ZO week 2 Flashcards

1
Q

hoe kun je onderscheid maken tussen een inflammatoire en niet-inflammatoire aandoening?

A

door te vragen naar ochtendstijfheid >30 min.
+ dan denken aan inflammatoire (artritis)
- dan denken aan artrose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is palindroom reuma?

A

dit is een vorm van reuma, gekenmerkt door recidiverende aanvallen van artritis in 1 of meer gewrichten, die steeds kort duren en vanzelf m.b.v. NSAID’s weer overgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waarin kan een palindroom reuma overgaan?

A

reumatoïde artritis (RA)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke antistoffen worden er bij RA gemaakt?

A

anti-CCP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waar treden erosies vaak als eerste op bij RA?

A

in de voeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke symptomen wijzen op septische artritis?

A
  • koorts
  • rillingen
  • rode en warme enkel
  • hoge BSE en CRP
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

is het serum urinezuur bij een acute jichtaanval verhoogd of verlaagd?

A

verlaagd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waar wijzen de benigne zwelling: noduli van Heberden en Bouchard op?

A

artrose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wanneer is het niet zinvol om anti-CCP en RF te laten bepalen?

A

als er geen inflammatie in het gewricht is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat kan een SOA voor gewrichtsklachten geven?

A

Door een SOA kan je een reactieve artritis krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe overbelast je de pols bij RA?

A

wring- en draaibewegingen, aannemen van uiterste standen en piekbelastingen. rollator en steunbeugels dus niet handig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waardoor kan grijpen pijn doen in de pols?

A

de flexoren en extensoren moeten hiervoor worden aangespannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe doet tillen of duwen pijn in de pols?

A

door tillen en duwen is er een verticale kracht. de pols wil buigen naar extensie. de flexoren moeten actief worden om dit tegen te gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat gebeurt er met de kracht in de spier als de werk arm langer wordt?

A

als de werkarm x2 gaan dan is de kracht in een spier x 1/2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is het complex regionaal pijn syndroom?

A

een complicatie na een trauma of chirurgie en wordt gekenmerkt door continue pijn, sensibele stoornissen, kleurveranderingen, temperatuurveranderingen, zwelling, transpiratie, asymmetrie, motorische stoornissen en trofishe stoornissenc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke 2 vormen van CRPS zijn er?

A
  • 1: deze vorm gaat niet gepaard met aantoonbare zenuwschade en werd vroeger reflex sympathische dystrofie genoemd
  • 2: wel aantoonbare zenuwschade en werd vroeger causalgie genoemd
17
Q

wat is de behandeling van CRPS?

A

pijnstillers werken niet maar co-analgetica wel. dit zijn in eerste instantie geen pijnstillers maar in hun bijwerkingen kunnen ze een gunstig effect hebben op neuropathische pijn

18
Q
A