze hebben afgeplatte kernen die dicht tegen onderliggende vaatstructuren aan liggen, zoals:
- Op het epitheel van de alveoli ligt een laag surfactant. Doel van surfactant is oppervlaktevergroting waardoor inademen makkelijker wordt. Bij een surfactant eiwitkleuring kleuren alleen type II op, maar beide zijn met TTF1 aan te kleuren
- Onder de pneumocyten ligt interstitium (bindweefsel) met daarin de capillairen. Het interstitieel weefsel bevat fibroblasten, macrofagen, elastine en collageen. Macrofagen houden de ruimte schoon. Bij teveel interstitium vorming zal de diffusie efficiëntie afnemen (bij fibrose).
Wat is pleura?
Een dun laagje mesotheel met bindweefsel
Welke cellen vormen de bekleding van de wand van bronchi en bronchioli?
Trilhaarepitheel, slijmbekercellen, basale cellen, clubcellen en neuroendocriene cellen.